yy. in Italië en op Sicilië is de Groeiplaats vaa
Afdeel. (jeeze 3 die jlllerhmgjle Lymerige Lychnis, met
H oofd* Mosachtige Bloemen, geheten wordt van Cupa-
s tu k . nüs. Uit de Wortelbladen gaf zy een Steng
n rifiv y - van twee Y octen en fomtyds hoogcr, doch in
*t geheel niet Lymerig, volgens D in t eniu^
wie* deeze Soort door den beroemden Boer.
paave was toegezonden. Zy bloeit niet dan
's avonds of by nagt,
( ix J Blaaskelk met half tweedeelige Bloemblaadjes
, een gegaffelde Pluim; de Steng
en Bladen Fluweelachtig; de Wortelbladt%
Spatelvormig.
Deeze groeit aan de Zeekust van Italië, by»
na Heefierachtig, met Stengetjes van een Voet
hoog en beeft de Bladen altemaal zeer zagt,
door eene Fluweelachtige Wolligheid, zo wel
als de Kelken.
(m) Blaaskelk met tweehuizige Bloemen en on-.
ppiiepeiig. verdeelde Liniaale Blaadjes.
In Duitfchland , Spanje , Vrankryk, Enge-
vy‘ „■ . ■■■• :,«> „.1, land
( jt) Cucubietus Pet. (êmihifrdis &c. Lychnismaritimapul-
yerulenta , Fol. Catnofo. Toübnf. lnft. 33?.
(12) Cucubalus Flpribus dioicis, Pet3lis linearibns indivi-
fls. H. Clip. 272. R. Lugdb. 44J. Osb: I)an. gig. Lyeta*
yiscofa , Fl- Muscofo. C. B . Fin. 206. Lychn. fylv. Sefainoi-
des minor. Ment?.. Pag. T. 1. f. 2. Sefamoides magn. Sa-
lamanticum. Cixs- Hifi. 1. p. 295. Hisp. Ic, 345. GOUAN
lifctiSp. 215. GER. Prcv.913.
xr. Cucubalus
moll'nfi' ,
mus.
Zeer zagt«;
land cn Siberie, groeit deeze, die het Groote IV.
Sefamoides van Salamanca, by C l u s i u s , uit-AF°EEL*
piaakt. Sommigen noemden het dus in Spanje. Hoofd.
Het groeide in een SteeDige dorre Grond, zoSTUK»
wel aldaar als in Languedok en de Zuidelyke ^gynta,
deelen van Provence. Uit den Wortel bragt
bet regtopftaande Knoopige Stengen voort van
een Voet lang, om laag met Bladen byna als
die van den Olyfboom bezet \ boven geaaird
met Mosachtige Bloempjes, wier Kelken, uitzwellende
, het Zaad inhielden. De Wortel was
ta am e ly k lang en dik , wit van Kleur en bleef
over. ’t Geheele Gewas hadt een bitteren Smaak.
Men kweekt het ook in onze Kruidhoven. Het
draagt Tweeflagtige en enkel Vrouwelyke Bloemen.
T a b e r n j e m o n t a n u s heeft het, we.
gens de figuur der Bladen, Oorlepel - Kruid
getyteld.
(13) Blaaskelk met overhoeks geaairde, eenzy- xm.
dige , hyna ongefteelde Bloemen, enflaauw^fff
byna tweedeelige Bloemblaadjes. omgeboo-
De omgeboogen Aair maakt deeze Soort zeer
zonderling. By den Wortel hééft zy Blaadjes
als der Madelieven en geeft Stengetjes uit van
ruim
(13) Cucubalus Flor. fpicatis , alterirs fecundis fubfesfili-
bus 8cc. GOUAN Monsp. 215- Lychnis fylv. alba Spicä re*
flexL Magn. Monsp. T. p. 170. RAJ. Hifi. 99$. N. 12.
Lychnis Meridionalium annna hirfuta , Fior. uno verfu dL»
pofitis. MOR IS. Hifi. II- P- *44* Pp 5