IV. overal in -c wilde, zo Wel als in de Tuinen,
A rtiïïvT •
jX> * ziet voortkomen. Men noemt het gemeenlyb
H oofd- Gehoornde geele W ederick, wegens de overeen-
s tu k . komst der Geftalte met dat Kruid en om dat de
v;SetittWy' Zaadhuisjes zigals Hoorntjes vertoonen. ’t Schynt
het Virginifche Bilfenkruid te zyn van A l p i -
n u s. D e Afbeeldingen, evenwel, die men ’er
van heeft, voldoen,myns oordeels, weinig aan
de natuur.
Het Kruid, dat in het tweede Jaar eerst bloeit
en dan ve rgaat, heeft de Wortelbladen onge-
vaar een half Voet o f langer en een Duim breed.
D e Steng , die het fch ie t, bereikt dikwils v y f
o f zes Voeten hoogte, en verdeelt zig in vee-
le Takken , die insgelyks met dergelyke doch
kleinere Bladen bezpt zyn , welke een witte
middelrib hebben , zynde z a g t, groen en Sappig
, aan de kanten naauwlyks uitgegulpt; doch
de onderfte Bladen vindt men dieper ingefnee-
dep. Uit de Oxels der Bladen komen Bloem»
fteelen yoort, met groote vierbladige geele Bloemen,
die tegen den Avon lopen .gaan, en dan
een zeer lieflyken Geur vcrfpreiden. Den volgenden
morgen verflenzen die Bloemen , en
tegen den avond komen anderen te voorfchyn:
’t welk een goed deel van den Zomer duurt.
( a j Önagra met Eyrond ■ Lancetvormige vlakke
Bladen en eene effene weinig gehaairde
Steng. Dee-
(2) Üenothtra Fol. ovato * Lanccolatis planis &c. Qenoth.
J o b
IT .
Oenothen1
yartiflora.
K l e in b l c e -
H iig e .
Deeze zou, volgens de bepaaling, dc Steng .
minder ruig hebben dan de voorgaande; hoewel x.
M i l l e r die flekelig noemt. Z y is rood, ruuw Hoofd-
en met Haairen befprengd, volgens den Ridder.
De Bladen zyn eenigermaate, als met Tandjes, 0<a.
uitgegulpt en zo zagt niet. De Kelk heeft zyn
Pypje viermaal zo kort en beneden de Punt met
een Tandje. De Bloemblaadjes zyn de helft
kleiner. De Vrugt is met een agtdeeligen, niet
vierdeeligen Stempel, gelyk in de voorgaande,
gekroond en de Zaadhuisjes vierkleppig.. Voorts
gelykt die Kruid , dat mede in Noord-Amerika
groeit, naar dezelve zeer.
frD Onaera met Lancetvormige vlakke Bladen: ïJfr
j i • j i Oenoiherti de Steng paarfcnacntig en gedoomd. murkata.
G e d o o m -
Deeze gelykt naar de voorgaande zegt d ede-
Ridder , maar heeft de Vrugt van boven niet
agtdeelig : de Steng is met roode Stippen befprengd
; de Groeiplaats in Kanada, .
(4) Onagra met fyn getande Bladen, enfolde Io^ ora
Haairige Stengen en afftandige twee kwab- Langbioe»
bige Bloemblaadjes. nuse’
In
Fol. Lane. Caps. Ventr. corrcis. ZiNM. Goett. 199. Oenothera
Fol. Lane. dent. Ccule hispido. Mil l . Ic. 189. f. 1.
{ 3) Oenothera Fol. Lanceolatis planis &c. Syst. Nat.
XIII. •
(+) Oenothera Fol. demiculatis, Caulibus fiinpl. Filofis,
Fetalis diltamibus bilobis. Mam. 217. Eo 4,