IV.
A fdeel.
VI.
H oofds
tu k ,
Tvieeiay.
•t%r.
tt.
Selir.itm
palufiie.
Wilde
Eppe,
Dit Kruid groeit volgens den Heer de G ort
e r , in onze Nederlanden , alwaar men het
in Bosfchagie , o f aan de kanten der Planta-
giën , by 'Haarlem , Utrecht, Zwol en elders
aantreft. Sommigen hebben het voor ’t Thys*
felinum van P l i n i d s gehouden; van anderen
wordt het Wilde Peterfelie genoemd. Het zoude
$ volgens M o r i so n $ by Blois in Vrahk-
ryk voortkomen, en, volgens L i n n ^é u s , op
verfcheide plaatfen in Duitfchland ; maar by
Weenen in Ooftenryk heeft men ’t- niet gevonden.
Het groeit in Switzerlahd, zo de Heer
H A L L E R verzekert, die op de veelvuldigheid
van den Wortel gelet heeft , welke uit verfcheide
Cyiindrifche Knobbels beftaat,dat zeldzaam
is onder de Kroontjes- Kruiden. Men kan
de Afbeelding en befchryving by L o b e l viri*
den. ’t Gewas, dat eenEHe hoog groeit,bevat
een Melkachtig Sap , ’t welk in de Wortel
gezegd wordt zeer fcherp té zyn.
(2) Salie, dié eenigermaate Melk geeft, mei
een enkelen Wortel.
Deo-
Gén» P* iéjr. Vtfc. XIII. Gëli. 537- p. ti9* ti. Cliff". tlpti
R. Lugdb. io5, Apium Lafteo fucco tuigen». C. B. Pin. is j .
Thysfêl, Plinii, LOB. hort, l i l.
( 2 ) Selinum fu b la d ie s c en s R a d ie e u n i c a . H A t t . PI tin. 443«
S e l, F o lio lis & L a c in u 'is o b lo n g o - lin e a r ib u S . G u Èt t . Stamp.
XI. p . 7 0 . S e lin um p a iu ft re L a f t e s c e n s . Fl. Lapp. 1 1 0 . Saté,
2 2 7 , 2 3 9 . H. Clip. 9 2 . R , Lugdb. 1 1 6 , S e fe li p a iu ft re L a c -
te s c en s . C . B. Pin. 162 . Prcdr, 8j. Pc. A p iu m f y lv è f t r e f . T n y f -
f e lin u m . D o d . Pempt, 6 9 9 . T l i y s f d , D o d M o R I s , Hifi. I I I . p .
3 1 7 . 3. 9. T. 171 S *♦
Deeze is gemeen in de middelde en Noor- IV.
delyke deelen van Europa, en onderfcheidtzig, A f“ eiei"
volgens den Ridder , doordien de Stengen diep Hoofd-
geftreept zyn , doorgaans enkeld en harder; ter-iTUK’
wyl het voorgaande Kruid dezelven effen en D'syni*‘
menigvuldig heeft. Die van M o r i s o n moet
derhalve hier Thuis gebragt worden, als hebbende
de Steng geftreept en twee Ellen boog:
zo ook de Wilde Eppe van D o d o n a o s . Op
dommige plaatfen van Duitfchland noemt men
dit Gewas Ol/enich, en het kan , met reden,
Water-Eppe geheten worden, alzo het in Poelen
en Moerasfen, of aan de kanten van Sloo-
ten, zo hier, als in Switzerland, en omftreeks
Parys groeit; De uiterfte Vinblaadjes zyn wat
langer en fmallerdan in 5t voorgaande. De Wortel
is, brandend fcherp, en wordt van de Laplanders
, byzonder als zy ter Kerke gaan, in plaats
van Tabak gekaauwd. V a i l l a n t heeft deeze
Soort met de volgende verward: doch zy
zyn alle drie -moeielyk van elkander te onder-
fcheiden , te meer , om dat het Gewas in de
Tuinen zeer verandert,
Cs) Selie met een gejleuf de fcherphoekige Steng; slJJ’
}iet Carvifolidi
Kaïwey»
_ f t ) Caule Sulcato aeutangulo &c. Seli'n. FolioHs^1^1^*
pinnatim laciniatis. Gmel. Sib, I. p. 204. T. 48. Angelka
ïenuifolia. Riv. Pent. RUPP. J en. i?7 , DlLL. Gicsj: I?7<
J ac^. Aufir. T. 15. Caruifolia. C 8. Pin. i j i , VAILfc,
Paris. 192. T. s. f. 2* tel. vide. Mart. 353.
'E