T m
IV. een Middel tegen de Wormen dienen. Uitwen»
v iEL’ dig is zy Wondzuiverende, verwarmende en Pyn»
H o o f d Billende.
STUK.
Twtfvjy. L a s E R p i T i u M. Laferkruid.
v>&*.
De byzondcre Kenmerken van dit Geflagt
zyn , een langwerpige Vrugt met agt Vliezige
ge hoeken. Het heeft iDgeboogen Bloemblaadjes,
die uitgerand en uitgebreid zyn, van figuur
Hartvormig. De meefte Blommetjes misdraa-
gen.
Het heeft zyn naam van ’t Arabifch woord
Lafer, een Medicinaal Sap by de Ouden betekenende
: weshalve men de Duivelsdrek dus ge»
noemd heeft. Tien Soorten zyn ’er in begreepen.
Lafer pi-
tium Lati-
folium.
BreedblaÖig.
( l ) Laferkruid met Hartvormige, Zaagt andig
ingefneeden Blaadjes.
Onder den naam van Breedbladige Libanotis
is deeze voorgefteld , en van D o c o K é u s
Kruidig Ethiopifch Sefeli genoemd. Het Kruid
groeit niettemin in de Bergachtige deelen van
Europa , zelfs in Sweeden , en is niet ongemeen in
de BosfchenvanSwitzerland. Het heeft, volgens
H A l l e r , een dikken ronden Wortel; de
Steng is laag en gearmd, met groote Bladfcheeden.
( i) Laftrpitium F oH o ü s C o r d . in c i f o - fe r ra tis . Syjl. Nat.
X I I . G e n . 341. rp. 209. f'eg. X I I I . G e n . 344. p. 232. H.
Cliff". 96. Mat. Med. 123. R. Lugdi. i o i .H a l L. Heiv. 440.
l i b a n o t i s la t i fo l ia a lt . f . v u lg a t io r . C . B . Pin. 1 5 7 . S e fe li
iE th io p i c am H e rb a . Dod. Fmpt. 312.
den. De Bladen zyn zeer groot. Aan den Blad- jv .
fteel zyn vier paar Vinnen, waar van de groot-Afdeel,
ften uit vyf , de kleinften uit drie fcheef Hart- Hoofde
vormige , getande Vinbladen beftaan, die fom-sTUK.
tyds tweekwabbig zyn. Het heeft zeer groote Oigynia.
Kroonen, wier algemeene Omwindzel uit laDge
breede Bladen beftaat. De Zaaden zyn kortEy-
rond, met breede Vleugels , hebbende den Reuk
en Smaak van Engelwortel - Zaad. By ’t Gemeen
gebruikt men ’ t als een Geneesmiddel. Onder
den naam van Witte Gentiaan- Wortel vindt men
’t ook in fommige Apotheeken.
(2) Laferkruid , met driekwablige ingefneeden n.
Bladen. t f fT - i -
iobum.
Breedbladige Libanotis met Akeley - Bladen, Priekwab*
wordt deeze van C. B a u h i n u s genoemd ,
die dezelve uit den Tuin van C a m er Ar n is
bekomen hadt. De Wortel, zynde Kruiderig en
bitterachtig van Smaak, heeft een dergelyke
Haairkroon als de voorgaande» Menigvuldige
Bladfteelen komen daar uit voort en maaken
dus een uitgebreiden Stoel. De Steng, die 1 ond»
geftreepr en knoopig i s , heeft drie o f vier El»
len hoogte en draagt groote Kroonen van Bloemen,
waar op een geelachtig rood Zaad volgt,
dat
(z) Lafèrpitiam Foliis trilobis ineifis, libanotis latifolia
Aquilegiz folio. G. B. Pin. 137. Prodr. 83. Angelica Fohol s
typartiris &c. R. Lugdb, 104. Llguft. Rauwolfii. J. B. Hijl.
III. p. 148. PLUK. Phyt. 223, f. 7.
II. Deel. VIII. Stuk.