
 
        
         
		drank  haoma  of  parahaoma,  de  laatste  juist  als  het  Indisch  soma.  Tot  het  offeren 
 kfirinettenge]lfr t n  A^esta<  reeiteerend  opgezegd,  begeleid  door  fluiten,  die  op 
 at  ,  gehjken,  trommels  en  het  slaan  op  klankbekkens. 
 Na  de  geboorte  wordt  het  kind  van  den  geloovige  volgens  het  heilig  voorschrift  
 gewaschen, _  en  wel  dnemaal  met  de  heilige  vloeistof  der  Indiers  en  Iraniers,  
 „de  koe-pis  (de  koe  is  een  heilig  dier)  en  eenmaal  met  water.  Met  het  vijfde  jaar  
 wordt  het  kind  in  t   onderscheid  tüsschen  goed  en  kwaad  onderwezen;  van  ziin  
 zevende  jaar  wordt  het  beschouwd  als  te  handelen  met  oordeel  des  onderscheids  en  
 is  het  aan  de  remigingsgebruiken  öiiderworpen.  Zoodra  het  kind  15 jaar is, wordt het  
 met  den  heiligen  gordel  bekleed,  en  dezen  mag  het  niet  weder  afleggen  dan  des  
 nachts.  Die  gordel  moet  uit  72  draden  bestaan,  mag  niet  van  zwarte  wol  ziin  en  
 vormt  met  een  kort  hemd  een  herkenningsteeken.  J 
 E EN   OTJDE  TOEEN  D E B   V U UBAANBIDDEB8  T E   BEH,  NA BU   TEHEBAN. 
 Ook  het  sluiten  der  huwelijken  is  voor  hen  een  godsdienstige  plechtigheid.  Zii  
 achten  het  verdienstelijk,  huwelijken  onder  bloedverwanten  te sluiten.  De huweliiken  
 hebben  meestal  op  vijftienjarigen  leeftijd  plaats.  Reeds  veel  vroeger  geschiedt  
 meestal  de  verlovrag,  door  den  priester  dikwijls  tot  stand  gebracht.  De  bruiloft  
 wordt  voorafgegaan  doof  reinigingen;  de  priester  bestrooit  in  de  woning  der  bruid.  
 het  paar  met  veldvruchten  en  graankorrels,  als  Symbolen  van vruchtbaarheid.  Alleen  
 als  de  eerste  vrouw  geen  kinderen  voortbrengt,  mag  met  haar  toestemming  een  
 tweede  vrouw  genomen  worden;  ' 
 Het  lijk  van  den  Pars  wordt  niet  begraven,  zeiden  wij,  omdat  het  onrein  is.  Op  
 een  zerk  wordt  het  naar  een  door  muren  omringde  plaats,  het  dakhma,  gebracht.  
 met  een  ingang  naar  het  oosten,  en  in  wier  midden  een  diepe  holte  is.  Daar  
 wordt  het  pnjsgegeven  aan  de  vleeschetende  vogels.  Een  dakhma  is  voor  365  lijken 
 bestemd.  De  lijkendragers  moeten  zieh  na  de  begrafenis  reinigen  en  uit  het huis van  
 den  overledené  wordt  het  vuur  weggehaald  en  eerst  na  negen  dagen  terug gebracht. 
 Het  Perzische  Rijk  heeft  een  oppervlakte  van  1,645,000  K.M2.  De  tegenwoordige  
 bevolking  geeft  de  Almanach  de  Gotha  (1898)  op  als  pl.  m.  9  millioen,  waarvan  2,5  
 millioen  nomaden  zijn.  Volgens  de  opgave  van  Houtum-Schindler  in  1881  was  de  
 bevolking  als  volgt  verdeeld : 
 99  steden    .................................................... ..  1963 600  inwoners. 
 Dorpen  en  districten  zonder  steden  .  .  .  .  3 780 000  » 
 •  A r a b ie r e n ....................  57  800  familien 
 J   Türken  I ....................   160  000  » 
 *  Kurden,  Lak  . . . .   150 000  »  f l   909 800  » 
 |   Belutschen,  Zigeuners  .  4  600  » 
 i2,  Baehtaren,  Luren.  .  .  52 000  » 
 Totaal  . . .   7 653 400  inwoners. 
 Deze  eijfers  berusten  alle  op  schatting;  wegens  gemis  van  volkstellingen  heeft  
 men  geen  juiste  eijfers.  .  .  .. 
 De  volksdichtheid  in  Perzie  is  zeer  gering,  vooral  m  het  woestijnachtige  bmnen-  
 lan d ;  naar  de  randen,  waar  de  landbouw toeneemt  en  het^ nomadenleven  vervangt,  
 waar  de  meeste  steden  gevonden  worden,  neemt  de  volksdichtheid  toe.  Die  bevolking  
 zou  voor  den  godsdienst  in  1881  bestaan  u i t :  6,860,000  Sjiieten,  700,000  Sun-  
 nieten  en  Mohammedaansche  sektariers,  8,000  Parsen, 19,000 Joden, 43,000 Armeniers  
 en  23,000  Nestorianen  en  Chaldaeers. 
 *  * * 
 Perzig  is,  evenals  het  Turksehe  gebied,  een  absolute  monarchie.  In  vele  opzichten  
 komt  de  inrichting  der  regeering  met  die  van  Turkije  overeen,  wat  in twee Mohammedaansche  
 staten,  beide  met  den  Koran  als  hoofd-wetboek,  wel  het  geval  moet  
 zijn.  De  vorst  voert  den  titel  van  Sjach,  of  officieel  luidt  het  „Sjachinschach  ,  
 d.  i.  koning  der  koningen.  Hij  is  meester  over  het  leven  en  de  bezittingen  van  al  
 zijn  onderdanen,  en  de  vorige  Sjach’s  wisten  zieh  door  dit  recht  niet  zeiden  een  
 buitengewoon  privaatvermogen  te  verwerven. 
 Hoewel  de  Sjach  oppermachtig  is  in  alles,  gaat  dit  niet  zoo  ver,  dat  hij  handelen  
 en  besluiten  mag  tegen  de  voorschriften  van  den  Koran  en  de  interpretaties  en  
 toevoegingen,  daarbij  aangenomen.  De  Sjach  is  verlegenwoord igor  van  den  profeet  
 en  op „dien  grond  is  men  hem  in  alles  gehoorzaamheid  verschuldigd. 
 Onder  den  Sjach  werd  vroeger  het.  bestuur  slechts  gevoerd  door  twee  hooge  
 dignitarissen:  de  grootvizier  en  de  tresaurier,  doch  in  den  laatsten  tijd,  na  1893,  
 is  de  regeering  naar  Europeesch  voorbeeld  onder  onderscheidene  ministerieele  
 departementen  verdeeld.  '  * 
 Het  land  is  verdeeld  in  33  provincien,  bestuurd  door  gouverneurs-generaal,  die  
 onmiddellijk  verantwoordelijk  zijn  aan  het  hoofd-göuvernement en die in de districten  
 onder-gouverneurs  kunnen  benoemen.  Deze  gouverneurs  noemt  men  „hakim”.  Elke  
 stad  heeft  een  besturend  hoofd,  „kaläntar”  of  „darogha”  geheeten,  en  de hoofflen der  
 nomaden-stammen  heeten  „ilkhäni”,  „ilbeggi”,  „wali”,  ,.scheik  ,  enz.  Deze  hoofden  
 zijn  verantwoordelijk  voor  het  aandeel  in  de  belastingen,  door  de  stad,  den  stam,  
 enz.  op  te  brengen.  . 
 De  staatsinkomsten  worden  verkregen  door  bijdragen  van  districten,  steden  en  
 dorpen,  waarvoor  het  bedrag,  dat  zij  moeten  opbrengen,  wordt  vastgesteld  door  
 aanslagen.  Bijna  de  geheele  belasting  drulct  op  de  arbeidende  klassen.  Chnstenen,  
 Joden  en  Parsen  betalen  uiterst  weinig.  Ongeveer  15  pCt.  der  inkomsten  worden  
 verkregen  door  in-  en  uitgaande  rechten,  terwijl  posterij, mijnen en andere concessies  
 het  overige  leveren. 
 Het  Sjiietische  Mohammedanisme  is  staatsgodsdienst  in  Perzie,  zooals  wij  zeiden.