132 TEGENWOORDIGE BEVOLKING VAN KLEIN-AZIfi.
Toch bleef, zelfs bij den eeuwenlangen worstelstrijd der volken, de zon der beschaving
nog lang schijnen over Klein-Azie. Eerst toen de Türken onder Osman in het
oude Bithyme hun legerkamp opsloegen en in Brussa een wapenplaats benevens de
begraafplaats hunner sultans deden verrijzen, toen zij van hier hun macht naar Europa
overbrachten, verviel die bloei langzamerhand, en stortte de tempel der oude bescha-
ving in puin. Zoo is Klein-Azie een ruinenland geworden, zoowel van aloude kunst
als van verwoeste volken.
* * *
YVij mögen niet langer bij het verleden vdrwijlen, doch moeten ons met de te<mn-
woordige bevolking van Klein-Azie bezighouden. Uit de enkele feiten der geschiedenis
yan dit land, waarop wij slechts vluchtig wezen, valt af te leiden, dat de bewoners
m Klem-Azie zeer verschillend moeten zijn. Hoofdzakelijk kan men er vier groote
volkengroepen onderscheiden, nl. Osmanische Türken, Grieben, Armeniers en Kurden
welke beide laatste groepen hoofdzakelijk het oosten, nl. de grenslanden van Armenib
en Kurdistan bewonen. De Kurden wonen ten westen van de Euphraat, die men als
de grensrivier van Armenie kan beschouwen, en zijn hoofdzakelijk nomaden, roovers
Zoo hier en daar zijn zij stadsbewoners, doch bij voorkeur houden zij zieh op in het
gebergte.. (Zie bij de Kurden).
Een tegenstelling met de Kurden vormen de Armeniers, die zieh bijna in alle
steden van Klein-Azie' bevinden, en als kooplieden, bankiers en in andere fmancieele
ondernemingen optreden. (Zie bij Armeniers). Zij behooren tot de Armenische of
tot de Katholieke kerk.
De Grieken bewonen hoofdzakelijk de westkust en een gedeelte van de noordkust.
Zij behooren tot de Grieksche kerk en hebben de Grieksche taal, zelfs nog in de
dorpen te midden der Osmanen, behouden.
De hoofdbevolking vormen de Osmanische Türken, die ne'rgens in zoo groot aantal
en zoozeer m gesloten massa wonen als hier, bovenal in het binnenland en in het
zuiden van het schiereiland.
Verder vindt men in het land nog Turkmenen, Jürüken en Tscherkessen of Cirkassiers
Een van de versehijnselen, die den reiziger in Klein-Azie het meest treffen, is het
door elkander wonen van die verschillende, onvermengde rassen. In een half dozijn
dorpen, die men op een dag bezoekt, kan men vier ä vijf verschillende volksstammen
leeren kennen, leder met zijn eigen zeden, kleeding, taal.en zelfs godsdienst, ieder
levende in zijn eigen dorp, nooit onder elkander huwend en zelfs zelden het dorp van
een andere natie op körten afstand Jbezoekend. De groote algemeene onderscheidino-
van Chnstenen en Mohammedanen is hier geheel onvoldoende en leidt op een
dwaalspoor. Het Mohammedanisme is hier niet de eenheidsband, welke de volken
verbmdt. De Turksehe boeren koesteren een sterker haat tegen de Cirkassiers, strenge
en gelopvige Muzelmannen, dan tegen de Grieksche en Armenische Christenen. Dikwifls
ontmoet men een Griek in een Turksch dorp, zittende in de oda, in blijkbaar
vnendschappelijk gesprek met het volk, maar zelden ziet men een Turk in een Cirkassisch
dorp en evenmin een Cirkassier in een Turksch dorp; wanneer dit het geval is
gevoelt hij zieh onder vijanden.
Ditzelfde verschijnsel vond men reeds in ouden tijd. Strabo spreekt reeds van de
verscheidenheid der rassen en volken in Cappadocie in den Christelijken tijd en
evenals nu vond men er toen ook geen vermenging door huwelijken. Wel trac’htte
men onder het Romeinsch bestuur die verscheidenheid uit te wisschen, doch dit scheen
vruchteloos. Ook het Christendom was daartoe niet in staat, al werkte het in deze
richting.
Sedert evenwel de Seldsjukische Türken Azie veroverden, is de samensmelting der
rassen bijna geheel opgehouden, behalve dat de Christenen, die het Mohammedanisme
aannamen, zieh met de Turksehe immigranten vermengden. Doch tal van volken
hebben zieh verspreid over het ongelukkige land, dat de brug voor het volkenverkeer
tusschen twee werelddeelen vormde, en de stroomen der rassen in elkander drong
Zoo ontstond er groote verscheidenheid, maar al die rassen lieten er onvermengde
vertegenwoordigers achter, die wel gewijzigd werden in het land en door de omstan-
digheden, doch zuiver bloed bewaarden.
DE TÜRKEN. OPLOSSING VAN CHRISTENEN IN DE TÜRKEN. 133
Van de bevolkino- van Klein-Azie beschouwen wij in deeerste plaats het heerschende
volk of de Turken,° dat ook de meerderheid uitmaakt. Hierbij moeten wij bedenken,
dat die naam gegeven wordt aan alle Muzelmannen in Klem-Azie, zonder daarbij
hpDaaldeliik op de afkomst van Turksch bloed te letten.
De Türken of Osmanen stammen af van het oude cultuurvolk der Uiguren,,d-ie m
u “K v L Azit omstreeks 745 n. Chr. een rijk hadden gesticht. Zij behooren
derha°ve tot het Mongoolsche ras. Een tak van dat volk, nl. de Seldsjuken, verplaatste
r i e h I r de 11« en 12° eeuw naar het westen en bemachtigde een groot deel van
Voor-Azie,' Uit die Seldsjuken zijn de tegenwoordige Türken voortgekomen. Wij
zullen die afkomst nader bespreken bij de beschnjvmg der andere volken van het
MDeg0Tu?kenr noemen zieh zelf Osmanen (naar Osman, 1288-1326) Zij zijn een
schoon siag van menschen met edele gel'aatstrekken Als eigenaardigenationae
trekken kenmerken hen ernst en waardigheid, matigheid, gastvrijheid, zedelijkhe
in handel e “ wandel en dapperheid. Verder onderscheiden zij zieh minder günstig
door heerschzucht, overdreven nationalen trots, rehgieus fanatisme, fatalisme en zucht
tot hiieeloof Ondanks hun goeden lichamelijken en geestelijken aanleg zijn zij bij
de Ä e Europeesche volken . in beschaving achtergebleven en met tegenzm zagen
fi„+ (je vVestersche beschaving zieh een weg baande m hun land.
Het huwelijk der Türken berust op dezelfde beginselpn als bij de ™eeste
medaansche volken (zie pag. 35). Hun huwelijk is een burgerlijk eontract, dooi
man rnet de femihe der v t o u w voor den Kadi gesloten. Het nemen van vier vrouwen
is ceoorloofd doch in het nemen van concubmen is ieder vnj, en de daarbij verwekte
kinderen worden als wettige kinderen beschouwd. Hoewel de ontbmdmg van het
hnweliik ¡remakkelijk gaat, komt die toch niet veel voor. HJSMU;
De kleedin»- der mannen bestaat in een ruimen rok met veel vouwen, >>kafti“
neheeten of m een kort jak, een ruime beenbedekking, een vest zonder kraag, een
om het ’lijf o-ebonden band van gekleurde stof en meestal gele pantoffels of laarze“ -
Het hoofd wordt bedekt door den tulband. Bij de beambten is deze natwnaie dracht
door den Fränkischen zwarten rok, nauwere pantalon en de roode fez'
kwast vervangen. Het hoofd wordt kaal geschoren en alleen een bundel blijft op den
"D e "6! ™ i n ^ ^ s ^ d e n T a V n 'Ä e d i n g , die roksgewijze het geheele lichaam
bedekt en gaan niet uit zonder het gezicht te bedekken met een slmer
De Türken beschouwen zieh gaarne als een homogeen volk, een zuiver ras. Die
meening is evenwel geheel onjuist, want in werkelijkheid zijn het versch llende
varieteiten die onder den naam Türken worden samengevat, zooals wij reeds zeiden.
De T ü r k e i uit de steden verschillen veel van die uit de dorpen en ook dezen
verschillen aanmerkelijk van district tot distnet, hetgeen op verschillende afkomst
versenumn J ; h ; voorbeeld van rassenvermengmg m Klem-
W m Het is “ onder twijfel, dat een aanzienlijk gedeelte der Christenen in Anatohe
zieh bii de verovering door de Türken hebben opgelost in dit volk, zooals wij reeds
opmerkten In Phrygie en Pisidie toch verdween de Christenbevolkmg bijna gehe
en werd Hj Mohammedaansch, enkele kleine Christelijke nederzettmgen en st:adsliwar
tieren uit<iezonderd; echt Christelijke steden als Laodicea werden m körten tijd bijna
geheel ^fo^iammedaansch en het kleine overblijfsel der Christenen verhu.sde of
^DtTreden van den overgang lag voor een gedeelte in de politiek der Türken. Een
rechtstreeksche vervolging der Christenen werd door hen niet J
hielden rangen en posten alleen open voor Mohammedanen. Op deze wijze was ae
overgang tot den Islam voor velen een gemakkelijk middel, omtot eer en vooideehge
b6DezeklreSdeen ^lleen'fs11 niet voldoende, om dien overgang te verklären. Eot tweede
kwam hier noo- bij. Phrygie was altijd een broemest van kettenj geweest. De kettera
ondervonden steeds een zeer harde behandeling va\ , h e tH XoortOolters<ment Yele dier kettersche leerstellmgen nu waren gekleurd door OostersSeih°eeU iiddeeeeelnn
“n zoo was er een sterk Oostersch karakter in de gedachten der bevolking gelegd
Daardoor was er van nature een neiging, om over te gaan tot een godsdienst met