IV. (10) Anjelier met byna eenzaame Bloemen ,
A fd e e l , v ie r Lancetvormige korte Kelkfchubben en
H oofd- gekartelde Bloemblaadjes.
STUK.
X. D eeze is een inboorling van Groot Brittannie;
gUMiis% ten minfte was zy aldaar op Heuvelen groeijen-
z e e g r o e n e ,gevonden. Het Plantje groeit omtrent een
Voet hoog , met breedachtige fpitfe Bladen, en
draagt op ’t end der Takken middelmaatige Au-
jelierachtige Bloemen.
chifljis (tO Anjelier met eenzaame Bloemen, de Kelk-
chinee- fchubben Elsvormig , uitgebreid, zo lang
als ’t Pypje ; de Bloemblaadjes gekarteld.
I uiige deelen van Vrankryk , la mignonette ge- IV.'
i heten. Men heeft ’er aanmerkelyke Verfchei- Akdeel.
■ denheden van , ten opzigt van de Kleur. De Hoofd-
l meetten zyn enkeld, en van onderen vuil wit, STUK*
| naar ’t groene trekkende ; doch men vindt ’er
I die half dubbeld zyn of met twee ryën van
I Blaadjes , onder de zelfde verfcheidenheid van
I Kleuren , veekl Rings- of Kroonswyze elkan-
| der vervangende {*.).
(12) Anjelier met eenzaame Bloemen, deKelk• xn.
fchubben Elsvormig van langte als het mnfpeiï-
Pypje ; de Bloemblaadjes veeldeelig , de ac^ nX el_
Steng regtopjlaande. lieifc.
Chineefche leggende Anjelier , met Violier-
Bladen en een eenige Bloem , heet deeze by
T o u r n e f o r t , die ’er de Afbeelding en be.
fchryving van geeft, in de Verhandelingen der
Koninglyke Akademie van Parys. Zy was aldaar
uit Zaad geteeld in het voorde deezer Eeuw.
Men kweektze ook in de Tuinen te Batavia als
een zeer fierlyk Bloemgewas, dat jaarlyks moet
gezaaid worden. Het wordt deswegen, in fommigè
(10) Dianthas Flor. fubfolitariis , Squamis CU. Lanceo-
latis quateinis brevibus, Corollis crenatis. H. Ciiff. j64. Ups.
104. Tunica Ramofïor, Flore candido cum Corolld purpurea.
Di l l . Eltb. 4°o- T. 198. f. 348.
( i t ) Dianthas Flor. folirariis, Squam. Calyc. Sec. H. Cliff.
164. Ups. 104. R, Lugdb. 443. Caryoph. Sinens. fupinus.
Leucoiji folio, Flore unico. Tournf. Mem..is 170;. p. 348.
f. j . Mil l - U. 8i. f. 2.
Deeze, hoewel by Montpellier en Verona in
Italië groeijende, volgens geachte Autbeuren, is
door den Heer G o u a n niet opgetekend. Zy
heeft de Steng een Voethoog, de Bladen Grasachtig
en groen, niet blaauwachtig of Zee - groen.
De Bloemblaadjes zyn diep ingefneeden, gelyk
in de volgende.
(13) Anjelier met eenzaame Bloemen, de Kelk- xirr.
fchubben byna Eyrond en zeer kort : de Gephluu-
Bloemen veeldeelig en in de Keel ruigachtig•<le-
Op
(*) Zie eenige Verfcheidenheden daar van, in W E 1 N-
MANNS Kruidboek, Plaat N. 329.
(i2j Dianthas Flor. folit. Squamis Calycinis Subttlatis&c.
Annen. Acad. IV. p. 313.
(13) Dianthas Flor. folit. Squamis Calycinis fubovati*
brcv. Scc. H. Ups. Fl. Suec. Go VAN /Homp. 214- Car. Feta
»