H O O F D S T U K VI.
D E I S L A M .
De door Mohammed gestiebte godsdienst, welke door zijn'belijders Islam, d. i.
„volkomen overgave aan God” genoemd wordt, berustr op de uitspraken van den
Koran (al koran, eig. de lezing, het boek), welke als Gods operibaringen aan
Mohammed werden beschoüwd. Men moet evenwel den echten Islam onderscheiden
van dien, welken men thans vindt en die stelselmatig ontwikkeld is door vreemde
toevoegselen en _ verwrongen leerstellingen van latere sekten. Mohammed was geen
bespiegelend wijsgeer, die een regelmatig ontwikkeld godsdienststelsel uitdachk
Daarenboven zijn zijn leerstellingen sleehts voor een zeer klein gelee lte.uit zijn
eigen gedachten voortgekomen: het meeste is aan Israelieten en andere volken
ontleend, minder aan de Christenen.- „Leg het Haniefisme en het Jodendom, zooals
het zieh door den invloed van het Parsisme ontwikkeld had, to t grondslag, neem het
een en ander uit den ouden Arabischen godsdienst en uit het Christendom over,
voeg daarbij de leer, dat Mohammed de grootste en laatste verkondiger van Gods
wil ls, en gij hebt het-stelsel, dat de profeet:.van Mekka predikte,” zegt Dozy. Niet
altijd is dat ontleende zuiver weergegeven. Omdat Mohammed, niet lezen-kon,
gebeurde het niet zelden, dat hij zieh verkeerdelijk op den Bijbel beriep. Mohammed
wist zieh daar steeds uit te redden door te verklären, dat de Bijbel wel van Godde-
lijken oorsprong1 was, doch door Joden en Christenen was vervalscht en bedorven,
zoodat de voorschriften nu weer zuiver en frisch moesten worden weergegeven.
De Islam heeft binnen betrekkelijk korten tijd een groot aantaP volken tpt aanhangers
verkregen. Het gemis aan oorspronkelijkheid, waarop wij wezen, was juist
een der redenen, die den Islam tot een snetle verbreiding geschikt maakte. Vele
volken vonden er iets in, dat hun niet vreemd was en zoo sloot de; Islam zieh bij
het leven van vele volken aan. Wanneer de Islam de vrucht was geweest van abstract
philosophisch denken van den stichter, de ingang zou moeielijker geweest zijn.
Door die snelle verbreiding zijn er verschillende elementen opgenomen in den Islam,
die er een bijzonder karakter aan gaven. Indie bracht Buddhistische ideeen aan; in
Klem-Azie is de Islam Turksch en Grieksch gekleurd en in Egypte heeft hij andere
elementen dan in Marokko. De Mooren, die in Spanje en Noord-Afrika tot Egypte
toe woonden, onderscheidden zieh door kunst, wetenschap, ridderlijken zin en nijver-
heid ten zeerste van de Aziatische Mohammedanen. Zoo gaf de Islam, hoewel de
volken met' een vernis overdekkend, tochoveral gelegenheid tot het uitkomen van
een locale kleur. De Mohammedanen vormen daardoor naar het uiterlijk een
eenheid, naar het wezen niet. De geloofsleer bleef wel dezelfde, de godsdienst
ontwikkelde zieh niet, de instellingen bleven onveranderd, maar van volle tot volk
hadden er wijzigingen in plaats.
De leer van Mohammed berust bovenal op de volgende hoofdzaken. In de eerste
plaats is zij een geloofsleer, die zes hoofdstellingen bevat, welke wij aanwijzen. Er
is slechts een God ■ Mohammed is zijn profeet. De Islam is hierbij van meening,
dat God zieh gedurig duidelijker geopenbaard heeft, en wel aan Adam, Noach,
Abraham, Mozes, Christus en Mohammed en dat laatstgenoemde, de laatste en hoogste
der profeten, niet de gave der wonderen, maar het zwaard ontvangen heeft, om het
ongeloof te vernietigen. De .Koran is een goddelijk geschrift, dat gezaghebbend is
voor de geloovigen. Er bestaan engelen, die in goede en booze te onderscheiden zijn.
Er bestaat een onveranderlijke voorbeschikking, hoewel de profeet op het gebied
van het praktisch en zedelijk leven den vrijen wil handhaaft. "Wie in den strijd
voor het geloof sneuvelen, worden overgebracht in het Paradijs, waar de volheid van
aardsche genietingen hen wacht. Er zal verder een jongste dag en een opstanding
zijn, waarbij de ziel zieh weder met het lichaam vereenigt, waarna het oordeel een
aanvang neemt met de verdoemenis der ongeloovigen.
Deze leerstellingen ondergingen in de praktijk des levens een bijzondere wijziging,
zeiden wij. Mohammed ging uit van een zuiver monotheisme, en dit beginsel deed
hem de Christelijke leer omtrent de drieeenheid en omtrent Jezus verwerpen. Het
bleek echter, dat het zuivere monotheisme voor de menschheid te abstract was.
Hoewel Mohammed de vroegere Arabische afgoden onttroonde, de heiligen-rij der
Christenen als veelgoderij heschouwde, werd toch ook weldra onder de belijders van
den Islam een heiligencultus ontwikkeld, nog aanzienlijker in aantal dan bij de
Christenen. Bij duizenden zijn de wonderdoende graven van heiligen en de kapellen,
waar Arabische Maraboets (vrome Arabische kluizenaars) onder hun met groene
voorhangsels bedekt bed begraven zijn, over het Islamietisch gebied verbreid. Zulke
heiligen zijn schutspatronen van landen, steden en beroepsklassen. Elke vereeniging
in de Islamietische landen heeft haar patroon, die een bovennatuurlijken invloed op
haar werken zal uitoefenen. In afgelegen streken, zooals op den weg van Semipalatinsk
naar Sergiopol, wordt het oog getroffen door - de edele, kunstrijke vormen van
Tataarsehe graftomben. Heuvels zijn met kapellen gekroond, waar het stoffelijk
overschot der heilige mannen rust, en ook voor moskeeen zoekt men heuvels als de
meest in het oog vallende plaatsen.
De Islam ving aan met de bestrijding van het veelgodendom, den afgoden- en
sterrendienst der Arabieren. Doch ook hier bleven sporen van het oude heidendom
bestaan, gelijk wij dat zelfs bij de Christenen van West-Europa nog kunnen
opmerken. De maanvereering der Oost-Jordaansche stammen is nog een overblijfsel
van• den- sterrendienst. Van de vereering der afgestorven voorouders, van de veelgoderij
vindt men allerwegen nog blijken; vooral onder de lagere volksklassen, hier
als een geloof in spoken, daar als het küssen der grafsteenen.
Doch nevens het oude heidensche volksgeloof heeft. de Islam de invloeden van
Christendom en Jodendom ondergaan, die in verschillende landen duidelijk zijn.
In Nubie vertoont zieh de oude invloed van het Christendom in den later binnen-
gedrongen Islam. Bij de Nubische Bedja’s heet de Zaterdag kleine, de Zondag groote
sabbat en Kerstmis en Paschen is hun zoo goed als ons bekend, hoewel zij nauwelijks
een kalender lezen. Toen de Tataren van het Gouvernement Ufa nog Christenen
waren, vereerden zij reeds Mohammedaansche heiligen, thans vindt het omgekeerde
plaats. De Islam is bovenal een voortzetting en ontwikkeling van het Jodendom,
de Mohammedaansche God is aan Jehova het naast verwant.
Oude godsdienstvormen en volksgebruiken hebben een taai leven. Bij de invoering
van het Christendom in Europa hebben de predikers het practische inzicht gehad,
de oude heidensche feesten te kerstenen. Hierdoor bleven er wel sporen van het
oude bij die feesten tot op onzen tijd achter: paascheieren, paaschvuren, enz., maar
zij verloren hun beteekenis voor het volk. In de bijna zuiver Protestantsche
provincien van Nederland, waar voor meer dan twee eeuwen de Roomsche kerk
werd verlaten, wordt de tijd van zaaien en maaien, de tijd van indiensttreding der
dienstboden nog naar oude Katholieke feesdagen bepaald; St. Jacob, St. Jan, Allerheiligen,
Lichtmis, enz., leven voort in den mond des volks als algemeen bekende dagen.
De ontwikkeling der ideeen bij het volk is geen abstract proces van het logisch
denken. De godsdienstbegrippen in de verschillende landen en bij de onderscheidene
volken, hoewel onder denzelfden naam samengevat, zijn wel loten van denzelfden
boom of vruchten vap hetzelfde zaad, maar die loten zijn hier in koesterenden
zonneschijn en vruchtbaren bodem tot weelderige vormen, elders op dorren bodem
slechts tot dwergplanten ontwikkeld; hier werden zij door de westen winden naar het
oosten, daar door oostenwinden naar het westen gebogen. Dezelfde godsdienst is niet
m alle landen en bij alle volken dezelfde, alleen naar het uiterlijk drukt hij een
gelijken Stempel op heterogene gedachten en gevoelens.
De Islam heeft buitengewoon snel een groote verbreiding gevonden, niet alleen
azie. 3