
 
        
         
		■452  SIBERIÈRS.  BALLINGEN  EN  DEPORTATIE. 
 De  nakomelingen  van  deze  vrije  landverhuizers,  die  zieh  gedeeltelijk  met  de  
 inboorlingen  vermengden,  vormen  de  Siberièrs  of  Siberiaken,  de  gezeten  bevolking  
 van  Siberie.  ; 
 *  $ * 
 Naast  de  vrije  emigranten  ,is  er  een  vrij  talrijke  Europeesche  bevolking  in  Siberie  
 gevestigd,  voortgekomen  uit  de  ballingen,  welke  in  .Rusland  tot  verbanning  naar  
 Siberie  veroordeeld  werden. 
 De  geschiedenis  der  deportatie  naar  Siberie  gaat  samen met die der verovering van  
 het  land.  De  eerste  gedeporteerden  kwamen  hier  aan  spoedig na de vestiging van het  
 Russisch  gezag.  Eerst  sederi  de  17e  eeuw  evenwel  kreeg de deportatie meer omvang.  
 De  deportatie  met  veroordeeling  tot  dwangarbeid  in  de  goudmijnen,  salines,  hoog-  
 ovens,  enz.,  ving  eerst  op  aanzienlijke  sebaal  aan  na  het  eind  der  18e  eeuw.  In  bet  
 jaar  1807  bedroeg  het  cijfer  van  de  onder  deze  omstandigheden  gedeporteerden  
 2300  personen.  Gedurende  de  volgende  75  jaren,  van  1.807—1881,  werden  volgens  
 berekening  van  Jadrintzef 642,000  personen  naar  Siberie  gezonden,  onder  welken  er 
 100,000  waren,  die  vrijwillig  eenig  familielid,  meestal  den  echtgenoot  of den  vader,  
 volgden.  Het aantal vrouwen bedroeg 15 pCt. van alle gedeporteerden van 1823—1879 Ih 
 Het  gezamenlijk  aantal  gedeporteerden  in  Siberie  wordt  op  200,000  berekend.  
 Doch  door  den  natuurlijken  aanwas  is  het  aantal  bewoners  van  Siberie,  hieruit  
 voortgekomen,  veel  vergroot,  zoodat  het  op  dit  oogenblik  op  meer  dan  1  millioen  
 geschat  wordt. 
 De  verbanning  naar  Siberie  kan  plaats  hebben  op  verschiffende  gronden  en hieruit  
 blijkt  ook,  dat  er  groot  verschil  in  gehalte  der  gedeporteerden  moet  bestaan.  De  
 deportatie  kon  en  kan  misdadigers  betreffen,  en  in  dit  geval  beeft  men  meestal met  
 bet  uitschot  der  menschheid  te  doen.  In  1653  werd  bevolen,  dat  voor  roovers  en  
 dieven  de  doodstraf  in  deportatie  naar  Siberie  kon  veranderd  worden.  De  gevallen,  
 welke  tot  veroordeeling  tot  deportatie  aanleiding  kunnen  geven,  werden  in  deze  
 eeuw  nog  vermeerderd. 
 George  Kennan,  de  Àmerikaan,  die  een  jaar  in  Siberie  reisde,  onderscheidt  de  
 ballingen  in  vier  groote  klassen,  ni.: 
 1.  Kàtorzhniki  of  veroordeelden  tot  dwangarbeid. 
 2.  Poselévtsi  of  strafkolonisten. 
 3.  Siini  of menschen,  die  enkel  worden  verbannen. 
 4.  Dobrovólni'  of  vrouwen  en  kinderen,  die  vrij willig, naar  Siberie  gaan  met  hun 
 verbannen  echtgenooten  of  ouders. 
 Personen,  die  tot  de  beide  eerstgenoemde  klassen  behooren  en  altijd  voor  misdadigers  
 worden  gehouden,  hebben  alle  burgerrechten  verloren  en  moeten  levenslang  
 in  Siberie  blijven.  Personen,  die  tot  de  derde  klasse  behooren  en  niet  noodzakelijk  
 misdadigers  zijn,  behouden  enkele  burgerrechten,  en  mögen naar Europeesch Rusland  
 terugkeeren,  als  de  duur  hunner  ballingschap  voorbij  is.  Veroordeelde  misdadigers  
 en  strafkolonisten  gaan  naar  hun  strafplaatsen  met  beenketenen  van  vijf  pond  en  
 met  half  geschoren  hoofden,  terwijl  eenvoudige  ballingen  geen  boeien  dragen. 
 Ballingen  der  derde  klasse  zijn : 
 a.  Zwervers,  d.  i.  personen  zonder  paspoorten,  die  hun  identiteit  niet  kunnen 
 of willen  bewijzen. 
 b.  Personen, die  door  het  vonnis  eener  rechtbank  verbannen  zijn. 
 c.  Personen, verbannen  door  de  dorpsgemeenten,  waartoe  zij  behooren. 
 d.  Personen, verbannen  op  bevel  van den  Minister  van  Binnenlandsche  Zaken. 
 In  1885  was het  aantal  veroordeelden uit  verschillende  klassen  als  de stati stiek 
 op  de  volgende  pagina  aangeeft. 
 1)  G.  Kennan  zegt,  dat  van  1823—1887  in  ’tg eh e e l  772,979  ballingen  over  de  grens  van  Siberie  
 gegaan  zyn,  welk  cijfer  volgens  zijn  mededeeling  aan  de  officieele  statistiek  ontleend  zou  wezen. 
 KLASSEN  VAN  BALLINGEN :  DORPEN  IN  SIBERIE, 453 
 1.  D wangarbeiders 
 2.  Strafkolonisten. 
 (  a  . 
 3.  Ballingen b ..................... 
 ■ C  .  • \  d ....................... 
 Mannen. Vrouwen. Totaal. 
 1440 111 1551 
 2 526 133 2 659 
 1646' 73 1719 
 172 10 182 
 3 535 216 3 751 
 300 68 368 
 Vrijwillige  ballingen.....................  2 068 
 3 468 5 536 
 11687 4 079 15 766 
 Uit  deze  statistiek  blijkt,  dat  de  talrijkste  klasse  van ballingen bestaat uit vrouwen  
 en  kinderen,  die  vrijwillig  hun  echtgenooten  en  ouders  volgen. 
 Een  niet  onaanzienlijk  deel  van  de  gedeporteerden  v.ormen  de  politieke  ballingen, 
 d.  i.  zij,  die  wegens  het  verkondigen  van  politieke  meeningen,  welke  in  Rusland  
 nadeelig  geacht  worden,  of wegens  politieke  daden  veroordeeld worden tot deportatie.  
 Deze  personen,  die  meestal  uit  de hoogst ontwikkelde  standen  in Rusland voortkomen,  
 vormen  het  beste  element  der  gedeporteerden.  Evenwel  worden  dezen  onder  de  
 overige  gedeporteerden  verspreid,  zoodat  hun  aantal  niet  goed  is  op  te  geven. 
 Als  de  ter  deportatie veroordeelden  in  Siberie  aankomen,  worden  zij  naar  den 
 aard  der  veroordeeling in  twee  groepen  verdeeld, nl.  in  misdadigers,  die  in 
 gevangenissen  worden  opgesloten,  en  ballingen,  aan  wie  bepaalde  woonplaatsen 
 worden  aangewezen,  en  die  dan  worden  vrijgelaten,  om,  zoo  goed  en  kwaad  als  
 het  kan,  zelf  in  hun onderhoud  te  voorzien.  De eerste  dezer  groepen  omvat 
 alle  dwangarbeiders  en  alle  landloopers.  De  tweede  of  vrijgelaten  groep  omvat 
 alle  gedwongen  kolonisten,  alle  gemeentelijlce  en  de  meeste  godsdienstige  en  staatkundige  
 ballingen.  De  dwangarbeiders  worden  veel  naar  de  mijnen  vervoerd,  om  
 daar  te  werken,  of  in  de  gevangenissen  tot  arbeid  gedwongen. 
 Het  stelsel  der  deportatie  van  gewone  misdadigers  naar  Siberie  heeft  een  zwaren,  
 druk  op  de  maatsehappelijke  toestanden  aldaar  uitgeoefend,  schrijft  Kennan.  Meer  
 dan  twee  derden  van  alle  misdaden, in  de  kolonie  begaan,  zijn  het  werk  van 
 Schurken,  die  daarheen  zijn  gevoerd  en  dan  vrijgelaten  zijn,  en  de  boeren  worden  
 overal  gedemoraliseerd  door  den  gedwongen  omgang  met  dieven,  roovers,  valsche  
 munters,  enz.,  uit  alle  deelen  van  Rusland.  De  eerlijke,  welvarende  bewoners  in  
 Siberie  protesteeren  tegen  de  onrechtvaardigheid  van  een  stelsel,  dat  ieder  jaar  voor  
 hun  deur  een  zeven-  of tienduizend booswichten en Schurken vrijiaat.  Zij  protesteeren  
 niet  tegen  de dwangarbeiders,  omdat  dezen  in  de  gevangenissen  zijn  opgesloten,  ook 
 niet  tegen  de  politieke  en  godsdienstige ballingen,  want  die  overtreders  zijn de beste 
 burgers.  Hun  verzet  is  gericht  tegen  de  ballingen,  die  de  gemeenten  wegens  siecht  
 gedrag  doen  deporteeren,  en  tegen  de  gedwongen  kolonisten. 
 4c  * 4c  
 De  economische  toestanden  der  bewoners  van  Siberie  schijnen  nog  niet  voordeelig  
 te  zijn.  Het  land  was  te  lang  afgesloten  van  het  geregelde  wereldverkeer,  om  in  
 economisch  opzicht  tot  voldoende  ontwikkeling  te  komen,  en  zooals  wij  reeds  zeiden,  
 wordt  doof  de  deportatie  hier  een  volkselement  binnengevoerd,  waarvan  niet  veel  te  
 verwachten  valt. 
 Deze  ontwikkelingsgeschiedenis  der  Siberische  toestanden  drukt  haar  Stempel  op  
 het  leven  der  bevolking,  dat  nog  uiterst  primitief  en  eenvoudig  is.  In  een  zoo  
 vruchtbaar  en  goed  bebouwd  land,  dat zoo bevoorrecht is met natuurlijke rijkdommen  
 als  het  zuiden  van  Siberie,  zou  men  in  de  dorpen  eenig spoor van ondernemingsgeest  
 en  van  smaak  mögen  verwachten.  Doch  het  tegendeel  is, het  geval.  Een West-  
 Siberisch  dorp  bestaat  uit  twee  rijen  ongeverfde  houten  huizen  van  een  verdieping,  
 met  puntig  toeloopende  of  piramidale  daken,  onmiddellijk  aan  de  straat  staande,  
 zonder  een  plaatsje  of  hek  of  iets  er  voor.  Tusschen  elk paar huizen is een afgesloten  
 pleintje,  waar  men  een  paar  afdakjes,  schuurtjes  of  bergplaatsen  voor  koren  vindt,  
 en  op  dit  plaatsje  is  de  ingang  tot  het  huis.  De  deur  der  plaats  is  soms  versierd  
 met  uitgesneden  of  geverfd  houtwerk,  en  de  vensters  der  huizen  .zijn  meestal  fraai  
 beschilderd.  Doch  op  deze  uitzonderingen  na  zien  de  woningen  er  allereenvoudigst