Dceze gelykt naar de Gemeene Caucalis, IV.
vólgens W a l t h e r ü s , maar heeft het Zaad yf21"
groöter. Z y groeit in Afrika en is door den Heer Hoofd-
M o e h r i n g , die haar in zyn Tuin geteeldSTUK*
hadt , omftandig befchreeven . maakende een
jaarlyks Gewas van omtrent twee Voeten hoog.
De Bladen zyn in drieën gedeeld en gevind, de
Vinnetjes fmal en diep Verdeeld hebbende.
Cs) Doornzaad met uitgefpreide Kroontjes: de CaJ;al!s
Finblaadjes van den tweeden rang fyn en OrientaUs,
fmal gefnipperd. Oeftwfch.
Hier wordt de Zeer hooge Orientaalfche Cau-
calis , met Êladén van Ferula, welke T oür-
n e f o r t in Klein Afie ontdekte, t’huis ge-
bragt. Z y was reeds Caucalis g^Roemd door
B e l o N, en in zyne Reisbefcfaryving afgebeeld.
M orison geeft daar van het Blad endeVrugt
onder den naam van Hooge Aleppifche met Bladen
als van de Ferula en witte Bloemen. De
Blommetjes zyn niet gedraald. De Zaaden hebben
uitfteekénde Borfteltjes , welke aan ’t end
Lymerig geklierd zyn.
(6) Doornzaad byna zonder algemeen Om« Vr.
wind-pfyyita»
M „ Dunbladig,
(5) Caucaas Umbellis patentibus &c. Mant. 331. Caiic.
Oriënt, altisfima folio Ferulae. TouRNE. Cor, 23. Cauc. pio-
cctiot Chalepenfis &c. Moris. Heft. III. p, 308, S. 9. T. 14.
f. s> Caucalis. Bell. h , Libr. 3. Cap. 49, T. 200.
( 6) Caucalis Involucro uniyerfali fubnuüo &c. Mant, 331.
Ger. Prov. 23«, Caucalis procnmbens. R iv . Pent, Eappula
C 5 ca, 1 II. Deel, vill. Stuk,