IV. fchyot te zyn tusfcheD dit en ’ t volgende Ge-
Afdeel, ^ ajs yan beiden verfchillende.
H oofd* _ .
s t u k . ( d ) Onagra met | Lancetvormige gegolfde
vi. Bladen.
Oenothera
Deeze , in ’t Land omftreeks Buenos Ayres
groeijende , was uit Zaad , dat men van daar
bekomen hadt, inde El thamfche Tuin geteeld,
en is in Afbeelding gebragt door D i l l e n i u s .
Hier is een afvallend Steeltje onder de Bloem,
gelyb in de gewoone Onagra; ’ t welk de voor-,
gaande Soort niet heeft, ’t Geheele Gewas is
digt bekleed met eene zagte Haairigheid (■ *).
Men vind het ook afgebeeld door Pater F eu-
ie,l e e , die hetzelve, Mithou genaamd, in ’t
Ryk van Chili gevonden hadt, hebbende een
Steng van drie Voeten hoogte. De Bladen werden
’er , als een heilzaam Middel, op Kwet-
zuuren en Kneuzingen gelegd. In Virginie, alwaar
het ook g ro e it, gebruikt men, volgens
C l a y t o n , de Bladen zeer veel als een Wondmiddel.
( 7) Onafs)
Oenothera Fol. Lanceolatis undulatis. H. Ciïff. 33. R-
Lugdb. 2$I. GOUAN Monsp. ip i. H. Ups. 144- GRON. V'trg.
j8. Onagra Bonarienfis villofa , Flore mutabili. Dil l . Eltb.
297. T. 219. f. 286. Onagra Salicis angufto, dentatoque folio.
FEUILL. Peruv. III. p. 48. T. 36.
(*) Op deeze merkt Dillenius aan , dat dit Kruid de
Oenothera o f Onagra det Ouden niet kan zyn , om dat alle
Soorten een Amenkaanfrhen oirfprong hebben. Ik kan. niet
denken , dat myne Oostindifchcn aldaar uit VVestind*fch Zaad
voertgeteeld zouden zyn.
f-,\ Onagra die ruig is , met de Bladen van IV.
, , j A fd e e l . boven glad.
H oofd-'
Ook deeze komt in Zuid-Amerika voor , jtuk.
zvnde door Pater P l um i e r aldaar waargeno- vu.
men. ’t Gewas is Heelterachtig, zeer ruig,
Bladen naar die van den Oleander gelykende. “-“‘ge-
(8) Onagra met Tandig uitgehoekte Bladen , ^lllata.
de Steng knikkende getopt. uitgehoek-
Dit Jaarlykfch Virginifch Kruid, door P l u r
e n e t in Afbeelding gebragt, is ook in de
üpfalfche Tuin geteeld. Het hadt de Steng een
Voet hoog, regtopftaande, met overhoekfe ongedeelde
Bladen als boven , en Bloemen in de
Oxelen, die zeer Haairig waren, hebbende een
fpitfen Kelk op een Steeltje, boven het Vrugt-
beginzel, dat een vierhoekig Zaadhuisje wierdt,
met uitgerande Kwabben van boven en vierklep-
pig. Het heeft vier Bloemblaadjes, zo lang als
de Kelk. By nagt flaapt het, zegt de Ridder,
met de boventte Bladen uitgehold (*).
Cs>) Ona-
(7) Oenothera hirra Fol. fupta glabris. Oenoth. asfurgens
hirfuta. Brown. Jam. 208 ! Onagra Frut & hitfuta.
Nerii folio , Fl. magno luteo. Plum. Sp. 7. lc. 174. f. 2..
( 8) Oenothera Fol. dentaro - finuaris fee. Mant. 21%.
jLyfirmdiia Corniculata maritima &c. Plu k . Alm. 235. T.
*03, f. 3.
( * ) D o r tn i t n o & fu , F o l i i s fu p s r io r ib u s e x c a v a t i s . Mant.
« 2 8 .