IV* (je Steenige plaatfen voortkomende , verfcbilt
^FInfL door zyne rondachtige Blaadjes, als die van
H oofd- Bafilicum , van de anderen. Hierom wordt het
STÜK* ook Ocymoides geheten , of kruipende met de
Tue'wy- g|a(jen van Varkensgras, by L obe l , en klein
Zeepkruid by J. B a u h i n u s.
vu. (7) Zeepkruid met Rolronde ruige Kelken en
Cr ntalis een gaffelde, opllaande, uitgebreide Steng.
ievamch. ^ Levant is deeze door T o u r n e f o r t
ontdekt , die van de voorgaande weinig ver-
fchilt, doch de Blaadjes fmaller heeft, en de
Vrugtkelken Eyrond , met verhevene Haair-
draagende Stippen; de Bloemblaadjes fpits uitgerand
, zonder Kroontje. Het groeit een Handbreed
of een Span hoog.
vin. (8) Zeepkruid met Spilronde Kelken en Bloeeeeu"
men , die een Kroontje hebben, in Kroontjes
vergaard, met byna Liniaale gejleuf-
de Bladen»
Op
(y) Saponaria Cal. Cylindr. villofis &c. H. Ups. tos. N.
f z . R. Lagdh. 445. N. 7. Lychnis Oriënt, annua fupina 8cc.
TOuaNF. Cor. 25. BiLL. Elth. 205. T. 187. f. 204.
(8J Saponaria Calyc. tereribus , Cotollis Coronatls &c.
Lychnis Flor. urabellatis Sec. Al l . Pedem. z9. T. j . f. 2.
Globulaiia lutea montana. COL. Ecphr. X. p. ij2 . T. in-
Bellis montana globofo luteo flore. C. B. Pin. 262. Lychnis
lutea montana &c. BARR. U. 4 9 ». Lychn. rubra Globulari*
capitulo. BOCC. Mus. II. p. 7$. T. 62. f. 1. Silene Flot. i#
Gapitulum congeftis? HALL* Udv. 376. T. 7.
Op de Gebergten van Piemont, en in ande- IV.
re deelen van Italië, groeit dit zonderlinge Kruid-
je, dat een Hoofdje, byna, als de Madelieven H oofd-
heeft, met geele Bloemen, zynde de bovenfte STUK‘
Bladen, inzonderheid de Kelken, ruig*
D i a n t h u s . Anjelier.
Een Rolronde , eenbladige Kelk, van onderen
met vier Schubben ; vyf genagelde Bloemblaadjes
en een Cylindrifch eenhokkig Zaadhuisje,
maaken de byzondere Kenmerken van dit
Geflagt; *t welk twintig Soorten bevat, waar
van de drie laatften , als Heefterachtig, te voo-
ren reeds befchreeven zyn ( * ) ,de overigen hier
volgen. Zy zyn in drie Rangen onderfcheiden,
caamelyk
* Met vergaarde Bloemen.
(1) Anjelier met Tropswys' vergaarde Bloe- j.
men ; de Kelkfchubben Eyrond - Elsvor - \aXltus.
mig, zo lang als het Pypie; de Bladen Duizend-
Lancetvormig.
Dit is de Duizendfchoon der Hoven , die in
de
(*) Bladz. 107, enz. in bet V. Stok.
(1) Dianthus Flor. aggregatis fasciculatis Sec. Syfi. Nat.
III. Gen. jSo. p. 307. Ueg. XIII. Gen. 5<Sj. p. 34*. H. Cliff.
>6j. Ups. ioj , ioA. R. Lugdh. 444. GoUAN Msnsp. i i j .
Catyophy'lus Hottenfis barbatus latifohas. C. B. Pin. 2og.Thyr-
fis. Renealm. Sp. 47. /S. Caryoph. barb. Hort. anguftifolius»
C. B. Pin. 209. Armerius Flos alter. Doo. PstHpt. 176 . AStSS-
ria altera, lob. lc. 443.
Oo s '