Af ^*el Si ^ ^en een ^ arne» ^'e ZGer veet Smaak Sb
vi. ’ »» Peterfelie hadt, en een hartelyk Ontbyt van
H oofd- ,, jonge Bladen van Dolle Kervel in plaats van
stuk. ^ dien deedt. De misflag werdt wel dra ont-
vig™ e™y~ 39 dekt en men liet haar een Pintje beften
„ Franfchen Brandewyn, ineens, opdrinken; ’t
„ welk haar in ’t minst niet aandeedt en zy hadt
„ ook’ geen nadeel van het Kruid” (*). Derge-
lyke Verhaalen vindt men meer, die dikwils on-
geloofbaar en niet gemakkelyk te ontknoopen
zyn, welk Soort van Dolle Kervel ’er bedoeld
worde, en hier uit kan hetontftaan, dat men
zo geweldige uitwerkingen van deze Scheerling
door fommigen geboekftaafd vindt ( f ) .
Dit blykt inzonderheid uit de volgende Historie
, welke men op rekening van de Tuin-
Scheerling gezet heeft. De Heer R i v i e r e
gaf, den 24 Mcy des Jaars 1708, aan de Ko-
ninglyke Sociëteit der Weetenfchappen van Lan-
. guedok, te Montpellier, berigt van een droevig
Gev a l, te Servian , in het Stigt van Beziers,
gebeurd. Een Meisje van agt o f negen Jaaren,
de Kost zullende klaar maaken voor het Huisgezin,
van Vader, Moeder en vy f Kinderen,
nam een hand vol van dit Onkruid, ’t welk zy
niet kende, en, hetzelve fyn gelheeden hebbende
, bakte zy het in een Eijerkoek met
Kruim
(*) SHORT Medicina Brittannica. p. 136.
f t ) V id e H a l l e r u .m , lo c o c i t a t o . I t em W e p e ï RUM- p .
4 0 & c .
Kruim van Brood. De Ouders, van ’ t werk ko- lV-
mende , aten daar van met al hun Kinderen ,
zonder dat het hun kwaalyk fmaakte. Des an- Hoofd-
derendaags waren zy altemaal ziek. Den volgen.STtJK*
den ftierf een Meisje van zeven o f agt Jaaren, Di& n,a*
’t welk door den Vader, die omtrent vyfenveertig
Jaaren oud was, met zwaare Hoofdpyn en
Slaapzugt bevangen geweest, maar éénen Dag
overleefd werdt. Een Dag daar aan ftierf een
Meisje van zestien of agttien Jaaren, ’t welk
zeer onruftig was geweest, hebbende ook Pyn
in ’t Hoofd gehad , met Braaking en Koorts,
gelyk de anderen. In ’t Lykvandeu Vader vondt
men een zwartachtig Vogt in de Maag: de L e ver
was hard en geelachtig : de Milt Loodkleurig
: de Mond van binnen zwart. De Moeder
en de drie overige Kinderen , waar van zy 't
jongfte zoogde, hadden dergelyke Toevallen,
doch ftierven niet: misfchien om dat zy minder
van den Koek gegeten en vervolgens Triakel
met Brandewyn gebruikt hadden : ’t welk als
een Tegengift onder ’t Landvolk berugt is ia
die Landen (*),
C o R i A N o R ü M. Koriander*
De Kenmerken , hier van, zyn een geftraalde
Bloem , met ingeboogene uitgerande Blaadjes
; het algemeene Omwindzel eenbladig , de
by-
Hiß. de la Societé R. de Mentpellier. Tom. I. p. 170,
L 3