
 
        
         
		zien  wij  de  vrouwen  bedaard  längs  den  oever der rivier wandelen,  dan weder worden  
 zij  op  de  schouders  van  mannen  over  de  rivier  gedragen,.  of,  zoo  het  dames  van.  
 aanzien  zijn,  in  „norimons”  of  draagstoelen  door  zes  of  acht  koelies  gedragen.  Op  
 sommige  teekeningen worden vrouwen in  booten  zittende geschilderd,  door een hevigen  
 sneeuwstorm  of  onweersbui  overvallen,  in  den  maneschijn  wandelende,  en  zooals  zij  
 zieh  rijdende  voordoen. 
 De  houding  en  het  algemeene  voorkomen van  een vrouw te paard in Japan verschilt  
 aanmerkelijk  van  die.  in  Europa.  Dameszadels,  zooals  bij  ons,  zijn  onbekend;  de  
 schoone  rijdster-  zit  boven  op  een  zadel,  dat  haar  hoog  boven  den  rüg  van  het  dier  
 verheft  en  haar i benedenlichaam  verbergt;  zij  houdt  zieh  stevig  vast  aan  het  voorste'  
 gedeelte  van  den  zadel  en  ziet  er  werkelijk  uit  als  een  bont  aangekleede  aap  te  
 paard.  Deze  wijze  van  rijden  wordt  zelfs  ook  wel  door  de  andere  sekse  gevolgd;  
 werkelijk  zitten  de  bedienden  van  de  hooge  edelen  in  hun  verheven  zadels  bijna  in  
 dezelfde  houding  als  die  door  de  vrouwen  aangenomen  wordt,'  en  zijn  bijgevolg  als  
 cavalerie  .volkomen  nutteloos,  uitgenomen  voor  het  oog.  ; 
 Toch  kunnen  de  Japaneezen,  wanneer  zij  verkiezen,  tamelijk  goed  rijden. 
 He t:  gewope,  iniddel  van  vervoer  is  voor  hen,  die  zieh  zulk  een  kostbare  weelde  
 kunnen  veroorloven,  een  soort  van  palankijn,  norimon  genaamd,  zijnde  een vierkante  
 kooi,  aan  een  draagboom  gehangen,  die  door  vier  man  gedragen  wordt,  twee  voor 
 en  twee  achter.  Voor  Japansche  
 reizigers  is-. dit  een  zeer gemak-  
 kelijk  middel  van  vervoer, mäar  
 voor  Europeanen,  die  niet  ge-  
 woon  zijn  aan  de  voor  Japan-  
 neezen  zoo  eigenaardige  bük-  
 kende  houding,  is  zelfs een körte  
 reis  in  een  norimon  een  bron  
 van  pijniging,  omdat  vooreerst  
 de  ongelukkige  passägier  groote  
 moeite  heeft,  om  in  de machine  
 te  kruipen,  en  als  de'  reis  is  
 afgeloopen,  bijna  even  groote  
 moeite,  om  er weer uit te komen,  
 daar  zijn  leden  stijf  en  stram  
 zijn  van  de  gedwongen houding,  
 waarin  zij  een  tijdiang verkeerd  
 hebben. 
 De  boom  van  zulk  een  norimon  
 is  stevig  en  zeer  lang  en  
 de  rijke,  ionge  mannen  naar  de DAME  TE  PAAKD.  ___ ° mode  wedijveren met elkaar, om  
 hun  norimon-draagboomen  zoo  
 lang  en  zoo  rijk  versierd  als  mogelijk  te  hebben.  Wanneer  de  koelies  den  norimon  
 dragen,  hijscben  zij  hem  op  een  teeken  hunner  meesters  op  de  schouders  en  stappen  
 voort  met  een  snelheid  van  drie  mijlen  per  üur.  Een  Daimio  zou  het  beneden  zieh  
 rekenen,  anders  dan  in  een  norimon  te  reizen. 
 De  norimon  möge  ongemakkelijk  zijn,  er  is  nog  een  ander  voertuig,  dat  voor  
 Europeesche  ledematen  nog  ongemakkelijker  is.  Dit  wordt  de  cango  genoemd  en  
 heeft  ongeveer  dezelfde  betrekking  tot  den  norimon  als  een  kruiwagen  tot een koets.  
 En  werkelijk,  indien  de  Jezer  zieh  het  wiel,  de  pöoten  en  de  handvatsels  van  een  
 kruiwagen  wegdenkt  en  den  bäk  aan  een  draagboom  hangende,  kan  hij  zieh  eenig  
 denkbeeid  van  een  cango  vormen.  In  den  norimon  moet  de  reiziger  voortdurend  in  
 bukkende  houding  zitten,  in  den  cango  moet  hij  zieh  bijna  opvouwen.  Maar  de  
 Japanneezen  hebben  zulke  buigzame  leden,  dat'cango-gebruikers  vele  uren  achtereen  
 reizen  zonder  den  minsten  hihder  te  hebben  van  de  houding,  die  zij gedwongen  zijn,  
 aan  te  nemen.  Van  cango’s  wordt  zeer  veel  gebruik  gemaakt  in  Japan ;°zij  zijn  
 inderdaad,  wat  de  cabs voor Londenaars  zijn,  terwijl de norimons de plaats  van koetsen  
 innemen.