. ff» in ’t Gebergte gevonden werdt door den Heer
VL C l a y t o n , wegens de Wortelen Salzaparil,
H oofd- en een dergelyk , misfchien het zelfde, komt
stuk. Qp j ava voort ^ volgens den Ridder , die ’er
v%e. van z e g t : De Steng is zeer kort of ontbreekt
byna. Het heeft twee laDg gefteelde Bladen, die
uit v y f getande Vinbladen beftaan, en waar
tusfchen een ongebladerde Bloemfteng opfchiet,
welke driedeelig is o f drie Kroontjes draagt.
S t a t i c e. Strandkruid.
De Kelk is eenbladig, geheel, geplooid, rap*
p ig : de Bloem vyfbladig, in dit Geflagt en het
draagt een enkel Zaad; zynde het Vmgtbegin-
zel, in deKelkvervat, met v y f Styl en gekroond.
Agttien Soorten , meest Europifche, komen
’er in voor, als volgt.
. i. ( i ) Strandkruid met enkele Kopbloemige Sten-
jtrtuïi*. getj es en Liniaale Bladen.
Anjelieracktig.
Dit Kruid , dat men by ons gemeenlyk Zee-
Gras noemt, om dat het aan den Zeekant van
zelf
( ij Statiec Scapo fimplici Capitato. Syft. Nat. XII. Geit.
3*4. p. 2ZZ. Neg. XIII. Gen. 388. p. 24S. H. Clif. u j . R.
I.u%dh. 194. GoüAN Mtmsf. 147. Gbon. Nirg. ijo. Sec. Li-
monium aphyl'ocaulon Gtamin. globofum. Moa. Hifi. m .
p. tfoi. S. 15. T . i . f. 29. Carophyllus mont. major & minor.
C. B. Pin. 211. statice. Toubnf. In ft. 34i.Gramen polyan»
themum majus & minus. Don. Pempt. 354. ft, Statice Lufi-
tanica Scorzoneras folio. T o u B N jS . Inft. 341. J i c i f c , Hert.
zelf groeijende wordt gevonden, komt op der- Vf.'
gelyke plaatfen zeer overvloedig voor in Swee- Fy EEL*
den; gelyk by ons in Zeeland,op de Stranden;Hoofd-
doch het groeit niet minder op de Ooftenrykfe81,1^*
Gebergten, ja zelfs op die der Zuidelyke deden
van Europa,in Languedok en Provence, alwaar
men het le Gazon d'Efpagne of d'Olympenoemt:
waarlchynlyk om dat het aldaar, zo wel als hier
en elders, tot groene Paden of Terrasfen, o f
ook tot afperking der Bedden in de Tuinen ,
gebruikt wordt. Een Zandigen Zouten Grond
fchynt het voomaamelyk te beminnen, groei-
jênde dus ook aan den Ryn en Moefel op vog-
tige Velden , zelfs in Boheme en Silezie (*).
Eenige noemen ’t bloeijend Zee - Gras, om zyne
fraaije Blommetjes en dé naam van Berg - Anjelier
is ’er , wegens ’t gezegde , vry algemeen
door de Kruidkundigen aan gegeven ; tot dat het
door T o u rn e fo r t , in navolging van deHi-
ftorieder Planten van Lyons, Statice geheten,
en onder -dien naam in een byzonder Geflagt
geplaatst werdt. D odon.®us hadtbet, een-
voudiglyk, Veelblosmig Gras getyteld.
Het Kruid is door zyne Grasachtige fty ve Bladen
en Roozekleurige Blommetjes, in Hoofdjes
vergaard, zeer bekend; doch in de Tuinen gekweekt
(*) Men vindt het, volgens Linnatus , ook in Noord - Amerika,
doch by den Heet Grqnovi’os is thans niet deeze maar
de volgende Soort aangehaald. Vid. Fi. Nirg. Ed. 1742. p.