
 
        
         
		H E  T  K E I Z E R R I J K   K O R E A   E N   D E K O R  E A N E E Z E N . 
 '  3bi»chen  33  en  48°  N.Br.  strekt  zieh  het  schiereiland  Korea  uit,  van  het  vaste-  
 land  van  Oost-Azie  zieh  in  een  zuidelijke  richting  tüsschen  de  Japansche  Zee  en  de  
 erwe  Zee  voortzettend,  en  door  de  Korea-straat  van  zuidelijk  Japan  Bescheiden. 
 f f  ,ls  ,een  aardschol,  uit  oude  gesteenten  gevormd,  en  uit  den verren geologischen  
 voortijd  dagteekenend.  Een  lange  bergketen  loopt  door  het  geheele  schiereiland,  en 
 oft  "e t  met  meestal  steile  kusten  naar  zee  afdalen,  welke  sleehts  op  enkele punten  
 gelegenheid  aanbieden  voor  de  ontwikkeling  van  natuurlijke  havenplaatsen.  De  
 -rraeren  des  lands  zijn  bijna  niet  bevaarbaar;  alleen  sommige  vöor een klein gedeelte  
 m  den  benedenloop.  Vroeger  nam  men  aan,  dat  het  land  rijk  is  aän  ertsen,  doch  
 dit  vermoeden  werd  met  bevestigd,  sedert  men  iets  naders  omtreht  het  land  leerde  
 kennen.  Ook  thans  evenwel  zijn  de  binnenlanden  nog  niet 'voldoende onderzocht,  en  
 ze: wfrdt  het  aantal  inwoners  nog  zeer  verschillend  opgegeven  (8  millioen  tot  16  
 milhoen).  ,  %  : .  ’  :  ,  '  . 
 ,naam  Korea  is  afkomstig  van  Korai,  een  naam,  waarmede  de  Japaneezen  het  
 'uiu -  i 6' ®ec^ee^ e  van  ^ie'’  schiereiland  aanduiden.  De  Ghineezen  noemden  het land  
 „Ohao-hsien  en  de  Japaneezen  „Tschösen,”  d.  i.  „morgenkoeltg”.  . 
 Korea  was  tot  voor  kort  een  der  meest  gesloten  landen,  waar  alle  buitenländsche  
 mvloed  geweerd  werd.  Den  meesten  invloed  op  het  land  hadden  uit  den  aard  der  
 zaak  China  en  Japan,  en  alleen  eerstgenoemd  rijk had tot voor kort toegang in Korea. 
 j   v.  6  ^<>e  eeuw  hende  men  Korea  enkel  van  hooren  zeggen,  en  de  eerste  IIol-  
 landsche  kaarten  stellen  het  land  nog  als: een  eiland  voor.  Eerst  in  de  17e  eeuw  
 kwam  er  meer  licht  over  dit  land  en  verscheen  de  eerste  betrekkelijk  betrouwbare  
 kaart.  Evenwel  betrof  die  kennis  hoofdzakelijk  de  kusten. 
 In  het  midden  der  17e  eeuw  leerden  de  Hollanders  op  huiCstoute  tochten  iets  
 aangaande  Korea  kennen,  toen  Hendrik  Hamel  hier  gevangen  genomen  werd  (zie  
 de_noot  op  pag.  353).  Doch  verdere  gevolgen  had  die  aanraking  niet. 
 Eerst  in  1845  verscheen  de  ee.rste  nauwkeurige  kaart  van  Korea,  vervaardigd door  
 Kim.  Sedert  deden  Russische  zeeofficieren  verkenningen  längs  de  kust  en  in  
 187.7-  verscheen  de  beste  kaart  -van  dit  land,  uitgegeven door het Japansche Ministerie  
 van  Oorlog-  *  . ■: 
 Korea  heeit  ongetwijfeld  zijn  bevolking  uit  Noord-China  ontvangen,  evenals  zijn  
 eerste  beschaving.  De  geographische  ligging  maakte  Korea  tot  een  brug  voor  den  
 overgang  van  het  vasteland  naar  Japan.  Deze  toestand  had  ten   gevolge,  dat  de  
 bevolking  van  Korea  uit  de  vermenging  van  verschillende volkselementen is ontstaan.  
 Aan  den  eenen  kant  vindt  men  bij  hen  elementen  van  nakomelingen  der  Sien-pi,  
 een  volk,  dat  in  de  geschiedenis  van  de  Aziatische  volken  meer  voorkomt,  en verder  
 van  de  in  het  zuiden  woonachtige  San-Han.  Hun  nationaliteit  en  taal  verkregen  
 zij  van  het  veroverde  volk  der  Kao-li,  dat  tweehonderd  jaar  voor  Christus  Korea  
 aan  zijn  heerschappij  onderwierp. 
 De  Koreaneezen  vormen  een  overgangsvolk  tusschen  Chineezen  en Japaneezen.  In  
 hun  uiterlijk  komen  zij  meer  met  de  laatsten  overeen  dan  met  eerstgenoemden.  De  
 Koreaneezen  zijn  Buddhisten,  maar  tamelijk  onverschillig  ten  opzichte  van  religieuse  
 zaken.  Zoo  heeft  men  in  de  stad  Seul  zelfs  priesters,  noch tempels.  Des te meer wordt  
 de  eeredienst  der  voorvaderen  gehandhaafd,  terwijl  bij  de  hoogere  klassen  de  leer