IV.
Afdeel.
xii.
Hoofdstuk.
f JDriewy-
Vige.
Duitfchland , by Weenen en elders , komt zy
inderdaad op Krytheu velen v o o r , en volgens
R a y is zy gemeen op Krytige Akkeren.
Men twyfelt n ie t , o f dit Kruid is de Reféda
van P l i n i u s , vermaard wegens eene byge-
loovige Geneezing der Ziekten en daar van den
naam hebbende. Z y diende inzonderheid totop-
losfing van Gezwellen om die te doen verflaan ,
en hier van heb ik dan ook den Nederduitfchen
Geflagtnaam ontleend. De Duitfchers noemen
deeze Soort Harnkraut. In ’t Engelfeh noemt
men ze Bafe Rocket of Laage Rakette, zynde
de naam van dat Kruid, wegens eenige fcherp-
heid, daar aan gegeven. H a l l e r , nogthans,
z e g t , dat het een Moesachtigen Smaak heeft,
byna als, die van Kool. De Smaak kan naar den
Landaart verfchillen. Ook zou de fcherpheid
meest in de Wortel huis veilen , volgens J.
B a u h i n u s .
Het is klein van Gewas , brengende dunne
hurkende Stengctjes voort , waar aan Bladen
die meest Golfachtig fyn verdeeld zyn in gepaarde
Vinnetjes , en deeze zelf zyn by den
Wortel ook gefmaldeeld. De Bloemen , die
bleek geel van Kleur zyn , maaken taamelyk
dikke ongebladerde Aairen uit. De Bloem en ’t
Zaadhuisje vindt men by T o u r n e f o k t taamelyk
afgebeeld. ’t Getal der Meeldraadjes loopt
tot twintig toe.
(10) Neer-
(10 ) Neerzet met geheele en driekwabbige Bladen,
zesdeelige zeer groote Kelken. Xn.
Hoofd-
Op dergelyke plaatfen en by de voorgaande, stuk.
jp de Zuidelyke deelen van Europa, komt dee- ^
ze voor, die kleiner is en de onder Re Bladen, phyteuma.
ja fomtyds ook de hovende, on verdeeld^ heeft, Klein-
omtrent vier Duimen lang, zynde de Stengen
ongevaar een Voet hoog. Phyteuma werdt zy te
Montpellier genoemd, volgens J. B a u h i n u s .
De Bloemen zyn wi t , de Zaadhuisjes een half
Duim lang.
( 1 1 ) Neerzet met geheele en driekwabbige Bla-
den, de Kelken korter dan de Bloem. nea
’ Middel-
De Groeiplaats van deeze, die voor ’t overi-landfch'
ge van de voorgaande weinig verfchilt, is , volgens
L i n n a iu s , in Paleftina.
(12) Neerzet met geheele en driekwabbige Bla- 0^ ' ta.
den, de Kelken zo groot als de Bloemen.
De
(10) Refeda Fol. integris trilobisepa, Calycibus fexpatttis
«rximis. H. Cliff. 4lz. Ups. ijo . PALIB. Paris. 159•
fu^db. 4*3. N. 4- Refeda minor vulgairs. TOORNT. In/}.
423. Refedrc affiiïis Phyteuma. C. H. Pm. 100. Prodr. 42.
Ic. Erucago Apula tiifida quinquefoiiu. COL. Ecpbr. 267.
T. 269. fl. Res. min. vuig. Fol. minus incifq, y . Fol. integris.
T oornt. /«/?• Phyteuma. |. B. WH. KI. p- i%6. Fig.
( 1 1 ) Refeda Fol. integris trilobisque &c. Mant. 5«4-
(12) Refeda F o l . in t e g r i s &c, MiLL. Dief. T. 217. Refeda
F o l . in t e g r i s , F io r . o ó o r a r i s . HALL. Geelt. 9 5 . Z lN N .
Geett. 123. FABR. Helmjl. 202,
ii. DEEL. VUL STOS.