IV. (19) Dikblad met Elsvormige Spilronde u!tge*
A fdeel . breide Blaadjes en eene Kruidige Steng*
vi.
H oofd» j ) ceze }s jfrikaanfch wit Huislook van Her
‘ TS . mahnüs genoemd, ’t Gewas heeft Sappige Sien-
Crai/tila getjes hooger dan een Span, met fmajle, dikke
E^oimlg. groene gefpitfte Blaadjes ,die kruislings de Steng
omringen. Het draagt een Kroontje van witte
Bloempjes en daar op volgeD kleine Zaadjes, in
v y f by elkander gevoegde Haauwtjes.
xx. (nö) Dikblad met 'Zaagswys' getande platte
Ahtnifr Blaadjes everheeks , een zeer eenvoudige
óveihoeks. Steng en hangende Bloemen.
Deeze is door den Heer J. B urmamn u s
afgebeeld onder de Afrikaanfche Planten, en
befchreeven , als Takken uitgeevende van twee
Voeten lang, die paarfch en ruig zyn, bezet met
getande, langwerpig fpitfe Bladen, uit wier Oxe-
len eenzaame geele Bloemen voortkomen , met
korte Steeltjes.
( a i ) Dikblad met Spoelachtige een weinigplaU
te.
( t 9) Crasfula Fol. Subulatis teretlbus patentibus , Caule
Hetbaceo. Mant. 300. Sedum Afric. umbeUatum album. Herm.
Luidt. Ssz- Spirsca Capenfis Comofj Flore albo. Petiv. Gaz.
T . ss• f- 8. Crasf. SubuUta. Berg. Cap. 83.
(io ) Crasfula Fol. Serrato - dentatis &c. II. CA ff. 4»?. R.
Lufih>4 SS- Crasfi Fol. oblongis acutis dentuis &c. BilRM.
afr. s8. T. 14. f. i. Cotyledon flote luteo media. Herm.
ffugdb. 19I.
.{n j Crasfula Fol. Fufiformibits fubctepre9fi* &c, Sedum
XXI. Rubens.
Roodaeh-
tig*
te Bladen; een vierdeelig gebladerd Kroon- IV1.
tje van ongefteelde Bloemen met omgebooge- Fy“ I‘*
ne Meeldraadjes. H oofdstuk.
Dit Kruidje, thans wegens de Vyfmannigheid ? e »w ,.
van het Huislook, dat tien Meeldraadjes heeft, ma‘
uitgemonfterd , voerde aldaar den zelfden by-
naam. Daar waren wel vier Verlcheidenheden
aangehaal'd , dofch ik plaats hier flegts de be-
fchryving, welke de Ridder van het zyne geeft.
Dit hadt een Stengetje van een Vinger hoog ,
met verftrooide •, langwerpige , ftompe, Vlee*
zige Blaadjes, de onderften by vieren: een drie-
o f vierdeelig Kroontje met omgekromde Takjes
en ongefteelde Bloemen, wit van Kleur en zeer
gefpitst, met een ruigen paarfchachtigen Kielen
een Vrugt van die zelfde Kleur. De meefte Au-
theuren hebben het , wegens de Geftalte,onder
het Huislook geteld, ’t Gelykt zeer naar die Soort,
welke den bynaam van Jaarlyks voert. Het groeit
in de Zuidelyke deden van Europa, als ook in
Switzerland.
(aa) Dikblad met een Kruidige Steng, uitgebreide
Bladen en gekranfte gebaarde Bloemen.
Dit
xxrr. '
Crasfula
Vtr tic Maris.
Gekranst.
ïubens. Sp. fiant. 619. ÖED. Dan. 82i Sedum Foliis oblon-
go-ovatis, Floribus in fummum Caulem congé ftis, Calyceru-
feente. Hall. Helv. 396.
(11) Crasfula Caule Herbaceo, Fol. patentibus &c. Mant.
gsi. Sysi. Nat. XII. Tom. 3. App. p. 130. Sedum aannam
l l . Die l . V I I I . S TU K ,