IV.
A fdeel.
v i .
H oofdstu
k .
'ï'w&'wym
Dëeze voert eigentlyk den naam van Caucalis,
een Woord by H i p p o c r a t e s bekend
en van D i o s c orides gebruikt voor een
Moeskruid met welriekend Zaad. De Franfchen
noemen het Bajlerd■ en de Engelfchen Wilds
Peterfelie. Het heeft ruige Stekelige Zaadkroon-
tj.es , waar van het Zaad als Klisfen aan'de
Kleeders hangen blyft, en hierom hebben fom-
migen het Echinophora getyteld. Het groeit niet
alleen in de Zuidelyke, maar ook in de middel-
fte deelen van Europa, wild aan de Wegen en
op de Koornlanden , wordende in Duitfchland,
Engeland en Sweeden , ja zelfs aan de Maas
en elders in de Oofcenrykfe Nederlanden gevonden.
Het i s , volgens den Heer H a l l e r , in
Switzerland een laag, gearmd, verfpreidKruid,
dat de Bladen ruigachtig en zodanig verdeeld
heeft, dat menze drievoudig gevind mag noemen.
Aan den gemeenen Bladfteel, naamelyk, ftaan
Vinswyze andere Bladfteeltjes,endeeze zyn met
nog kleinere gevind, welke wederzyds drie Vin-
blaadjes hebben, die ten halve in tweeën of in
drieën gefneedeh zyn. Het heeft groote witte
Kroontjes, wier algemeene Omwindzel drie of
vierbladig is : het byzondere heeft drie groote
en twee o f drie zeer kleine Blaadjes. Van de
Bloemmagno.
Riv. Pent. z;l Echin. pycnocarpos. Col. Ecphr. I.
p. 91. T. 94. Caucalis. Don. Pempt. 700. Caucalis albo Flor.
vulgaris. Lob. /<, 71$.
Bloempjes zyn de buitenfte Blaadjes wonder-,
baarlyk groot ( * ) , en geeven dus veel Sieraad VJ>
aan ’ t Kroontje. Het Zaad is groot, met lan g e Hoofd-
flappe Stekeltjes.
(a) Doornzaad met de Kroon driedeelig ongebladerd
; de Kroontjes driezaadig en drie- cllèa iit
hlnrliir. Dtucoidcs.
DlaaiS ’ wortel.
kruidig.
T o t deeze Soort wordt door G e r a r d ,
dat zonderling is , de Caucalis, die het algemeene
Omwindzel van langte als de Kroon én
Lancetvormig heeft, van L innjE u s , t’huis
gebragt. Het zelfde doet de Heer G o u a n ,
die dezelve by Montpellier, alwaar de voor-
naamfte Groeiplaats fchynt te zyn, heeft waargenomen
, en verhaalt, dat de Straalen der
Omwindfelen Vliezig gezoomd zyn. ’t Is zeker,
dat hier de Caucalis met Wilde Wortel Bladen
en een groote gedoomde Vrugt, van M a g k o -
l i u s , te betrekken zy. De Bladen zyn wel
maar
HALL. Helv. Uts. zegt, Fetaltm externum mirifice mam
/»js doch Gehard zegt van twee groote Bloemblaadjes; 't
welk ook uit de fraaije Afbeelding van Morison , S. 9. T.
14. f. 3 , fchynt te blyken: ten ware dit Bloemblad in tweeën
verdeeld mogt zyn,
(z) Caucalis Umbellis rrifidis aphyllis &c. Mant» 331, H.
Clifi. 91.ff. Ups. JS. GER. Prov. 236. GOUAN Monsp. 135.
Cauc, Dauci fylv. folio echinatomagno Fru&u. Magn. Monsp»
292. Tournf. In ft. 323. Echinophora tetlia Ieptophylla put-
putea. Col, Ecphr, I. p. 96. T. 97,
c 4