
 
        
         
		3aSA?L'  I   T   ?   en. keeren  eerst  in  den  laten  herfst  naar  hun  winterle<rers  weer-  
 om W j l   H  U1'den  :laarente° en  8aan  vroeger  van  de  weiden  terug  naar  hun T orp’  
 te  verrichten  WInter  te  verzamelen,  graan  te  malen,  en  veldarbeid 
 KURDISCHE  DAME  IN  KLEEDING  BUITENSHUIS. 
 4°rPen>  of  beter.  de  wmterlegers  der  Kurden,  liggen  in  den  regel  in  I  
 nabijheid  eener  rivier.  Een  dergelijk  dorp  maakt  een  armoedigen  indruk  E  
 wonmgen  der  Kurden  zijn  hutten,  die  eerder  aan  holen  doen  denken  dan  aa  
 menschelijke  yerblijfplaatsen;  zij  zijn  half  in  den  bodem  en  half  boven  den  grom  
 bij  sommigen  heeft  het  dak  zelfs  een  gelijk niveau met den'bodem.  Alleen het blaffe 
 der  honden  en  de  opstijgende  rookwolken  verraden  de  nabijheid  van  menschelijke 
 W°Die ^hutten  liggen  verstrooid  door  elkander  in  grillige  wanorde.  De  muren  dei  
 hutten  ziin  van  leem  gevormd,  daarover  legt  men  balken  met  deknjs,  da,t  yervot-  
 o-ens  met  aarde  overdekt  wordt,  en  hiermede  is  het  dak  der  womng  gereed.  In  het  
 lebergte  worden  de  hutten  van  los  op  elkander  gelegde  steenen  gebouwd.  Het  dak  
 behoudt  eenige  openingen,  waardoor  het  licht  kan  binnendringen;  bij  nacht  worden  
 deze  in  den  winter  met  hooi  dichtgestopt,  terwijl  zij  m  de  zachtere  tijden  des  jaar- 
 °PDe ginrichting  der  woningen  is  hoogst  eenvoudig.  De  hoofdruimte  dient  tegelijk  
 voor  ontvangstkamer,  slaapkamer  en  voorraadkamer.  Bij  de  welgestelden  bestaan  
 de  hutten  uit  twee  of  drie  kamers;  in  de  eene  wonen  de  vrouwen,  in  de  tweede  
 de  mannen,  terwijl  de  derde  kamer  voor  bewaarplaats  dient.  Naast  het  woonhuis  
 ziet  men  de  stallen  voor  het  v e e :  hoomvee  en  schapen.  Längs  de  wanden  der  
 woonkamer wordt  uit  steen  of  leem  een  kleine  verhooging  gevormd  1),  waarop  men  
 allerlei  zaken  bergt.  Aan  den  tegenovergestelden  muur  vmdt  men  den  vuurhaard,  
 hier  als  kamine,  daar  enkel  op  eenige  steenen.  Zoodra  het  vuur  wordt aangemaakt,  
 vervult  een  dichte  rookwolk  het  geheele  vertrek.  ,  , .  .  ..  . 
 De  winter  wordt  door  de  Kurden  in  ledigheid  en met nuttelooze  babbelary  uoorgebracht. 
   In  tegenstelling  met  de  niétsdoende  mannen  zijn  de  vrouwen  in,  dien  tijd  
 iiverig  in  de  weer:  zij  spinnen,  weven,  breien  en  koken..  Een  Kurdische  vrouw,  die  
 niet  kan  breien  en  spinnen,  wordt  door  haar  stamgenoöten  veracht  en  knjg t  den 
 biinaam  „nasan”  d. i.  „domkop” .  H  ,  ,  '  '  ,  I__   ,  ■ 
 Met  ongeduldig  verlangen  zien  de  Kurden  uit  naar  de  lente; dan breekt  voor  hen 
 weer  een  nieuw  leven  aan,  als  zij  met  hun  vee  naar  de  weiden  trekken  en  weer m  
 de  tenten  wonen.  Aan  den  vooravond  van  hun  vertrek  leggen  zij  alles  gereed  en  
 bii  het  eerste  hanengekraai  breken  zij  op.  Elke  familie  trek t  op  zichzell.  Dan  
 gaan  zij  naar  de  weide  van  het  bergland,  en  wonen  weder  m  hun  geliefde,  zwarte 
 tenten.  1  , ...y   -  , •  „ 
 In  den  regel  kiezen  de  Kurden  het  bergland  voor  hun  zomerverbhjf  en  vestigen  
 zii  hun  leger  in  de  nabijheid  van  een  rivier  of  een  bron.  Yooral  aan  de noordelijke  
 helling  der  bergen  geven  zij  de  voorkeur,  omdat  daar  het  gras  met  zoo _vroeg  gee  
 en  dor  wordt  als  aan  de  zuidelijke  helling.  De  zomertijd  is  voor  de  Kurden  een  
 onophoudeliik  feest.  Vroeg  in  den  morgen,  bij  het  eerste  oehtendgrauwen,  klinkt  
 uit  het  leger  reeds  de  muziek  der  herdersfluiten,  en  des  avonds  bij maneschijn voer_  
 de  jeugd  dansen  uit,  begeleid  door  de  muziek  van  een- snaarmstrument,  „surna  
 seheeten 
 Het  hoofdbedrijf  d'ezer  Kurden is de schapenteelt,  enkelen bezitten kudden van loOO.  
 Geiten  en  rundvee  worden  minder  gehouden,  paarden  enkel  zoovele,  als  J 100“^   
 zijn  voor  het  vervoeren  van  lasten  en  om  te  rijden.  De  levenswyze  der  Wurden  
 is  hoogst  eenvoudig;  schier  elke.  weelde  ontberen  zij.  In  den  zomer,  den  hertst  
 en  de  lente  voeden  de  Kurden  zieh  hoofdzakelijk  met  melkspijzen:  zure  
 kaas  en  een  soort  van  melkpap.  Ondanks.hun  voorliefde  voor,vleesch hten  zij  dat  
 slechts  zelden  en  dan  enkel  op  feestdagen  öf  te r  eere- van  een  voorhamen-gast.  JJat  
 zij  niet  meer  vleesch  eten  is  een  gevolg  van  hun  zuinigheid.  Niet-zelden  Stelen  zij  
 vee  bij  hun  naburen,  om  den  vleeschkost  voor  den  win te r; Le  verknjgen.  Als  
 groenten  houden  zij  van  uien  en  knollen.  Drie  maaltijden  hebben  zij  per  dag,  e  
 hoofdmaaltijd  heeft  des  avonds  plaats.  Niet  zelden  komen  de  buren,  als  hun  een  
 stuk  vee  is  ontstolen,  tijdens  den  maaltijd  binnen  de  tent,  en  als  daar  vleeschkost  
 ontdekt  wordt,  vragen  zij  om  de  huid  van  het  geslachte,stuk  vee  te  mögen  zien,  
 ten  einde  hieruit  af  te  leiden,  of  het  dier  ook  van  hen  gestolen  is.  \ 
 Als  wapen  draagt  de  Kurde  steeds  de  strijdknods  bij  zieh,  die  rijk  met  metalen  
 ringen  versierd  is;  dit  wapen  weten  zij,  en  zelfs  de  vrouwen,  met  gröote  behendig-  
 heid  te  hanteeren.  Daarenboven  hebben  de  Kurden  als  wapens  de  kromme  sabel, 
 1)  Deze  verhooKine  doet  ons  denken  aan  de  voetbanken  längs  den  wand,  die. men  in  het  Saksiscke  
 gedeelte  van  Nederland  voor  een  halve  eeuw  nog  veel  vond  en  waar  eveneens  allerlei  waren  
 opgeborgen  werden.  In  enkele  huizen  vindt  men  ze  nog.