386 ONTWIKKELING YAN HET HUWELIJK
meerderjarige huishoorige is echter naar buiten van rechtswege vrij tot handelen;
hij kan processen voeren en een afzonderlijk familiegoed voor zieh bekomen. Dit
laatste moet, als hij het verlangt, openlijk bekend gemaakt worden en heet daar-
naar „Kimei-zaisan”, d. i. bekend gemaakt vermögen.
Op alle veranderingen in de huisverhouding en alle belangrijke gebeurtenissen in
het familieleven heeft -sedert oude tijden een nauwkeurige controle bestaan door
inschrijving in registers. De eerste registreering zou reeds hebben plaats gehad
onder keizer Sujin 97-30 v. Chr., met het oog op de toen geheven personeele belasting.
❖ * *
Het huwelijk heeft in Japan in den loop der eeuwen alle Stadien doorloopen. In
de oudste half-mythische periode, d .i. van keizer Jimmu tot Mommu (66 jaar voör
Chr. tot 707 jaar na Chr.), werd het huwelijk in Japan beheerscht door het „vader-
recht”, gesloten enkel door goedkeuring of vergunning of door samenwoning. In dien
tijd bestond er polygamie in dien zin, dat tusschen vrouw, concubine en maitresse
geen verschil werd gemaakt en de vrouw ieder oogenblik afgedankt kon worden. De
verhouding van de echte vrouw tot de concubine werd gewijzigd onder Chineeschen
invloed aan het eind van genoemde periode en bleef tot nu toe aldus voortduren.
Evenwel ontbreekt het niet aan sporen van vroegere Stadien in het huwelijksleven.
Yolgens een bericht van prof. Naito blijkt uit verhaien en oude fabels, dat in een nog
vroegeren tijd de vrouwen in het geheel niet met de mannen samenwoönden, maar
dat de mannen van hun onderscheidene vrouwen een des nachts bezochten. Ook
bleven de kinderen in het huis der moeder; zij gingen niet met den ' vader. mede,
een toestand, die op het moederrecht (matriarchaat) wijst. Zelfs wordt verhaald, dat
tot in de middeleeuwen het huwelijk in het eerst dikwijls heimelijk gesloten werd,
tot eerst na eenigen tijd de man de vrouw, in plaats van haar in de stifte des nachts
te hezoeken, bij zifcb in het huis des vaders nam. Ook van de oude gewoonte van
den vrouwenroof als oorsprong van het huwelijk werden hier, spor'en gevonden. In
het oude spraakgebruik van den hofadel wordt het nemen van een vrouw aangeduid
met het woord „nusumu”, dat beteekent „stelen”, iets, wat eveneens op den vroegeren
roof der vrouwen wijst. Nog tegenwoordig is op het eiland Amakusa bij Nagasaki
een vorm van het sluiten des buwelijks bekend, die genoemd wordt „tanin no
musume wo nusumm”, d. i. letterlijk: de dochter van een ander stelen, en welke in
den vorm bestaat in een rooven der vrouw. Een andere merkwaardige eigenaar-
digheid is het in den tijd der Kojoki-verhaien bestaande huwelijk met een jongere
zuster, iets wat karakteristiek is voor zekere vroegtijdige ontwikkelingsstadien. Ook
huwelijken met tantes, stiefmoeders en halfzusters worden vermeld.
Er bestaat in Japan een in rechtelijk en economisch opzicht belangrijk verschil
der huwelijken, al naar de huishoorigheid. Het gewone geval is, dat de vrouw
in het huis van den man komt inwonen en tot het einde des huwelijks daar „Kazokujfi
(verwant in wonende) is. Doch daarnaast vindt men ook het geval, dat de man
rechtelijk en economisch in het huis der vrouw wordt opgenomen. Dit kan geschieden,
wanneer iemand door den schoonvader als zoon geadopteerd-wordt, die gelijktijdig
of later met de dochter huwt, of doordien een vrouw, die zelf door erfenis „Koshu”
geworden is, een echtgenoot in haar huis opneemt. In dit laatste geval wordt de
echtgenoot weldra „Koshu” in plaats van de vrouw, in het eerste alleen dan, wanneer
de schponzoon gelijktijdig als erfzoon is geadopteerd en de vader der vrouw is over-
leden of in rüst gaat leven. In beide gevallen is echter de echtgenoot tamelijk
afhankelijk, daar scheiding of opheffing der adoptie kan plaats hebben, waardoor
alle rechten van den Koshu verloren gaan.
Het sluiten van het huwelijk heeft plaats zonder dat iets, wat wij verloving
noemen, voorafgaat. Over ’t geheel wordt zonder voorloopig verdrag of verloving het
huwelijk in alle details door een huwelijksverdrag gesloten.
Een vereischte voor het tot stand komen van het huwelijksverdrag is de toestem-
ming der wederzijdsche ouders, en in den regel ook van de andere nabestaande
hoogere bloedverwanten, als oudere broeders en de broeders des vaders. De toestem-
VOLTREKKING VAN HET HUWELIJK. POLYGAMIE. 387
ming van het paar zelf blijft op den achtergrond of wordt zelfs onnoodig geacht.
Het huwelijk is, naar het patriarchale begrip, een zaak der familie, niet van de
jongelieden zelf. Een huwelijksbemiddelaar brengt, volgens de goede zeden des lands,
het huwelijk tot stand; soms ook werken hiertoe wel meer bemiddelaars samen. In
Nagato wordt voor een meisje van 11—13 jaren reeds een bloedverwant als huwelijksbemiddelaar,
„Kane-oya”, aangewezen, welke alle zorgen en pliehten omtrent bemid-
deling" tot het töekomstige huwelijk op zieh neemt. Bij de huwelijksplechtigheid
schenkt deze dan aan de vrouw de benoodigdheden tot het zwart maken der tanden,
dat bij gehuwde vrouwen steeds een gebruik was, maar thans afneemt. De voltrek-
king van het huwelijk wordt door bepaalde symbolische handelingen, welke in de
onderscheidene deelen des lands verschillen en veelal in geschenken bestaan, zichtbaar
voorgesteld. ..
Het meest verbreid is het gebruik, om een zak sake (rijstbrandewyn) over te
zenden; in Iwaki en Hizen wordt een zak thee gezonden; in Osumi bezoekt de man
zijn aanstaande en daarna omgekeerd, terwijl beiden rijstmeelkoeken als geschenken
medebrengen.
Van deze symbolische geschenken moet het eigenlijke huwehjksgeschenk, het
„Yuino” onderscheiden worden. Wel wordt het soms met genoemde geschenken
verbonden, doch meest kort voor het huwelijk overgebracht. Het bestaat in visch,
vogels, kleedingstukken, vlas of geld, verschillend in waarde al naar den rang en
den rijkdorm Ook de vrouw zendt dikwijls aan den toekomstigen echtgenoot een
tegengeschenk, doch dat minder in waarde is.
Het huwelijksfeest bestaat tegenwoordig in hoofdzaak uit een feestelijk gastmaal,
dat bij het gewone huwelijk in het huis des bruidegoms, bij het adoptief huwelijk
in het huis der bruid wordt gehouden. Daarbij speelt het zoogenaamde „San-san-
kudo”, d.i. „drie-drie, = negenmaal”-, een hoofdrol, hetwelk bestaat uit een negenmaal
afwisselend drinken van bruid en bruidegom uit een sake-schaal. Opmerkelijk is het,
dat bij de huwelijksplechtigheden noch een priesterlijke, noch een staatsambtelijke
medewerking plaats heeft. Wel wordt de plaatselijke bestuurder dikwijls er bij uitge-
noodigd, doch hij neemt een plaats in heneden den huwelijksbemiddelaar, die de
eereplaats heeft.
Wanneer eigenlijk het huwelijk als gesloten kon gelden, was dikwijls een moeie-
lijke vraag in Japan, vooral als er sprake was van echtbreuk door de vrouwen in
dergelijke gevallen. Daarom heeft een verordening van 1877 daarin voorzien door
te bepalen, dat, wanneer de huwelijksaankondiging, of bij ontbreken van deze, de
ceremonie „San-san-kudo” heeft plaats gevonden, het huwelijk als gesloten kan be-
schouwd worden. Ook het feitelijk samenleven wordt als een wettig bewijs voor
het gesloten huwelijk beschouwd. Meer en meer naderen in den jongsten tijd ook
de huwelijkswetten in Japan de Europeesche;
Als minimum leeftijd voor het huwelijk is voor den man het 16e en voor de
vrouw het 13® jaar vastgesteld. Vroeger werd het huwelijk tusschen de verschil-
lende standen der Daimio’s, Kuges’, Samurai’s en Heimin’s alleen vergund met staats-
goedkeuring, doch de handhaving van die bepaling gold alleen streng voor de beide
hoogste klassen. In 1871 zijn die beperkingen opgeheven. Omtrent verbodsbe-
palingen van huwelijken tusschen bloedverwanten is noch in de zeden des volks,
noch in de wetten iets te vinden; het Chineesche grondbeginsel van strenge exogamie
(zie pag. 295) schijnt in Japan geen ingang gevonden te hebben. Wel bestaan er
echter verschillende verbodsbepalingen omtrent huwelijken. Een echtbrekende vrouw
mag bijv. niet in ’t huwelijk treden met den man, waarmede zij de overtreding
beging. De huwelijken tusschen Japaneezen en buitenlanders zijn wettelijk geregeld.
Erfelijke ziekten in de familie van een der te huwen personen kunnen voor de
familie een reden zijn, om het huwelijk tegen te gaan. Het huwelijk is aan de
Buddhistische priesters, uitgezonderd die der Shin-sekte, verboden, evenwel niet aan
de Shinto-priesters van den nationalen eeredienst der voorvaderen.
Het nemen van bijvrouwen of concubines was van oudsher in Japan een luxe-
privilegie der hoogere standen. Hoewel het den lageren standen om economische
redenen niet mogelijk was, meer dan een vrouw te nemen, was het daarenboven ook
wettig verboden. De 52e der zoogen. 100 wetten van Iyeyasu zegt: de keizer heeft