A fdeel.
v i .
H oofd*
STUK.
Drievoyv>&
e>
in Languedok en Provence. By den naara van
Polygonifolia is ’er een Geflagt van gemaakt door
D i L L ENi o s , en dus befchryft ook V a i l *
l a n t hetzelve , onder de Planten omftreeks
Parys.
Het is een Plantje, naauwlyks een Handbreed
hoog , dat zig met zyne Stengetjes en
Takjes, Riemswyze, langs den Grond uitfpreidt,
op wier Toppen de Blommetjes famengehoopt
zyn. De Blaadjes zyn langwerpig, Zeegroen,-
en klein. De Kelk is roodachtig bruin, doch de
Bloempjes beftaan uit vyf witte Blaadjes, waar
op een enkeld driekantig Zaad volgt
, P h a r n A c e u m. Muur-Spurrie.
P l in iü s z e g t , dat fommigen de Santorie
Pharmcéon noemden , naar eenen KoniDg: zo
dat dit een eigennaamig woord i s , op eenige
uitheemfche Planten toegepast.
’t Geflagt heeft een vyfbladigen Kelk , zonder
Bloemblaadjes, zynde het Zaadhuisje drie-
hokkig en veelzaadig. Het bevat thans zes Soorten,
als
Ci) Muur-
(*) Dit zegt Dilleni'Us duidelyk en Haller: doch Mo*
"RlSOlf gebruikr wooidelyk de bsfchryving van C. BAUHI-
NüS, die zegt, dat veel zeer kleine Zaadjes, als in het Dui«'
zendgrein , ie Kelkjes opvullen. VAIL LAKT Ipreekt ook van
eén Zaadje in ieder Xelk , en dewyl het Duizendgrein maan
efrizaadige Zaadhuisjes heeft, zo zal Ba u h x n j j s , met die
uitdrukking! niets anders gemeend hebben,
( i j Muur.Spurrie met byna gekroonde zyde- IV.'
lingfe Bloemjteeltjes , die zo lang zyn als Ar° “ L*
de Liniaale Blaadjes. . H oofd-
STUK.
Deeze Soort, by Roftock in Pommeren zeer r.
gemeen , groeit ook in Spanje, Rusland en inceumcêr'
Ooftindie. ’ t Is een Z a a y -G ew a s , dat
Kleine Muur, van gedaante als Walftroo, metge.
Zeegroene Bladen, by A M M a n genoemd vindt.
B d x b a ü m geeft ’er den naam aan van Aller-
kleinftepaarfche Spurrie. M i n u a r t i u s hadt
het Cerviana getyteld.
Uit een Houtig Worteltje komt een Roosje
van fmalle Blaadjes voort, die omtrent een half
Duim lang zyn , en uit deszelfs middelpunt ver-
febeide dunne ronde Stengetjes, die geel of
roodachtig zyn , glad en met Leedjes, byna een
half Voet lang , hebbende dergelyke Blaadjes ,
Kranswyze, als in het Walftroo, geplaatst. Z y
geeven Takjes uit en dunne naakte Bloemfteel-
tjes, die aan ’t end, Kroontjeswyze, in Steeltjes
verdeeld zyn , welke ieder op ’t end een
witachtig Bloempje draagen, welks Blaadjes de
Meeldraadjes en den Styl geheel bedekken. Het
Zaad*
(x) Pharnaeeum Peduncuüs fubumbellatls Sec. Syjt. Nat,
Gen. 37«. p. 220. Ptg. Klit. Gen. 379. p. 24*. Pharnaeeum
glabrum &c. Phil.Bot. p. 2J8. Cerviana. Minuart. Trichlis
pentaftemon. Hall. Gott. Alline pumila Gallii facie, Foliis
glaucis. Amm- Roti. 84. Alline Saxifraga ind. Oriënt. Sec.
Pluk. Mant. 9. t . u %. f. ix. Spergula purpurea minima,
trtfiCB. Cent. III. p. S). T. «2. f, 2.
f f t C eel vin» Stuk,