
 
        
         
		met  den  grooten  verkeersweg,  en  verder  de  streken  längs  de Angara beneden  Irkutsk  
 en  de  Selönga  boven  het  Baikal-meer;  verder de oevers der Amur, nl.  in Nertschinsk,  
 Blagowjestschensk  en  aan  den  benedenloop  der  rivieiv 
 De  streken  van  de  dichtste  bevolking  in  Siberie  vallen  in  hoofdzaak  samen  met  
 de  gewesten,  waar  de  Russen  hun  grootste  verbreiding  hebben.  Als  men  een  kaart  
 met  aanduiding  der  Volkselementen  nagaat,  ziet  men,  dat  een  smalle  streep  dwars  
 door  het  land  van  het  westen  naar  het  oosten  de  gewesten  der  Russische  nederzet-  
 tingen  aanwijst,  die  het  talrijkst  zijn,  afgezien  van  de  oostelijke  hellingen  van  den  
 Ural,  tusschen  Jenisseisk  en  Irkutsk,  verder  in  Tschita  en  Nertschinsk.  Aan  de  
 oevers  van  de  Ob  en  de  Irtysch  breidt  zieh  eveneens  een smalle strook van Russische  
 bevolking  uit,  zooals  die  ook  aan  de  Jenissei  tot  de  kust  en  längs  de  Len®  tot  
 Jakutsk  is  te  herkennen.  Ook  längs  de  Amur  is  hetzelfde  waar  te  nemen,  eveneens  
 aan  de  Ussuri,  en  zelfs  in  Kamschatka,  waar  de  Russische  bevolking  zieh  in  het dal  
 der  Kamschatka-rivier  en  van  de  Tigel  uitbreidt.  Aan  de  Kolyma,  Indigirka  en Jana  
 zijn  eveneens  om  de  daar  aanwezige  stadjes  reeds  zonen  van  Russische  bewoners  
 ontstaan.  Ook  in  de  dalen  van  Lena,  Witim,  Wiljui  en  Aldan  is  het  aantal  Russen  
 reeds  veel  grooter  dan  dat  der  inboorlingen.  In  Siberie  zien  wij.  afdus  het algemeen  
 voorkomend  verschijnsel,  dat  de  minder  beschaafde  of  onbeschaafde  Inboorlingen  
 worden  teruggedrongen  of  opgenomen  door  meer  ontwikkelde  volken. 
 De  bevolking  van  Siberie  werd  in  1891  op  4,7  mill.  berekend,  in 1897  op  7,5 mill.  
 In  ethnographisch opzicht waren  bij  de  bevolking van  Siberig in 1891  te onderscheiden: 
 Russen  en  hun  nakomelingen,  de  Siberiers  4,1  mill.,  eenige  duizenden  Polen  
 en  5000  Duitschers,  welke  het  Europeesche  gedeelte  der  hevolking uitmaken.  Verder  
 vindt  men  e r:  8000  Semieten,  50,000  Finnen  (waarvan  er  25,000  tot  Ostjaken  en  
 Jenisseiers  behoören),  17,000  Samojeden,  6000  Wogulen  en  2000  Sojoten,  300,000  
 Turko-Tataren,  (waarvan  200,000  tot  de  Jakuten  en  100,000  tot  Tataren  en  
 Altaische  Kalmukken  behooren),  315,000  Mongolen  (waartoe  hier  gerekend  zijn: 
 250,000  Buräten), 50,300  Tunguzen, 10,000 Chineezen en Mandsju’s, 3000 Koreaneezen  
 en  27,000 andere Aziaten (waarvan 8000  Tschuktschen, 5000 Korjaken en Jukaqieren,  
 8000  Giljaken,  3000  Kamtschadalen  en  5000  Zigeuners. 
 De  bevolking  der  Kirgiezen-steppe  bedraagt  ongeveer  1,8  mill.,  waarvan  1  mill.  
 op  het  eigenlijke  steppengebied.  DeZe  bevolking  bestaat  slechts  voor  J/‘  mill.  uit  
 Russen;  de  overige  bevolking  is  samengesteld  uit  1,4  mill.  Kirgiezen  en  verder  uit  
 Dunganen,  Tarantschen  e.  a.  inboörlingen-stammen. 
 Alle  trappen  van  beschaving  vindt  men  in  Siberie  nog  vertegenwoordigd:  zoowel  
 jagersvolken (de Tunguzen),  als visschersvolken (Ostjaken), Steppennomaden (Kirgiezen)  
 en  gezeten  landbouwers. 
 Wij  zullen ons thans in de eebste plaats hoofdzakelijk bezighouden met de beschruvino1  
 der  toestanden,  zooals  zij  uit  het  Russisch  gouvernement  zijn  voortgekomen,  en  die  
 bovenal  bij  de  Russische  kolonisten  gevonden  worden.  De  inboorlingen  beschrijven  
 wij  elders  (zie  pag.  460  e n l).  .  :  -"'-l"j-j.  A 
 * 
 Rusland  heeft  het  hoofdeontingent  geleverd voor de bewoners van Siberie  en tegen-  
 woordig  neemt  die  volksverhuizing  nog  toe. 
 Het  is  zeker  een  opmerkelijk  verschijnsel,  dat  een  land,  zoo  dun  bevolkt  als  
 Rusland,  nog  zooveel  levert  voor  de  landverhuizing.  Dit  verschijnsel  kan  evenwel  
 verklaard  worden  uit  de  ongunstige  economische  toestanden  bij  de boeren in Rusland  
 alsmede  uit  een  zekeren  lust  tot  trekken,  een  half nomadisch  streven  der  Russische  
 boeren.  De  Groot-Rus  heeft  een  zucht  naar  verre  streken,  een  onbestemde  hoop,  
 iets  beters  te  zullen  vinden,  en  geefl  daaraan  toe  met  een  zorgeloosheid en onkunde’  
 die  niet  zelden  noodlottig  zijn. 
 Uit  die  volksverhuizing  zullen  wij  eenige  statistische  cijfers  mededeelen.  In  geheel  
 Siberie wonen 7Vä millioen menschen, waarvan in West-Siberie (in slechts  2 provincien)  
 meer  dan  4&  millioen,  en  van  dezen  zijn  90  %• Russen.  In  Oost-Siberie daarentegen  
 is  het  aantal  Russen  geringer  dan  dat  der  verschillende  inboorlingen  en  in  de  
 steppen-gouvernementen  vindt  men  slechts  M  millioen  Russen  onder  2  millioen  
 inwoners.  Het  aantal  steden  is  meestal  zeer  klein,  de bewoners zijn  er meest Russen. 
 De  volksverhuizing  uit  Rusland  wisselt  zeer  af  door  de  omstandigheden  en  de  
 politiek  der  regeering.  In  de  jaren  tusschen  1860  en  1870  was  de  verhuizing  naar  
 Siberié  zeer  onbeteekenend,  maar  vooral  na  1880  begon  die  sterk  toe  te  nemen;  in  
 1881  bedroeg  het  aantal  emigranten  ongeveer  36 000,  in  1882  38 000  personen.  Na  
 1887  heeft  men  officieéle  statistieken  der  volksverhuizing  en  deze  geven  ons  
 het  verloop  der  emigratie  aan. 
 1887 ongeveer  4 769  familiën. 25137  personen 
 1888 5 815  1 35 848 
 1889 „  6 456  „ 40195 
 1890 „  7 879  a ;':" 48 776 
 1891 14 566  „ 87 432 
 1892 15 053 92146 
 1893 10 614  ,,’ 64321 
 1894 '  „  11000  „ 65 500  „ 
 1895 18 000 107 877 
 1896 34 000  „ 202 231 
 1897 „  12 000  „ 70 000  „ 
 1887—1897 ongeveer  140 000  familiën. 840 000  personen, 
 Als~ gemiddelde  van  de  eerste  vier  jaren  bedroeg  de  emigratie  nauwelijks  37 000  
 per  jaar,  van  de  daarop  volgende  vier  jaren  77 000  per  jaar. 
 Van  de  272 000  personen,  welke  van  1885—1896  uit  Rusland  naar  Siberié  ver-  
 huisden,  vestigden  er  zieh: 
 In  het  gouvernement  Tomsk.........................................................     201 000 
 „  ; „  J e n i s s e i .....................................................   23000 
 .,,  T o b o ls k       22 000 
 „  „  „  Amurgebied................................................  13 000 
 „  „  „  Semipalatinsk  .    ...................................  7000 
 „  „  „  A km o lin sk ................................................  4000 
 „  „  1  -LA.  Semirjetschensk  .  .        200 
 „  „  „  Irkutsk,.- Turkestan en  Jakutsk  .  .  .  555 
 De  volksverhuizing  heeft  bovenal  plaats  uit  de  goüvernemenfen Kursk,  uit Tambow  
 en  Pultawa. 
 Bovenstaande  cijfers  leeren  ons,  dat  de  meeste  verhuizing  plaats  had  naar  het  
 gouvernement  Tomsk,  en  daarvan  wel  ±   90  pCt.  naar  de  zuidelijke  deelen,  naar de  
 Altai-gewesten,  die  het domein van den Czar  zijn.  In de  laatste jaren echter schijnt het  
 Altai-gebied  iets  van  zijn  aantrekkelijkheid voor  landvbrhuizers verloren  te hebben,  en  
 richten  velen  zieh  naar  de  oostelijke  streken  van  Tobölsk  en  de  Kirgiezen-steppe. 
 Die  aanzienlijke  stroom  van  landverhuizers  was  niet  zelden  te  groot,'  om  
 voldoende  geschikt  land  en  bestaansmiddelen  binnen  körten  tijd  te  erlangen,  en  
 groote  eilenden  waren  hiervan  het  gevolg.  Daarom  werd  in  1892  een  regeerings-  
 verbod  tegen  verhuizing  naar  Siberie  in  Rusland  uitgevaardigd,  dat  tot  1895  bleef  
 bestaan,  maar  de  emigratie  niet  tegenhield. 
 De  aanleg  van  den  grooten  Trans-Siberischen  spoorweg  bracht  de  regeering  in  
 Rusland  weder  in  een  richting,  die  de  emigratie  naar  Siberie  bevorderde,  teneinde  
 de  groote  onbewoonde  vlakten  te  bevolken.  Met  dat  doel  werden  de  emigranten  
 financieel  gesteund  en  hierdoor  had  er  een  zeer  sterke  toeneming  der  emigratie  in  
 1895  en  ’96  plaats,  waaraan  evenwel  in  1897  wegens  overvoering  van  het land weer  
 paali' en  perk  werd  gesteld.  De  cijfers  voor  1897  wijzen  dan  ook  onmiddellijk  een  
 groote  vermindering  der  emigranten  aan.  De  regeering  erkende  hiermede,  dat  een  
 snelle,  kunstmatige  kolonisatie  niet  aan  de  verwachting  beantwoordt,  en  kromp  
 daarom  de  emigratie  in. 
 Aldus  is  Siberie  grootendeels  bevolkt  van  uit  Rusland.