. Gedagte Hoogleeraar A kdfeL u w heeft deeze Soort*. die
vu. ’ op Moerasfige plaacfen van ’t gemelde Eiland
H oofd- groeit, omftandig befchreeven en afgebeeld. Men
8tvk. noemtze ’er Jawael of Jawul en Dyajawul, dat
mg/*. is , Water-Jawul. He r m a n n u s hadtze genoemd
Ceylonfche Hyadnth der Moerasjen. ’t Is
een klein Plantje , met Grasachtige Blaadjes
van twee Duim lang,allen by den Wortel groei-
jende,waar tusfchen het een Stengetje heeft van
één of anderhalve Span , met eenige Blaadjes
overhoeks bekleed, en zig verdeelendé in twee
Aairtjes van zeer fraaije Bloemen, die blaauw
van Kleur zyn en overend liaan , als op een ry
geplaatst. Zy hebben een Pypachtigen Kelk,
met drie Vleugels op zyde en van boven in drie
geele Puntjes uitloopende. De zes Meeldraadjes
zyn zeer kort en het Zaadhuisje langwerpig met
drie hoeken.
n (2) Burmannia met twee Bloemen.
Uur manh
a uflora. Deeze , in Virginie groei jende , is ook een
raige? °e' klein Waterplantje, dat een fraaije paarfche Bloem
op den top van het Stengetje heeft, volgens
C l a y t o n . De Bloem beliaat uit drie Blaadjes,
die als Pluimen uitlleeken aan de zyden van
den Kelk. De Stengetjes zyn zo fyn als Haair,
naakt,
p. 233- Zeg. XIII.Oen. 397.p. 160. BURM. Zeyl. 50. T. zo. f. r.
Ft. Zeyl. 128. 11. Clip. 128. R. Lugdtt. ia j Planta Zeyla-
nica Aquatica &c. Raj. Suppl. ss9-
(z ) Burmgunia Flore gemino. 11. Clip. 128. Burminnia
Scapo bifioro. GaoN- Zirg. 36.
♦ 329
naakt, komende uit een Tropje van fmalle Blaad- IV.
•j’e s voort en de Wortel is Vezelachti0g . Afdveue.l.
mT r a d e s c a n t„ i a . SHTÜoKOiFDDit
Gellagt is door R uppius benoemd naar «ia!”'’'®"
zekeren Engelfchen HeerTr a d e s c a n t , van
wiens Kruidtuin een Planten -Lyst, in de be-
fchryving van zyn Kabinet, is gegeven.
De Kenmerken daar van zyn, een dricbladi-
ge Kelk , drie Bloemblaadjes; de zes Meeldraadjes
ruig door gewrichte Haairtjes en de Stem*
pel Pypachtig: het Zaadhuisje driehokkig.
Zeven Soorten komen thans in hetzelve: voor,
naamelyk
( i ) Tradescantia die opgeregt is en gladbla- r. 1
dig 3 met getrapte Bloemen. Tia’v ir ’iniana.
Deeze is in de Bloemtuinen niet onbekend, vAgini-
maakende een Plant uit van gladde Biesachtige C
Wortelbladen, tusfchen welken Stengen voortkomen,
die korter zyn, met tropjes van Bloemen
, die uit drie rondachtige Bloemblaadjes
beltaan. De Bloem valt grooter of kleiner en
van
( i) Traieieantia erefta Izvfs , Floribus congeftis. Sy/1.
Nat. XI'. Gen- 3 94* P- 23 3. Zeg. XIII. Gen. 398. p. 260.
H. Clip. 127. Ups. 73. R. Lugib. 37. GOöAN Mensp. 162.
RüPP. Jen. 4*. Gron. Zirg. 36 , 49. Ephemerum Virgtnia-
num, Flore coeruleo rainori. Toobnf. In ft. 368. Eph. Pha-
langoides rripetalum &c. Moris. Hift. UI. p. 606. S. i j .
T. 2. f. 4. Allium five Moly Virgimanum. C. B. Pin. joS.
I I . DEIL. V I I I . STUK,
)