
 
        
         
		verzwakte  in  de  15e  eeuw,  toen  Turkestan  van  het  noorden  overstroomd  werd  door  
 de  Usbeken.  Sedert  dien  tijd  is  de  geschiedenis  des lands vervuld  van broedertwisten  
 en  oorlogen,  en  op  de  puinhoopen  van  het  rijk  der  opvolgers  van  Timur  ontstonden  
 onderscheidene  staatjes  en  staten  als  de  Khanaten  Chiwa,  Khokand  en  het  emiraat  
 Buchara.  De  strijd  tusschen  de  bewoners  dezer  staatjes,  hun  rooftochten  onder  
 de  Sjüetische  Perzen,  welke  zij  als  Mohammedaansche  Sunnieten  geoorloofd  hielden,  
 en  waardoor  zij  slaven  verkregen,  en  het  ongeregeld  bestuur  deden  toestanden  van  
 onveiligheid  en  wanorde  ontstaan,  belemmerden  den  handel en het verkeer,  en gaven  
 aanleiding  tot  grove  willekeur. 
 Rusland,  dat  reeds  lang  zijn  grenzen  in  Azie  uitbreidde,  vestigde  ook  den  blik  op  
 deze  streken. 
 Diplomatieke  en  handelsbetrekkingen tusschen Rusland  en Chiwa bestonden al  lang;  
 reeds  Peter  de  Groote  had  de  aandacht  op  de  treurige  toestanden  aldaar  gevestigd.  
 Door  herhaalde  vijandelijkheden  was  die  betrekking  echter  afgebroken,  zoodat  er  
 meer  haat  dan  Sympathie  tusschen  beide  bestond.  En  toen  de  Khan  van  Chiwa  in  
 '1839  de  aan  den  Czar  schatplichtige  Kirgiezen  tot  opstand  had  aangespoord,  toen  
 rooverbenden  op  Russische  handelskaravanen  waren  losgelaten,  waardoor  eenige  
 hondei’den  Russische  onderdanen  in  slavernij  werden  weggevoerd,  en  gelijktijdig  
 Lord  Auckland  uit  Britsch-Indie  in  Kabul  viel  (zie  pag.  163),  waardoor  Rusland  
 vreesde,  dat  Engeland  naar  Turkestan  zou  doordringen,  gaf  Czar  Nicolaas bevel, een  
 militaire  expeditie  naar  Chiwa  uit  te  rüsten.  Deze  onderneming  mislukte  evenwel.  
 een  gedeelte  der  troepen  ging  te  gronde in de  steppen, welke het Aralmeer omringen,  
 en  de  rest  bereikte  met  moeite  en  in  eilende  Orenburg.  .Chiwa  behield  nog  ziin  
 onafhankelijkheid. 
 Door  deze  nederlaag  wijzer  geworden  in  ervaring,  besloot  Rusland  thans  een  
 gemakkelijker  te  veroveren  gebied  van  Turan  aan  te  tasten,  en  als  zoodanig  werd  
 het:  khanaat  Khokand  beschouwd,  hetwelk  in  1840  door den Emir  van  Buchara Nasz-  
 Allah-Khan  veroverd  was,  waarna  deze  geweldenaar  den  inheemschen  vorst  liet  ter  
 dood  brengen  en  de  zoons  als  gijzelaars  medevoerde.  De  neven  van  den  ter  dood  
 gebrachten  Khan  waren  intusschen  naar  de  Kirgiezen  gevlucht  en  vonden  weldra  
 gelegenheid,  den  troon  van  Khokand  weder  te  herstellen,  vanwaar  zij  talrijke  rooftochten  
 in  het  Russische  gebied  ondernamen.  Er  waren  derhalve  redenen  genoeg  
 totj  een  aanval  van  Rusland  op  Khokand.  Rusland  ving  na  1847  aan,  zijn  grenzen  
 van  West-Siberie  uit  door  de  steppen  voort  te  schuiven  naar  het  zuiden,  en  in 1848  
 werden  drie  vestingen  in  deze  streken  gegrondvest,  als  Karabatalsk,  Üralsk  en  
 Orenburg.  Deze  forten  hadden  een  dubbele  bestemming,  nl.  om  van  hier  uit  de  
 nomadenhorden  beter  te  beheerschen,  en verder om  aldus  een militaire lijn te vormen,  
 welke  later  met  de  streken  aan  de  Syr-Darja  verbonden  kon  worden. 
 Wij  zullen  het  verloop  dezer  ondememingen  niet  in  bijzonderheden  volgen,  doch  
 eenvoudig  de  hoofdfeiten  uit deze geschiedenis van Ruslands voortdringen mededeelen.  
 In  1848  open de  Rusland  een  stoombootvaart op het Aralmeer;  in 1865 werden Taschkent  
 en  de  provincie  Syr-Darja  ingenomen;  van  1865—1867  werd  er  oorlog gevoerd  
 met  den  Emir  van  Buchara,  welke  strijd  tot  een  verdrag  met  Rusland  leidde;  in  
 1868  werd  Samarkand  genomen;  in  1870  veroverde  Rusland  Krasnowodsk  en  ver-  
 schillende  andere  havensteden  aan  den  oostelijken  oever  der  Kaspische  Zee;  in  1872  
 werd  oorlog  gevoerd  met  den  Emir  van  Chiwa;  in  1873  werd  een  nieuw  verdrag  
 met  Buchara  gesloten,  waarbij  de  Emir  verplicht  werd,  geen  vreemdelingen  zonder  
 Russischen  pas  in  zijn  land  te  laten;  in  1875  werd  Khokand  veroverd  en in 1881  de  
 oase  Achal-tepe.  Ziedaar  de  opsomming  der  Russische  krijgsbedrijven  in  Centraal-  
 Azie,  welke  hier  orde  en  rust  brachten  en  Ruslands  gezag  grondvestten.  Alleen  het  
 emiraat  Buchara  en  het  khanaat  Chiwa  zijn  nog  blijven  bestaan,  doch  in  de hoogste  
 mate  afhankelijk  van  Rusland. 
 Na  de  vestiging  van  het  Russisch  gezag  in  Centraal-Azie  is  dit  rijk  voortgegaan  
 deze  gewesten  voor  den  handel  en  het  verkeer  te  openen.  Hiertoe  behoort de aanleg  
 van  den  Trans-Kaspischen  spoorweg  van  1880—1888  tusschen  Usun-ada  aan  den  
 oostelijken  oever  der  Kaspische  Zee,  over Merw  en Buchara naar Samarkand, Taskent  
 en  Khokand. 
 Voor  Turkestan  is  de  heerschappij  van  Rusland  een  zegen geworden.  De Russische 
 regeering  heeft  hier  een  liberale  politiek  gevolgd,  zieh  buiten  een  inmenging  in  
 religieuse  aangelegenheden  gehouden  en  bovenal  rust  en  orde  tot  stand  gebracht  in  
 een  streek,  waar  wanorde,  onrust  en  onzekerheid  heerschten.  Door  den  aanleg  van  
 verkeersmiddelen  heeft  Rusland  ook  de  economische  toestanden  verbeterd. 
 sie  * * 
 Welke  beteekenis  lieeft  het  door  Rusland  geoccupeerde  Centraal-Aziatische  gebied  
 voor  handel,  verkeer,  nijverheid,  enz.,  in  betrekking  tot  andere  landen? 
 In  de  eerste  plaats  is  Turkestan  reeds  sedert  oude  tijden  een  doorgangsland  van  
 en  naar  Indie,  waarlangs  vele  karavanen  hun  weg  kozen,  om  de  producten  van  
 Indie  naar  het  westen  te  brengen.  In  dit  opzicht  zal  het  land  steeds  beteekenis  
 behouden  Voor  Rusland. 
 Doch  ook  het  land  zelf  biedt  genoegzame  handelsartikelen  aan.  Want  naast  
 woestijnen  en  steppen  bezit  Turkestan  ook  vruchtbare gronden,  vooral  in de oostelijke  
 gedeelten,  die  bij  een  heerlijk  klimaat  goede  oogsten  opleveren.  De  droogte  der  
 lucht  en de poreusheid van  den bodem worden verholpen door kunstmatige besproeiing,  
 welke  in  Turkestan  door  een  ver  vertakt  net  van  kunstmatig  aangelegde  water-  
 leidingen  gedreven  wordt.  Hierdoor  werden  rijst,  tarwe,  gerst,  gierst,  ooft  en  wijn,  
 evenals  katoen  en  zijde  reeds  voor  den  uitvoer  geproduceerd.  De  veeteelt  op  de  
 steppenweiden  levert  wol  en  huiden.  Ook  verschillende  delfstoffen,  als  kolen,  zout,  
 naphta,  zwavel,  graphiet,  enz.  worden  hier  gevonden,  doch  de  exploitatie is  nog niet  
 veel  gevorderd. 
 De  besproeiing  der  landerijen  wordt  met  zorg  gedreven ;  het  water  der  rivieren  
 wordt  hiervoor  grootendeels  gebruikt.  In  de  oasen,  als Merw, Tedshen e.  a.  verloopen  
 de  rivieren  in  honderden  wateraderen,  die  als  zooveel  vingers  zieh  uitstrekken  in  de  
 woestijn,  en  de  dorre  landen,  welke  zij  doorloopen,  vruchtbaar  maken,  om  aldus  in  
 het  zand  te  smoren. 
 LITTERATUUR  OVER  TURKESTAN,  ENZ. 
 W e i l .   La  Tourkmenie  et  les  Tourkmènes.  Paris,  1884. 
 A.  Vambéry.  Das  Turkenvolk.  Leipzig,  1885. 
 „  Centralasien  und  die  englisch-russische  Grenzfrage.  Gesammelte 
 politische  Schriften.  Leipzig,  1873. 
 „  Skizzen  aus  Mittelasien.  Leipzig,  1868. 
 „  Reise  in  Mittelasien.  Leipzig,  1864. 
 F.  v o n   Helwald.  Die  Russen  in  Centralasien.  Augsburg,  1873. 
 G.  N.  C u r z o n .  Russia  in  Central-Asia.  London,  1889.  Hierin  vindt  men  een  uit-  
 voerige  litteratuur-opgave. 
 Dr.  G. Radde.  Transkaspien  und Nord-Chorassan.  (Ergänzungsheft N. 126  v. Peterm.  
 Mitt.  1898).