
 
        
         
		Al  
 de  Isr 
 GODEN  d e r   p h o e n ic ie r s .  g o d s d ie n s t o e f e n in g . 
 mogelijk  zijn,  want  wat 
 aantal  hnnner  goden  was  even  groot  l ^ t   hun n e ^ ^   ®  V°°r   de  Pb°emciers:  het  
 dat  het  nog  grooter  was.  Die  vele  goden  wnnrmt if  stede“ > men  zou  kunnen zeggen,  
 de  plaatselijke  vormen  van  den  eenen  Baal  of v a n d ? »   °S bes*aat,  zijn  eigenlijk  
 zou  de  Phoenicische  godsdienst  geheel  uit kleine stam  f V A®-arte-  Aanvankelijk  
 bestaan  hebben.  De  goden  waren  noch  eigenlijke  nTt u uLnH™J  I  «od®vereeringeD  
 wezens;  zij  waren  stamgoden,  beschermgeestenvan t o O I ’  D°,  zeIfs  mytbische  
 zij  daarna  goden  van°een  n e d e r z e tH n | t ^ a c h ^   t eenSC^ PP,en/ en  werden  
 met  de  natuur  in  verband  en  paste  men  mythee  eenigszins 
 polythéisme  dankt  dus  zijn  ontstaan  hoch  aan  de  lol-nÎu<Jri  , Pboemcisch 
 goden,  noch  aan  de  samenvoeging  van  eenige  honderdèn  T nS.)|ari  ejikele  natuur-  
 m  zekere  mate  aan  beide,  zegt  Tiele.  plaatselijke  godheden, maar 
 Over  die  godheden  slechts  een  enkel  woord: 
 Den  godheden  der weldadige natuurkracht  Rnnl or,  a «  
 stonden  als  donkere,  verderfelijke  machtet  de  vuurgod’X ^ i ¡ h B I  (Baältis)  
 Astarte  tegenover,  aan  welke  beiden  menschenofferl  g e h o l t   “ j   6  krlJgsgodin  
 werd  de  lichtgod  Melkart  in  >t  bijzonder  1 '  Tyrus 
 De  godsdienstoefenihg  in  Phoenicië  was  zinnelifk  'I-  ?   ]entegod  Adonis. 
 gruwehjk.  De  tegenstelling  tusschen  genot  en  onthoudfuÎ  i  T  ®nkele  °Pzichten  
 en  dooding  van  de  eischen  des  lichaams,  W h e n slà rlÎf*=hen  zlnnelij ken  lust  
 menschehjke  mspanning  komt  voortdurend  u R Î J i f ' V  °vergave  en  boven-  
 fanatisme.  Menschenoffers  kwamen  bij  hen  voor  en  zllf  i  •  *  “ eest  bMnde 
 ' É È É Î  f f i E   hun  kinderen  aan  Moioch  ten  offer  brenlen konlDgen  moesten  1 
 De  Phoeniciers  waren  handelaren  en  zëevaarders  tnen  + 
 vereenigd.  Wei  hadden  zij  karavaanbandel  met  het  b in n e   “ et  elkand« ' 
 Damaskus  en  Thadmpr,  maar  hun  zeehandfl  ™   blnt,eDland  Azië,  over 
 bevoeren  niet  alleen  de  Middellandsche  Zee  maar  waanden^Tef “ d  Hun  SchePen  
 der  Zuilen  van  Hercules.  Huh  oudste  soort  van  schin  a  / aan  gene  ziJde  
 boeg,  zonder  spi egei  en  met  roei-  en  zeilvermogen  P  H B i  m e t  ho°geD 
 Verschillende  kunsten  en  uitvindingen  worden  aan  de  P W   •  -   
 doch  vele  dezer  waren  door  hen  aan  de  Egyntenaren  T r iii  Clers  toegeschreven,  
 anderen  ontleend.  Maat,  getalen  eewirht  nnthSfi  ^   ’  ? abylomers  en  Assyriers  of  
 aan  de  Chaldaeërs,  purperweverij  aan  de Assyrièrs^lnsf*}?  I f  ®abyIoniërs>  astronomie  
 Toch  hadden  zij  hierdoor  be te Îkenl,  dat  !zij  a a n d i e a“   d® Egyptenaren.  
 praktisch  karakter  gaven,  ze  tot hooger o n t w i k k e l i n o - § en  S v e n a i  een  
 verbreidden.  Zij  maakten  ook  het  letterschrift  dat°7bwr  • 6n  r andere  volken  
 voor-het  levem  In  wetenschap  en  kunst^^  bkefkenJdfnendeZmp limtVOnden’ bruikbaar  
 alleen  die  wetenschappen,  welke  voor  hun  handél  en  Pboemciërs  niet  veel; 
 nut konden  zijn, werden  door hen beoefend • kunstniiverhfid  a  V®n  recbtstreeksch  
 Niet  als  scheppend,  niet  als  vindfnd  v o l k a verd er ®P.d«'ontwikkeld.  
 erlangd;  als  bemiddelend  Volk  hebben  zii  ro om   ™  Phoeniciërs  beteekenis 
 nchtmg  in  hun  leven  was  hun  invloed  van  th d e^ ? !0™®";  die  Praktisehe  
 Daardoor  konden  de  Phoeniciërs  verdwijnen  uit  de  ri  â f   fî®  Tan  bIiJveDden  aard.  
 arbeid  was  afgeloopen,  zonder  dat  hun  gémis  gevoëld  werd°  ’  toen  bun Praktische 
 *  * * 
 naam  w o r dÆ 'v o lk   la n g e d u i j'da^VolgenT'd ^  p e ^ L d Ì   Hehf l aeërs:  Met  dez® 
 aartsvader  Abraham.  Daar  Abraham  volo-ens  He  ®a  , afIiomstl§  is  van  den 
 der  Jordaan  was jgekomen,  noemden  de  overige  bewoners^W  Vfi”  a®  overziJde 
 geslacht  zou  ontstaan  zijn,  Hebraeërs  of  Ibraeërs  d  i  van  a  ’  dat  uit  z«n 
 Later  werd  aan  het  volk  de  naam  Israëlieten  apaév'Z  c^rzijde gekomenen.” 
 genoêmd  werd,  d.  i.  „strijder  met  God,”  een  naam ° d lf  b f  T   °  ’  ook  Israë1 
 reeds  mgang  vond.  Na  de  Babylonische  Ballina-schàn  J  a®"  aanvan8 der bistorio 
 dgieen oemmede.s  tal  burgers  van  het  vmroeeggeerree   KkoonminnkJirniijkk   Jtu Tda   ware®n ,t ervuegeklaele  reJnoddeenrt7  
 m m m