IV.
Afd e e l ,
VI.
Hoofdstu
k .
'I’vjitwyin.
$
Cauealis
iatifoüa.
Breedbladig.
IV.
Mauritaniea,
Barbarifdj.
maar dubbeld gevind , doch hebben de Vinnetjes
diep verdeeld in Liniaaie Slippen, wyd van
elkander. Derhalve noemt C o l umn a ze, de
Derde Smalbladige paarfche Stekelvrugt. Volgens
G e r a r d behoort hier de Breedvrugtige
Cauealis van den Ridder.
(3 ) Doornzaad met de algemene Kroon drie-
deelig, de byzondere Kroontjes vyfzaadig;
Vinblaadjee Zaagt andig.
Hier worden de Breedbladige Akker - Klisfen
van G. B a u h iw u s , Lappula Cdnaria by zyn
Broeder geheten, t’huis gebragt. Z y waren te
vooren tot het Tordylium betrokken geweest. De
Groeiplaats is op de Akkers, in Vrankryk, Italië
en ,in ’t Ooften, onder ’t Koorn, De Bladen
zyn hier maar enkeld gevind , met Zaagswys’
getande Blaadjes aan een gemeenen Bladfteel,
die ruuwis,zo wel als de Stengen en het Loof. •
• C4) Doornzaad met het algemeene Omwindzel
eenbladig, de byzon dee driebladig.
Dee-
(3) Cauealis UmbellR uni ver fait trifida Sec. H. CHf. 91.
Mant. 3jo. Cauc. Invol. & Involiicellis pentaphyllis, Fol.
pinnatis. Gek, Prov. 237- Cauc. Arv. Echinata Jatifolia. C.
B. Pin. ij2 . Lappula Canaria Jatifolia. J. B, Hip. I. p. 81.
Tordylium latifolium, Sp, Plant. 345.
(4) Cauealis Involucto univerfali &e. Moehb, Eph. Nat,
Cur. 1742. Vol. VI. p. 401. Cauc. Mauritanica vulgair fimi»
lis fed Semiiie majoie. Walth. Hort. 127.