470
A# el von^cn teêen de Verpoppingen der Ingewan-
|IX. ‘ den, in de Waterzugt, Geëlzugt, enz. Men
H oofd- ze g t, dat het de Vlooijen verdryft en dat de
* * * Muggen o f Vliegen niet zullen komen aan
Dnewy- 0 0 0
vigd Vleefch 3 ’t welk met het Sap is befireekec;
weshalve het van fommigen Vlmjen- en Mug-
genkruid geheten wordt. Ook wordt ’er een
Wormdoodende kragt aan toegefchreeven.
x. (10) Duizendknoop met zesmannige tweeyvy-
pèJfica’tZ. vige Bloemen , langwerpig Eyronde Aai-
Gehaaiid. rm ; Lancetvormige Bladen en kanthaairige
Stoppeltjes.
Zeer veel komt ook dit Kruid, niet alleen in
geheel Europa , maar inzonderheid in de laage
deelen van onze Provinciën, aan de kanten der
Wegen , in de Hoven en Bouwlanden voor..
Het voert den naam van Perficaria, in ’tFranfch
Perficaire, in ’t Neerduitfch Perfen- o f Perfik-
Kruid; om dat de Bladen veel naar die van den
Perfiken-Boom gelyken. In ’t Engelfch noemt
men
(10) Polygonum Flor, hf X.mdris digynis &c. IJ. Clip. R,
Fugdb. GouAN Mor.ip.Gv.K. Prov. Fl. Belg. Suic. lic. flcc»
Perficaria mitis. J, Ij. Hiß. UI. p. 779. Fl. Lapp. 71. Per-
(ïcarla mitis maculofa et non maculoCi. C. B. Pin. 101,
Pers. fol. anguftisfimis &c. Ha ll. Helv. ïg i. Perficaria mitis.
Lob. 315- Perficaria. Dod. Pempt. 60*. Pers. angus-
tifolia. C , B. Pin. lor. Proir. 43. Pers. Fol. fu'it. tomento-
fis. HALL. Helv. I81. Perficaria piifilia répens. Raj. Angl.
III. p. 145, Perficaria minor, C , E, Pin- io_r , Mqris. Hiß.
H, S, S- T , 29«
men het Lake-JiPeed of Ar smart: in ’t Hoog- IV.
duitfch Perjichkraut. FixfL’
Ongemeen veel veranderingen komen in dit H oofdzo
gemeene Onkruid voor. Het verfchilt voorSTÜK*
eerst daar in , van meer of minder > en fomtyds ma.
geheel niet gevlakt te zyn j daar anders de on-
derfte Bladen met een groote halfmaanswyze
Loodkleurige Vlak zyn getekend. Ook heeft
het de Aairen onryp1 groen, doch bloei jende wit
o f rood. In fommig zyn de Bladen breeder, in
Ibmmig fmaller, en ook wel van onderen W ollig
, zo H a l l e r opgemerkt heeft. Men vindt
het doorgaans met leggende Stengen , die zig
opregten, fomtyds een Elle hoog: maar het kleine
kruipende Engelfche Perfenkruid doet zulks
niet, en fchynt evenwel tot deeze Soort te be-
hooren.
Dit Perfenkruid heeft eene zagte, eenigszins
famentrekkende , zout- en zuurachtige Smaak.
Het wordt gehouden voor een goed Wondmidd
el, en is dienftig tot Infpuitingen ter zuivering
van de Borst, na dat de Etter daar uit ontlast
is. Men heeft, het ook tot Steenbreeldng
aangepreezen.
( 1 1 ) Duizendknoop met zesmannige driewy- xr.
' J . Polygonum
vl" barbaium.
G e h a a id .
( u ) Polygonum Flor. hexandris trigynls, Spicis virgatis &c.
Perficaria Maderaspatana longiore folio hirfata. PLUK. Alm.
288. T. 210. f. 7 ? Pers. Fol. ovatïs glabris. KrasCH. Comm.
Petrop. 1747. p. 37S. T. 13 ? Velutta Modela Maca. Hort. Mal.
XII. p. 143. T. 77* BüRM. Fl. Ind. p. *9.
G g 4