IV.
Afd e e l .
v i .
H oofdstu
k .
'J'wiewyvip.
IV.
Ruben
rigidius.
Scyfblaétige.
Deeze, ook van de Kaap afkomftig, worde
van C om m e l y n insgelykseene Afrikaanfche
Galbanum draagende Ferula genoemd; om dat
z y , gekwetst zynde aan de Steng, een derge-
lyk Gomachtig taay Vogt , van Reuk als de
gedagte Gom , uitzypelen laat. Zy is, zo wel
als de voorgaande , Heefterachtig, groeijende
hier, in de Tuinen, hooger dan zeven Voeten ,
met een Stam van twee Duimen dik, bleek
groen , en van binnen vol Merg. De Bladen,
by den Top voortkomende , zyn die van de
Wilde Kervel gelyk , en gèeven een Spece-
ryachtigen Smaak , wanneer men ze kaauwt ,
van zig. De Bloemen zyn klein en geel; de
Zaadjes langwerpig en gefleufd, even als die
der andere Afrikaanfe.
(4} Gom - Eppe met Liniaale Vinbladen.
Uit de Afbeelding van B a r r e l i e r ziet
men, dat deeze de Vinbladen zeer finalen veel
naar die van de Ferula gelykende heeft. De
Zaaden fchynen zeer groot te zyn. De Groeiplaats
is op Sicilië.
C u m i n u M. Komyn.
De Kenmerken van dit Geflagt, behalve een
Eyronde geftreepte Vru gt, zyn vierftraalige
Kroontjes met vierdeelige Omwindzel 3» De
(4) Buhor. Foliolis Linearibus. H. Cliff. 95• R. Lugib. 100.
Ferula durior f. rigldis & brevisfimis foliis. BOCC- Mus. II. p.
*4. T. 7fi. BARR. Rar. 61. T. 77?
De eenigfle Soort ( 1 ) , daar in vervat, is W.
het Kruid, welks Zaad men Komyn-Zaad.noemt, VJ1. *
den bynaam hebbende van den Griekfchen naam Hoofd-
Cyminon , daar aan door de Ouden gegeven.8™ '
Naar den Latynfchen naam, Cuminum, noe*Cumtnum
men het de Spanjaarden en Italiaanen Comino, & ’*'” “*•
r r J Gemeene.
de Franlchen Comin, de Engelfchen Comyn, de
Duitfchers Kimmel.
’t Gewas komt, in geftalce en Bladerloof, de
VeDkel zeer naby; doch groeit zelden een Voet
hoog , hebbende geele Bloemkroontjes, Het
komt van zelf voort in Ethiopië, Egypte en in
de Levant; beminnende een heet Klimaat. Men
vindt het niet in onze Openbaare Kruidhoven;
Inaar in Italië en op ’t Eiland Maltha wordt het
veel gezaaid , van waar men hier het Zaad bekomt,
dat een byzonderen Reuk heeft, en van
dergelyke kragten is als andere verwarmende
Zaaden. Zekere Pleifter heeft daar van den naam.
O e N A n t h e. Druivebloem.
Wanftaltige Bloempjes; de middelften onge-
fteeld, onyrugtbaar: de Vrugt met den Kelk en
de Stampers gekroond.
Dus komen de Kenmerken voor van dit Geflagt,
~ tl) Cuminum. Sy/f. Nat.XÏJ. Gen. 348. p. 212. P'eg.XUI.
Gen. 3 ji. p. 23*. Cuminum. Mat. Mti. 139. CuminumSe-
mine Iongiore. C. B. Pin. 144. Cuminum Sstivum. Cam.
Epit. s 18. Cum- Dioicoridis. L ob. Icon. 742. Foenic. Qrieat.
Cuminum di&um. Tournf. Jnfi. 311.
I 3 II. Dksl, VIXI. Stuk.