■
'Afdee 1S ^et ver<^^te ^aP van zodanige Planten, er»
vu. * dewyl men het Sap derzelven van byzondere
ho ofd - hoedanigheden, in fommigen Hinkende, in an.
* deren maar weinig onaangenaam van Reuk ,
E cn v iy . . , L.» , ° y
vige. bevindt te zyn ; acht men het zeer waar»
fchynlyk , dat de byzondere Soorten van Aloë
uit byzondere Planten komen. Van de Bereiding
kan het ook veel afhangen ; o f naamelyk het
van ze lf uitloopende Sap der Bladen, dan het
xütgcperfle, o f eindelyk ook het Afkookzel van
het overblyvende na de perfing, tot het bereiden
van dit Extrakt gebezigd worde. Voorts
maakt de Groeiplaats hier in mede een geweldig
verfchil: want in het Sap der Oostindifcbe
Aloe-Planten, van deezen aart, vondt R um-
PHius geen de minfie bitterheid: welke hetzelve
ook door Gilling geheel verliest, zo Boer»
haave uit W edelius heeft aangetekend ( f) .
Men twyfelt derhalve n ie t , o f de Aloë die
men Socotorina], wegens haare eerfte afkomst,
noemt, en lutida , wegens haare helderheid ,
is het verdikte zuivere Sap van die Plant, welke
C om me l y n onder deezen naam heeft af-
gebceld. De Aloë Hepatica lchynt het verdikte
en waarfchynlyk door uitperjfing verkreegene Sap
te
( * ) H e t g e n e in ’ t O u d e T e f t am e n t o n d e r d e n n a am v a n
jUcë v o o r k o m t , m e e n t m e n h e t z o g e n a am d e AgMlochum o f
Liznum Aio Vs, d a t is w e l r ie k e n d H o u t * g e w e e f t t e z y n •
d o c h in ’ t N i e u w e T e f t am e n c w o r d t v a n d i t v e r d ik t e s?p
g e lp r o k e n .
( t ) Ckm. T o m . I I . p . I 8 4 . ;
te zyn,'van de gemeene of Echte Aloë , laatst VI.
befchreeven. De Caballina, die vol onzuiver- ?v n fL’
heden is , zwart , donker en zeer Hinkende , Hoofd-
zal van de een of andere flegte Soort, ofmoog-STUK*
lyk op de laatfle manier van Bereiding , o f door n^ r'0iy’
afkooking, vervaardigd zyn.
De Aloë , in ’t algemeen, beltaat uit Gom-en
Harftige deelen; waar van de eerlten het voor-
naamlle Purgeermiddel zyn , en hierom wordt
de Leverkleurige, ten dien opzigte, van fommigen
yerkoozen: doch als het op ’c uitwendige
gebruik , tot zuivering van Wonden en Zwee-
ren , o f toehaaling derzelven , aankomt; wanneer
de Balfamieke hoedanigheid meest gezogt
w o rd t, dan zal de Harstachtigfle en zuiverfle
de belle zyn. Verfcheide wasfchingen en bereidingen
der Aloë , die men in de Winkels
oudtyds heeft ingevoerd, zyn nutteloos;dewyl
de Natuur zelve de befte bereiding en menging
gemaakt heeft van dit Sap, waar van men, naar
de byzondere oogmerken , de een of andere
Soort gebruiken kan. Inwendig fchaadt het niet,
dan door te veel aanhouding, als ook doorzy-
ne fcherpheid, in fommigen , die het niet ver-
draagen kunnen.
(2) Aloë met getroste, knikkende , byna Cy- ir.
lliinn» rAiflgcaSt #*.M?
B o n t e .
(2) A l i ï F lo r . R a c em o f is c e rn u i s & c . A lo ë F o l . C a u l in i s
U ifa r iis im b t k a t i s & c . A l o ë F o l . C a n a l ie u la t i s & c . H. Cliff.
I j l . Ups. 87. R. I,ugdb. Z4. Gouam Mtmsp. u o . Aloë Aft.
Z 5 hu