B . S o h e ü b e . Die Aino’s. (Hetzelfde tijdschrift).
Japanisches Familien- und Erbrecht. (Hetzelfde tijdschrift, 1889—’92).
L. ®USE' Streifzüge durch die Japanische ethische Litteratur der Gegenwart.
(Hetzelfde tijdschrift, 1889—’92),
Ka r l R athgem. Japans Volkswirthschaft und Staatshaushalt 1891.: (Staats- und
öocialwissenschaftliche Forschungen von G. Schmoller, X. 1891).
G. B o u sq u e t . .Le Japan de nos jours. Paris, 1877.
J. E x n e r . Japan, Skizzen von Land und Leuten. Leipzig, 1891.
R ip po l d . Wanderungen durch Japan, Jena, 1893.
A d am s . The history of Japan. London, 1874.
T a y u i . Commercial guide and trade directory of Japan. London, 1895.
B o l l ja h n . Japanisches Schulwesen. Berlin. 1896.
|P > W e r n ic k e . Japans wirthschaftliche Cultur-Entwicklung und sein Preisniveau
(Jahrbuch für Nationalökonomie. 1897),
{; Japan,^ its history, traditions and religions. London, 1880.
1 . O. A d am s . Geschichte von Japan, von den früheren Zeiten bis auf die Gegenwart.
Uebersetzt von E. Lehmann. Gotha, 1876.
A d o l f F isc h e r . Bilder aus Japan. Berlin, 1897.
S u t e t a T a k p sh im a . The Japanese Theatre. (In the far East, Tokyo, Sept. 1897).
H e rm a n n F e ig l . Die Entwicklung des Japanischen Theaters (Oesterreich. Monatschr.
fur den Orient, Jan. 1898).
L. d e H a r tog. Over de grondwet van Japan. (Verslagen en mededeelingen der Kon.
Akad. v. Wetensch. Amsterdam, 1893).
Mu r r a y ’s Handbook for Japan. By B. H. Chamberlain and W. B. Mason. London, 1895,
W. H e in e . Japan: Beiträge zur Kenntniss des Landes und seiner Bewohner. Leipzig 1873
J. B a tchelo r. The Aino of Japan. London, 1892.
H. vo n S ie bo l d . Ethnologische Studien über die Aino auf der Insel Yesso. Berlin, 1881.
H O O F D S T U K X X X V I I .
D E B E V O L K I N G V A N F O R M O S A .
Ten. oosten van China'ligt. het eiland Formosa, door de breede zeestraat van
Fokien of Formosa van het vasteland gescheiden. Het eiland rijst in het oosten op
vele plaatsen met 200 meter hooge rotsen steil dp uit den Oceaan, en daalt van
daar naar het westen af tot een vlakte, door enkele heuvelrijen doorsneden. Daardoor
draagt het oostelijk gedeelte een romantisch karakter, vol afwisseling van terreinen.
Formosa is een schoon land, met een aangenaam en vruehtbaar klimaat en een
oppervlakte van 34,550 K.M2., dat is ruim zoo groot als Nederland.
Het eiland Formosa behoort sedert den vrede van Shimonoseki staatkundig tot
Japan. Daarom zullen wij dit eiland en zijn bewoners op deze plaats bespreken.
In geologisch opzicht behoort Formosa tot het vasteland van Azie, waarmede het
in den geologischen voortijd verbonden was. Die betrekking heeft zieh ook in
historisch e n : anthropologisch opzicht voortgezet, want gedurende de middeleeuwen
was Formosa, voor China, wat IJsland en Groenland voor noordelijk Europa waren,
nl. het doel voor de zeevaardefs en een toevluchtsoord voor onrustige zwervers, die
van hier uit niet zelden als piraten de kustzeeen verontrustten.
De Japaneezen, die zieh in 1621 op Formosa gevestigd hadden, werden spoedig
weder verdreven door de Nederlanders en dezen werden in 1652 weer verdrongen
door de Chineesehe zeeroovers. Bij de onrusteri, welke in China met de vestiging
van de heerschappij der Mandsju’s entstünden (zie pag. 353), trokken groote scharen
landverhuizers uit China naar Formosa eh kwam het eiland staatkundig aan China
tot in 1895. Gedurende al de jaren der Chineesehe heerschappij bleef Formosa het
doel van een onafgebroken landverhuizing voor de Chineezen, bovenal van den
ondernemenden stam der Hakka’s, die ook op Formosa hun eigenaardigheden
bewaard hebben.
Deze immigratie der Chineezen heeft op Formosa een eigenaardige volkenvermenging
doen ontstaan. Mongoolsehe en oorspronkelijke bewoners stuitten hier op elkander
en hebben ieder hun bijdrage geleverd tot de tegenwoordige bevolking.
De tegenwoordige bewoners van Formosa bestaan aldus uit de oorspronkelijke
bevolking, die zieh hier in onbekenden tijd gevestigd heeft, uit de later geimmigreerde
Mongolen van China, en uit vermengingen van beide.
Omtrent de afkomst der eigenlijke inboorlingen van Formosa zijn de meeningen
verdeeld. Veelal worden zij Maleiers genoemd, anderen denken aan Miaotse, terwijl
Joest (Weltfahrten 1895) beweert, dat de. inboorlingen van noordelijk Formosa noch
met Maleiers, noch met Negrito’s, Miaotse’s of Papua’s verwant zijn. Dr. Albr. Wirth
komt na langdurige taalkundige Studien gedurende twee reizen op Formosa tot het
besluit, dat de meening van Joest veel grond heeft of geheel juist is. In de Alpen-
bewoners van Formosa hebben wij een ras te beschouwen, dat bij geen bekende
groep valt in te deelen en voorloopig als een ethnographisch raadsel moet beschouwd
worden, zegt Wirth.
De Alpenstammen van Formosa worden door de Chineezen „Chin-huan”, d. i.
„onrijpe wilden” genoemd. De woordenschat en de grammatica hunner taal verschilt
geheel van die der Maleische en Polynesische talen. Ook met de overige talen van
Oost-Azie komt hun taal niet overeen. Het is echter onbetwistbaar zeker, dat op
Formosa de talen op een vermenging wijzen.