I ï .''' I
I'.'
A fdeel.
v i .
Hoofd*
stu k .
7 'uieewy-
Vigt.
naamelyk, van ’t jaar 16 7 7 ,zeker Haagfch Burger,
met zynen Vriend ’s morgens vroegtydig naar
zyn Tuin gegaan, ahdaar eenige Wortels uit den
Grond haalde, om die ’s Middagfc tot den Maal-
tyd te gebruiken, meenende dat het Peterfelie-
Wortels waren. Zy proefden en aten ’er van
tot Verfnapering, doch niet lang daar na werden
zy met een groote Hitte in de Keel en Maag
bevaBgen en kreegen daar op zwaare benaauwd-
heid , Duizeligheid , Pyn voor ’6 Hart, Walging
en Buikloop; terwyj den een de Neus begon
te bloeden , de ander met geweldige Stuipen
bevangen werdt. Na twee Uuren verloops ftierf
de geen, die het meefte daar van gegeten hadt»
de ander'een Uur laater.
Een Kruidkundig Raadsheer in ’sHage, een
deezer Planten uit des overleedenen Tuin inden
zynen hebbende doen overbrengen j waar dezelve
weeldig groeide en bloeide ; werdt door
gezegden Doktor de Afbeelding uitgegeven, zo
van de geheele Plant in ’t klein,. als van een
Blad in de Natuurlyke grootte, als ook van den
Wortel en het Zaad die men- in zyn Werk
vindt. Uit welken blykt, dat het geenszins de
Land- noéh Water-Scheerling kan zyngeweest;
alzo die dergelyk Loof noch Wortels niet hebben.
En, wat de manier aangaat, op welke dit
Vergiftig Gewas in dien Tuin kon gekomen
zyn, is het eer te denken, dat hetzelve onder
de gezaaide Peterfelie opgegroerd, dan dat het
van vreemd Zaad geteeld zou zyn.
De
K i l
J
111
De andere Hiftoriën , door hem bygebragt, IV.
- gaa ik , om dat men niet zeker weet, welke FyEI^L‘
Wortels ’er gemeend worden, voorby. De fï- Hoofd-
guur derzelven nogthans, als naar Karooten o f !T0K* _
Pinkfternakels gelykende , doet om geen ander D!syn,d*
Kruid denken dan di t , zelfs in het berigt van
T heo ph ra stu s , die zegt,dat by deNoord-
fche Volkeren zekere Wortels gevonden werden
, waar van de genen, die dezelven aten ,
aanftondsftierven. ’t Geen St ra ro van zeker
Vergift, ’c welk de Cantabri uit een Kruid,
naar de Eppe gelykende, bereidden, en dat zy
by zig droegen , om ’er in alle gelegenheden,
die zulks vereifchten, gebruik van te maaken,
meldt, fchynt meer op de Dolle Kervel toepas-
felyk. De Engelfche Doktor M eao heeft,
ten onregte , deeze Oenanthe voor de Cicuta gehouden
(*).
Het Ongeluk dat de Franfche Krygsgevange-
nen tc Pembroke, nu ruim dertig Jaar geleeden ,
door dit Kruid overkwam , gaf aanleiding om ’er
een nieuwe Afbeelding van te maaken , welke
in de Verhandelingen der Koninglyke Sociëteit
van Londen , op ’t jaar 1747 , en daar uit in
Maandelykfe Werkjes is geplaatst. Niettegen-
fcaandezulks gebruikte in Engeland, nog in den
Jaare 1758 , een Man van omtrent agtenvyftig
Jaaren, ongevaar vyf Lepels vol van het Sap
der
(*) Ds Venenis p. Hj.
I s
II. Deel. VIII. Stv a