toebereid en gedroogd, zeer dik is en zoo hard als hoorn, hoewel niet zoo broos, en
6Tr" doorschlJnend- Het schild is gewoonlijk versierd met vier ronde metalen
f l» ; aaai § 1 gewo<in exemplaar slechts van ijzer zijn, doch aan een bijzonder
h?t u / erm? fcedekt. De lezer ziet, dat de bijna juiste gelijkenis tusschen
het Indische schild en den heukelaar der Hooglanders niet te miskennen is.
«LT'i ° T lge ge ee en dei waPenrusting zijn met goud ingelegd, evenals de gedeelten,
die beschreven zijn geworden. ° .
De onderstaande afbeelding vertoont verscheidene voorwerpen, die in den oorlog
gebruikt worden. In het midden bevindt zieh een malienkolder, een buitengewoon
schoon exemplaar, waarvan elke schakel een spreuk uit den Eoran draagt. Onderaan
zyn drie schakels afgebeeld, naar de grootte van het oorspronkeliilce geteekend.
Wanneer men het groote aantal van dergelijke schakels nagaat, die noodig zijn, om
een malienkolder te vormen, zal men zieh eerst een goed begrip kunnen maken van
az®ndel? arbeid, er aan besteed; de letters kunnen eerst gevormd worden,
ü f t ä schakels meengezet zijn, daar zij anders bij het smeden zouden uitgewischt
worden. De helm, by deze rusting behoorende, is naast den malienköldet afgebeeld.
INDISCHE WAPENEN EN WAPENRUSTING.
Tusschen, den heim en den malienkolder bevindt zieh een Kurg mes of dolk.
Dit wapen is nu eens zeer eenvoudig, dan weder schittert het van goud en juweeleii
op gevest en scheede,
Nog twee andere eigenaardige vormen van den Indischen dolk zijn op de
afbeelding te zien. De eene, aan de andere zijde van den malienkolder, is vooral bij
rijken zeer gezöcht. Hij is geheel van staal en de twee dwarsijzers vormen het
handvatsel. De vorm van het lemmer verschilt eenigszins in verschillende exemplaren
maar de algemeene vorm is bij alle dezelfde. Er zijn er van twintig duim lang, die
juist een K.G. wegen, zoodat het een onhandig wapen moet zijn, om in den gordel
te dragen. Het zoogenaamde lemmer is bijna een voet lang, plat naar het handvatsel
toe en binnen vijf duim van de punt plotseling in een soort van vierhoekige
bajonet toeloopende van iets. meer dan een halven duim dik.
De lezer ziet, dat, wanneer deze dolk gegrepen wordt, de stalen voortzettingen van
het handvat aan iedere zijde van den pols uitsteken en dezen en het benedengedeelte
van den arm met vrucht tegen een slag van het zwaard bewaren. Het gewicht van
dit instrument, zoowel als de kracht, waarmede een stöot kan toegebracht worden
op dezelfde wijze als dit bij het boksen geschiedt, maken he t wapen bijzonder
geschikt, om tusschen de plooien der kleederen door te dringen of zelfs tusschen de
Scharnieren der wapenrusting.
Behalve deze is er nog een wapen, dat men nauwelijks voor een dolk zou houden.
Het is evenwel een dolk, vervaardigd van de twee hoorns der Indische antilope.
In den eenvoudigsten vorm van dit zonderlinge wapen zijn de hoorns met hun basis
zoodanig verbonden, dat zij elkaar ongeveer zes duim ver kruisen. De kromming
der basis verschaft aldus een soort van handvatsel, hetwelk op zulk een wijze kan
gegrepen worden, dat de drager van het wapen er rechts en links mede kan stooten
en te midden van een troep menschen in körten tijd een groote verwoesting
aanrichten.
Zulk een dolk zou binnen den tijd van een half uur kunnen gemaakt worden en
zelfs in weinige minuten zou een tijdelijk wapen zijn samen te stellen door de hoorns
samen te binden. Doch de Indiers versieren gaame hun wapenen en daarom
vervaardigen zij dikwijls een hol stalen gevest in den vorm van een beker, met de
gebogen zijde naar buiten. Men steekt de hand in dezen beker als in de open-
gewerkte greep van een schermsabel. De dolk op de afbeelding heeft een dezer
stalen grepen. Op sommige plaatsen is dit wapen zoo gezöcht, dat, in plaats van het
van antilopehoorns te maken met een stalen gevest,
de geheele dolk van staal is en de punten in navol-
ging der hoorns gemaakt worden.
Dit laatste wapen is ook bij de Afghanen in
gebruik en houdt zoowat het midden tusschen een
zwaard en een dolk. Ook de Mooren hebben een
dergelijk wapen.
Er is nog een soort van zwaard, dat niet onop-
gemerkt mag voorbijgegaan worden. Het ziet er als
een recht moorddadig wapen uit en is juist volgens
het tegenovergestplde beginsel vervaardigd van dat
van het reeds beschreven zwaard. Bij dien vorm van
zwaard . is ; de scherpe kant aan de buitenste kromming
van het lemmer, dat naar de punt toe smaller
wordt. Bij het andere zwaard bevindt de scherpe
kant zieh aan de inwendige kromming en wordt het
lemmer zeer breed aan de punt. Het gewicht van
dit zwaard bedraagt iets meer dan twee K.G.
Zeer waarschijnlijk zal de lezer het voorwerp op
de nevensgaande afbeelding nauwelijks onder de
DE CHAKRA OP HET QTJOIT-WAPEN.
klasse van wapenen rangschikken. De lange, kegel-
vormige, zwarte muts is ongetwijfeld een hoofddeksel en de messen, die tusschen
de plooien gestoken zijn, gelijk de Iersche werklieden hun pijpen op den hoed
dragen,' zouden licht als dolken te gebruiken zijn.. Wij hebben evenwel niets met
den hoed, noch met de messen te doen, maar wel met de slingerartikelen, die er
omheen zijn geslagen.
Dit werptuig, chakra geheeten, heeft eenige overeenkomst met den boomerang van
Australie of het werpmes van den Fan-stam, daar het bestemd is, om te snijden en
niet te steken, zooals gewoonlijk het geval is met de slingerwapenen. Het wordt
vervaardigd van dun staal en zoo scherp als pen scheermes aan de buitenzijde geslepen.
De wijze van werpen bestaat hierin, dat men het om den wijsvitiger windt en het
dan voortslingert. De lezer kan zieh voorstellen, dat zulk een werptuig, dat niet
alleen een voorwerp treft, maar op hetzelfde oogenblik terugspringt, een gedueht
wapen moet zijn. Men mikt gewoonlijk op het gelaat van den tegenstander en een
bekwaam krijgsman kan er snel achtereen vier of vijf werpen, terwijl een er van
stellig treft en het aangezicht verwondt of neus of lip geheel afsnijdt.
Een dergelijk wapen, van koper in plaats van staal, wordt door de vee-vergiftigende
Muches gebruikt; zij geven er den naam van „thäl” aan.
De chakra is het bijzondere wapen van Vishnu en wordt op de talrijke voorstellingen
van die godheid aangetroffen, in een van de handen hangende. Ook andere godheden