
 
        
         
		danie  ,rlop  tn Ppelen  kan  op  haar  voetjes,  dan  doet  zij  het,  anders  laat  zij  zieh  door  
 een  slavin  op  den  rüg  dragen.  Als  die  tuinen  over  het  water  te  bereiken  ziin,  
 heerscht  op  de  kanalen  een  druk  verkeer,  om  de  feestvierenden  te  brengen  naar  de  
 plaats  hunner  bestemming.  De  weersgesteldheid  wordt  op  die  eerste dagen  des jaars  
 met  opmerkzaamheid  nagegaan,  want  hierin  ziet  men  aanwijzingen  omtrent  de  
 toekomst  van  het  jaar,  omtrent  goeden  o f . siechten  oogst/  Wij  behoeven  hiervan  
 met  zoo  verwonderd  op  te  hooren,  daar  ook  in  den  boezem  van  ons  volk  dergelijke  
 meeningen  heersehen,  die  in  de  volksweerspreuken  worden  uitgedrukt  .  Wii  her-  
 inneren  slechts  aan  de  uitdrukking:  V 
 „Lichtmis  helder  en  klaar,  geeft  een  goed  bijenjaar, 
 Lichtmis. donker,  maakt  de  boeren  jonker.” 
 en  dergelijke  bestaan  er  meer  in  onze  volkstaal. 
 Eigenaardig  is  nog  de plechtigheid  van  het „inhalen der lente”.  Dit geschiedt  op den  
 dag,  die  de  openmg  der  lente  voorafgaat  (5  Februari).  Op  dien  dag  ging  de  keizer  
 vroeger  aan  het  hoofd  van  zijn  hertogen,  edelen,  rijksgrooten,  enz.  de  lente  inhalen  
 en  bi]  die  gelegenheid  was  ieder  blauw  gekleed,  een  navolging  van  den  blauwen  
 ientehemel.  Nog  tegenwoordig  wordt  die  plechtigheid  gevierd,  doordien  in de steden  
 optochten  van  de  womng  van  een  magistraat  uit  naar  het  oosten  buiten  de  stad  
 plaats  hebben,  waarbij  eemge  mannen  volgen. met  een  bontgekleurden  os  ofbuffelop  
 de  schouders,  uit  klei  of  papier  vervaardigd.  Deze  heet  het  „lenterund”,  en  is  het  
 zinnebeeid  van  den  landbouw,  die  wederom  met  de  nieuwe  lente  aan  zal  vangen,  
 v  6  SK   ^ e.  Pleuren,  waarin  de  ontluikende  natuur  zieh  tooien  zal.  De  lentebuffel  
 wordt  buiten  verbrand  onder  verschillende  eeremonien,  en  bij  zijn  thuiskomst  
 trek t  ieder  het  voorjaarskleed  aan,  in  navolging  der  natuur. 
 ,  Dit  feest  herinnert  in  vele  opzichten  aan  de  oud-Germaansche  lentefeesten. 
 Op  den  eersten  vollemaansdag  van  het  jaar  vieren  de  Chineezen  het  feest  Siona-  
 goan,  door  Europeanen  meestal  lantarenfeest  geheeten.  Die  dag  is  gewijd  aan  de  
 vereermg  van  den  geest,  die  de  h'emelkracht  bestuurt  en  op  dezen  te  zijn.  daog   h-.e  ,e  -t  &geboren  
 Het  lantarenfeest  is  het  lentefeest  der  Chineezen  bij  uitnemendheid,  zooals  het  
 Paaschfeest  dat  is  voor  ons:  een  feestdag  der  vereering  en  verwelkoming  van  de  
 overwmnende  en  levengevende  lentezon.  Dit  feest wordt gevierd  door de  symbolische  
 voorstelling  dier  overwmning  van  het  licht,  nt.  door  het  ontsteken  van vele lantaarns  
 en  kaarsen.  Het  uitstallen  en  verkoopen  van  papieren  lantarens  vangt  gewoohlijk  
 reeds  aan  m  de  laatste  week  van  het  jaar  en  d u u rtv o o rt  tot  den  feestdag.  De  
 lampions  worden  vervaardigd  in  allerlei  vormen,  als  paarden,  kippen,  viächen,  
 gelten,  enz.  en  m  allerlei  grillige  kleuren.  Te  midden  van  de  veelkleurige  doeken  
 die  te r  eere  van  den  hemel  over  de  straten  gespannen  zijn,  maken  die  bonte,  veel-  
 kleunge  en  veelvormige  lantarens  voor.de  huizen  een  betooverend  effect.  Ook  ziin  
 vele  womngen  van  binnen  fraai  versierd,  en  alles  te  zamen  maakt  het  lantaarnfeest  
 tot  een  der  schoonste  feesten  van  het  geheele  jaar. 
 ,  De  Chineezen  hebben  ook  nog  hun  voorjaarsvuren,  die  zij  op  den  Lantärendag,  
 lmn  lentefeest,  ontsteken.  Den  dag  te  voren  ziet  men  kleine  groepjes  van  mannen  
 uit  de  geringe  volksklasse  door  de  straten  gaan,  om  brandstoffen  te  verzamelen,  en  
 ieder  geeft,  wat  hij  missen  kan:  hout,  oude  gereedschappen,  meubelen,  manden,  enz.  
 wat  namelijk  maar  eenigszms.  brandbaar  is.  Dat  verzamelde  wordt  op  een  plein  
 meestal  voor  een  tempel,  op  een  hoop  geworpen  en  des  avonds  in  brand  gestoken’ 
 Velen  onzer  lezers  zullen  hlerbij  herinnerd  worden  aan  de  Paaschvuren,  eveneens  
 lentevuren,  m  de  oostelijke  streken  van  Nederland,  die  nog  op  den  huidigen  dag  op  
 dezelfde  wpze  worden  bijeengebracht,  en  op  den  eersten  oftweeden  Paaschda°-  op  
 een  weide  of  een  stuk  bouwland  buiten  het  dorp  worden  ontstoken. 
 Op  den  avond  van  den  vijftienden  dag  nu  wordt  in  China,  als  de  maan  in  al  
 haar  glorie  aan  den  hemel  Staat,  onder  oorverdoovend  geraas  van  bekkens  en  gongs  
 de  brandstapels  ontstoken  en  vangt  een  tooneel  aan,  dat  bijna  onbeschrüfelnk  is.  
 Lieden  van  het  laagste  gehalte,  blootsvoets  en  blootshoofds,  ja,  dikwijls  naakt  tot  
 aan  den  gordel,  woelen,  krioelen  en  dansen  dooreen  in  het  fantastische  licht  van 
 den  vuurstapel.  Als  de  brandstapel  een  weinig  is  meengestort,  komt  een  pnester  
 der  Taoisten,  neemt  een  tijgerbeeldje  1)  in  de  armen  en  werpt  zieh  blootsvoets  of  
 zelfs  half  naakt  door  de  knetterende  vlammen.  Het  volk  juicht  en  schreeuwt,  de  
 gongs  worden  met  hevigheid  geslagen,  de  omstanders  worden  schier  waanzinnig.  
 Als  öm  strijd  worden  nu  de  afgodsbeelden,  die  draagbaar  zijn,  uit  den  tempel  
 gehaald  en  door  het  vuur  gevoerd,  drie,  viermalen  achtereen,  terwijl  de  omstanders  
 met  toenemenden  waanzin,  naarmate  de  brandwondempijnhjker  worden,  zieh  achter  
 de  dragers  in  de  vlammen  werpen.  Eerst  laat  in  den  avond,  als  de  geestdnftige  
 razernii  des  volks  iets  begint  te  bekoelen  en  de  brandstof  ontbreekt,  emdigt  dit  
 tooneel.  De  menigte  trekt  af  en  laat  de  heete  asch  over  aan  de  vrouwen,  die  van  
 alle  kanten  met  tangen  en  vuurpotten  toestroomen,  om  een  stukje  er  van  mächtig  
 te  worden.  Zorgzame  huismoeders  leggen  die  ook  gaame  in  den  haard,  opdat  de  
 huisdieren ~welig  mögen  tieren.  Aldus  beschrijft  Prof.  de  Groot  het  lentefeest. 
 Die  lentevuren  zijn  niets  anders  dan  zinnebeeidige  voorstellingen  van  de  wärmte  
 en  het  vuur  der  voorjaarszon,  die  alles  nieuw  leven  geeft,  bloeien  en  groeien  doet.  
 Daarom  worden  die  vuren  bovenal  voor  het  front  van  den  tempel  van  den  grooten  
 God,  beschermheer  der  productie,  wiens  macht  en  werking  het  meest  op  den  voorgrond  
 treden  in  de  lente,  ontstoken. 
 Gedurende  de  geheele  eerste  maand  des  jaars  trekken  van  tijd  tot  tijd  des  nachts  
 processies  door  de  straten,  die  voorstellingen  geven  van momenten uit de geschiedenis  
 der  oudheid  van  China.  De  deelnemers  aan  deze  optochten  zijn  theatraal  gekleed,  
 terwijl  een  af beelding  van  een  grooten  draak  vooruit  gedragen  wordt,  im welks buik  
 het  hoofd  en  bovenste  gedeelte  van  het  lichaam  des  dragers  steken  lo t  den  stoet  
 behooren  ook  een  groot  aantal  jongens,  die  veelkleurige  lampions  dragen  aan  lange 
 St°Naast  deze  plechtigheden  komen  allerlei kermisachtige vertooningen,  voorstellingen,  
 enz.:  wilde  dieren,  varkens  met  zes  pooten,  vierpootige  eenden,  enz.;  kramen,  waar  
 men  thee,  ooft  enz.  kan  verkrijgen,. vindt  men  op  de  pleinen,  en  ook  wordt  de  
 gelegenheid  tot  hazardspelen  geopend. 
 *  * * 
 Wanneer  wij  hiermede  van  de  bijzonderheden  van  het  nieuwjaarsfeest  afstappen,  
 wii  dit  niet  zeggen,  dat  wij  alles  hebben  medegedeeld,  wat hieromtrent te vermelden  
 valt.  De  plaatsruimte  noodzaakt  ons  echter,  beperking  in  acht  te  nemen.  Bij  enkele  
 'd e r  overige  Chineesche  feesten  kunnen  wij  slechts  even  stilstaan. 
 Op  den  tweeden  dag  van  de  tweede  maand  wordt  te r  eere  van  de  godin-Aarde  
 als  god  des  rijkdoms  het  feest  gevierd.  Dat  de  god-Aarde  als  god  des  rijkdoms  
 beschouwd  wordt,  staat  in  verband  met  den  landbouw,  de  bron  van  bestaan  des  
 volks.  Vele  kooplieden,  die  hun  winkels  op  den  avond  voor  Nieuwjaar  gesloten  
 hebben  openen  die  eerst  weder  na  het  einde  van  dit feest, want de god des rijkdoms  
 is  een  hoog  vereerde  en  voor  hen  uit  praktisch  oogpunt  belangnjke  god.  Hetstreven  
 naar  rijkdom  beheerscht  toch  in  China  de  geheele  maatschappij,  zoowel  als  m  
 Amerika  en  elders.  Daarom  valt  het  niet  te  verwonderen,  dat  men  m  dit  land  met  
 veel  goden  een  god  des  rijkdoms  vereert.  In  de. oud-Chineesche  steden  zijn  op  de  
 hoeken  der  meeste  straten  voor  dezen  god  altaren  opgericht,  waar  die  god,  m  
 staatsiekleeren  gehuld,  met  een  gouden  staf  in  de  hand,  is  voorgesteld,  en  op  de  
 feestdagen  te  zijner  eere  met  grillig  beschilderde  lampions,  van  zinspreuken voorzien,  
 behängen  wordt.  Heerlijk  geurende  bloemen  worden  op  de  altaren  gestrooid,  en 
 vleesch-  en  drankoffers  worden  den  god  gebracht.. 
 Voor  het  groote  „Tu-Ti”-altaar  van  elke  stad  wordt  van  een  platform  uit  een  
 houten  kanon  .een  lichte  kogel  in  de  hoogte  geschoten.  Het  verzamelde  volk  gaat 
 11  De  tiieer  de  koning  der  dieren  bij  de  Chineezen,  is  altijd  door  hen  beschouwd  als  de  groote  
 sohrik  van  spo’ken  en  geesten.  Vandaar  waarschijnlijk,  dat  men  zijn  beeltenis  in  en  aan  den  lngang  
 van  tempels  pleegt  te  plaatsen,  opdat  hij  den  goden  zou  knnnen  dienen  als  gerechtsdienaar  en  beni  
 voor  kwaadaardige  demonen.  Ook  maakt  men  amuletten,  waarop  een  menschelflk  wezen  van  een  
 woest  voorkomen  en  fjjdende  op  een  tjjger  is  afgebeeld, om kwaadaardige geesten van een jonggehnwde  
 vrouw  te  yerdrijven.