
 
        
         
		a f  met  o-root6°rondbezit  Dpe>|Zich  1   volksmeriigte ■  | ai,  mei  gioot  grondbezit.  De  hun  aangeboren  zm,  om  de  wapHenen ™  ten  kvroiejgresnfa meirlfiJepn  
 p li c h /t ie r   families’  ^an  ges!acht  oP  gelacht  over  en  werd  aldus  een  eigenaardige  
 S oppp  -   ,  Daar  Z1J  land  bezaten  en  slaven,  om  den  grond  te  bebouwen 
 hun  ie u -V  af  ^ d e V 9'01’ ),  ,da«®^ksch  bestaan  ontheven  en  konden  zij  zieh  van  
 a W h M M M   1   Op  deze  wijze  ontwikkelde  zieh  een  aan- 
 ” t i Ä " gr r , S j ä i g  ; t « r ü en  ” “n 
 dp  mtfLo  I S !  0I?   ü   bezii   van  nieuwe  gewesten  grootendeels  geeindigd  was  en  
 der  Aribrs  f M l   beter  bePaald  w e n f.o p e n b a aÄ e   zieh  bij  e S   groot gldeelte  
 te  b4ouwen  Aan  T - vl.eedzaam, h!!nt kudd.?“  te.beheeren  en  het  vruehtbare  land 
 enkele  lu S o e b ^ P n   tp  ieten  Z1J  bet  Saarne  over’  om  den  K°“ “ g  bij 
 zii  den  a d e f nTef  zii  ;  ■ voo/ ran«>  dle  daaraan werbenden  was,  benijdden 
 äI , , !   d  •  ? f  maar  m  staat  bleven,  vreedzaam  het  land  te bebouwen 
 n Y Ä   I  W  m  d6n  S   der  tijde,i  een  andere klasse, die der Vaigja s (d?i. volk-  
 wprl-dn ff  ok)nist®n)  een  klasse  van  landbouwers,  herders  en  niiverheid  of  hand-  
 eiken  beoefenende  personen.  De  Kshatria’s  zagen  w e lu it  de  hoo^te  od  deze  klasse 
 : »  t e ß ' Ä s  S B W j   d~ h  4« H H  « — m*nn+nDi f   Vaicjas  boven  alles.  Zij  waren  daar  van  elders  gekomen  en  een 
 ™rdttd  d-Vad  i1  n1 Keworden>  wier  grondbezit  den  eigen  arbeid  der  bezitters  
 vorderde  en  die  de:  kern  der  econonnsehe  arbeidende  bevolking  uitmaakten 
 Onder  deze  standen  stonden  npg  de  nakomelingen  der  donkerkleurige  oorspronke-  
 e f  w e ld T a k 3’p p   16 H   aIs  onderw0rpenen  of  slaven  onder  de Tnd“STeefden 
 aaapngSeauuiidd   Dv ee   nnaaaamml eSsruudderraaen  («SaogeHdrrea)t Sitsa nmd ebt esucibt ohaewt dS  awnesrkdreine,t   amfe kto mdesnti gn aaemn  i■s wa■ar-   
 boven  de s t endm  dendienstbaren stand bewaard bleef.  Doch 
 11_  anden  der  Kshatria s,  Vaicjas  en  Sudra’s  stond  in  geesteliik  oozicht  dp 
 f  sse  yan  hen,  die  zieh  met  de  behartiging  der  religieuse  belangen  bezighielden 
 hnuuiisspprrfieesstteerrss   ^des  0Komn1gs,   mMet  Idien  van  Brahmanen  verwisselden  Reeds  aan  de  
 Indus  hadden  enkele  priesters  den  naam„  dat  hun göffergebedef en  hymnen  een  
 bijzondere  kracht  en  werking  hadden.  Daardoor  verkregfn  deze  priestos  groot 
 AP  pplf’d 6n u  WSi  ln  *  an8’  van  den  geheelen  stam,  dat  deze heilige gezangen  
 en  gebeden  bewaard  en  voortgezet  werden.  Dit  geschiedde  het  zekerst  als  de  aan-  
 ™n  elken  stam  hun  wetenschap  aan  hun  zoonf of  leerlingen  
 ofienontscbä  ontstonden  priestergeslachten  en  priesterfamilien,  die  tot schoben  
 of genootschappen  vereemgd  werden,  de  gebeden,  aanroepingen  der goden en hvmnen 
 Aanvankehik  P   bun  be^ d I S H U i l E i  j   stam  een  eigen  pnestergeslacht,  doch  toen  na  een  langer 
 «i"'  f l f i P   stammen  m  vreedzaam  verkeer  met  elkander  in  aanraking  kwanfen 
 lp)eetrterKeivkinLg.r r ZZiieijn. gleeeerrddeenr  ddSep °hh eilrig6er   ^hym nteuns secnh elwi etdeen.'s■cphraipespteenrg  evsalna cehltkeann';deeerh   nena dzeoroe  
 werden  deze  gerneengoed  van  alle  priesters,  die  ze  dedenopschriivehom  ze  aldus 
 vprjcta  te  doen  bipven.  Bij  de  priesterfamilien  bleef  e v e nw e l^   tennis  van  de 
 verbinden  En  t o ^ J n n d f8d  ften  bewaard>  bä  hen  berustten  de  tradities,  daaraan  
 pp  toen  onder  de  vreedzame  toestanden  aan  de  Ganges  de  religie  meer 
 p   voorgrond  trad,  vervulde  dit  de  priesterfamilies  met' het  verheilend  besef  
 dat  zij  een  eigen,  hoogen  stand  uitmaakten,  aan  den  dienst  der  goden  gewiid  en  de  
 wilksnieening  sloot  zieh: hierbij  vanzelf  aan.  Zoo.  ontstond  d f  prieste7kaste  die  
 streng  was  afgescheiden. van  de  Kshatria’s  en  de  Vai?ja ’s  en  door  standshoogmoed  
 zieh  boven  dezen  wist  te  verheffen,  die  ontwikkeling, wetenschap en godsdienstkennis  
 als  hun  bijzondere  voorrechten  beschouwden.  Op  straat  en  op  de  markt  deden  de  
 pnesteis  zieh  reeds  kennen  door den snit en  de stof hunner kleeding  door den  staf van  
 bamboesnet,  door  den  heiligen, gprdel,;  die.  h en ; omsloot.  g’ 
 j .   ?   ,  hierboven  aangegeven.  wijze  ongeveer  ontwikkelde  zieh  in  de  landen  aan  
 dpzenVt   t  f   Oanges  een  mdeelmg  der  maatschappij  in  standen.  Toch  moeten  
 deze  met  met  de  latere  kästen  verwisseld  worden,  die,  zooals  wij  later  zien  zullen  
 hiernaast  bestonden  en  het  eigenlijke  afsluitende  -karakter  hidden  I L e n   d^ 
 I M i 1 
 TEMPEL  YAN  VISHNU  IN  DEN  VORM  VAN  EEN  WAGEN.