IV. zo het Sap der Bladen ziltig i s ; ja men wi l , dat
vu. ’ het Merg derzelven en der Stengen, in Arae-
Hoofd- rika , gekookt zynde gegeten worde , zynde
stu k . (jus zeer aangenaam van Smaak. Ook voegt men
vitf.enWy' ‘ér b y , dat het Sap van den Wortel, doorkoo-
king verdikt zynde , Suiker uitlevere, en door
Gilling Wyn worde, doch die zo llerk is , dat
zy niet dan voor de Wilden drinkbaar geacht
worde; flaande de Europeaanen , die ’er niet
gewoon aan zyn , aanHonds in ’c Hoofd. Men
kan ’er dan ook Azyn van maaken, gelyk ligt is
te begrypen. De Amerikaanen zouden zelfs door
den heeten Damp, der gekookte o f op ’t Vuur gebraden
Bladen, zulk een Zweet weeten te verwekken
j dat de Venus - Ziekte ’er door genezen wer-
de; zo C n u s i u s verhaalt. Hy hadteen Netje
, van de Bladvezelen door de Zuster van zyn
Hospes gemaakt, te Valence gezien, en gehoord
dat men te MadritHembden, daarvan vervaar«
digd, te koop hield (*).
Men kan dus te regt zeggen, dat deeze Soort
van Aloë den Wilden, in Amerika en de West-
indiën , Voedzel en Dekzel en allerley Levensbehoeften
uitlevert. De Stengen , die zo dik
als Sparren o f Juffers zyn, dienen tot fchooring
der Daken en de drooge Bladen tot Dakpannen
o f Schindels: terwyl de Vezels of Draaden gebruikt
worden , om het een met het andere te
verbinden, en de Doorens aan ’t end zelfs dienen
kunnen tot Spykers en Nagelen.
(a_) Boom«
( * j R at. Stirp. Hisp. p. 441.44«. ff f
(2 ) Boom - Aloë met getande Bladen, de Meel- IV.
draadjes niet langer dan de Bloem. afdeel .
vu.
Dit is de Kleine Amerikaanfche Aloë van
t 1 n g , welke fommigen ten onregte met de n *
voorgaande Groote verward hebben. Z y was A£av‘
alhier weggeraakt , doch werdt, met den aan- veeitedt
vang déezer Eeuw , aan den Hortus Medicusge'
weder bezorgd door den Burgermeefter H dd-
i >e ; zo C omme l y n verhaalt. Men onder-
fcheidt ze door de kortheid der Meeldraadjes,
die in de andere veel langer dan de Bloem zyn ,
genoegzaam. De Bladen zyn zelden meer dan
twee Voeten lang en in ’t midden ruim een
half Voet breed. De Steng , welke zy hier in
de Hortus uitgaf, was ruim tien Voeten hoog ( * ) ,
en droeg aan den top wel een Kroon van veele
geelachtig groene , opftaande Bloemen, in figuur
naar die van de Groote Aloë gelykende ,
doch de onderfte Takken waren met veele A f-
zetzels o f jonge Planten beladen: ja , dat verwonder!
yk i s , de overigen bragten zelfs, na
het
( i ) Agave F o l . d e n t a t i s , S ta r a in ib u s C o r o l la m a q u a m ib u s .
Aloë Americana polygona. Comm. Pr&l. 6$. T. i f . Aloë
Americana. Rumph. Am». V. p. 273. T. 54.
(*) Hier uit blykc , dat zelfs de vermaarde Riecer, in
Zyne Introduith ad notitiam Rerum Naturalium &c. de Groote
met de Kleine verward heeft, zeggende, dat uit het midden
det Bladen een Steng komt, van dikte als een Arm en
van hoogte als een kleine Piek: want in ’t eerst belchryft hy
de Bladen als vyf of zes Voeren lang. Zie bladz. 4 3 1 ,4 3 1 .
Aa 3