IV. Onder de Tweewyvigen veert het eenigfle
Geflagt den naam van
H o o f d - t
STUK* «*-* I M E U M»
^Twrewy- ^ een vyfbladigen Kelk en Vyf egaale
Bloemblaadjes: het Zaadhuisje is rond met
twee holligheden.
i. De eenigfle Soort ( i ) , van de Kaap afkom-
/ifruónum.ftig, heeft de geftalte van de Corrigiola of Te»
K a a p k h . iephjurn , zegt de Ridder. De Stengen zyn flap ,
leggende , hoekig , naakt ; een Span lang : de
Blaadjes overhoeks, ver van elkander, Lancetvormig
Liniaal, klein ,naauwlyks gefteeld. Aan
’t end komen famengeftelde naakte Bloemtrosjes
voort, die vry lang gefteeld zyn.
In ’t Jaar 1766 is aan den Hoogleer B ur-
MANt f u s een Takje overgezonden, dat de
Blaadjes langwerpig Eyrond en de Steng regt-
* opftaande heeft, de Trosjes niet zo lang gefteeld,
fchynende van het voorgaande te verfchillen.
Een laag Limeum, met Eyronde Bladen, vohde
de Heer F oRSKAOHL b y Lohaja in Arabie.
Dit hadt leggende Stengetjes : de Kelk was
naauwlyks gekield,met fpitfeBloemblaadjes(*),
De Driewyvigen leverden in deezeKlasfegeen
Geflagt u i t , des ik het hier nevens op Plaat
XLVI I I , in Fig. 1 , afgebeeldé Japanfche Kruid
heb
( 1 ) L im s u m . Syfl. K it . X l t . G e n . 4 s u p . s 59- Veg. X I I I .
^63. p. 291. B PM. Prodr. Fl. Cup. p. t l.
( * j Flor. ypt. A r ai. p. 79.
*r Per: