heiligendienst, naderen zij meer en meer tot het Hinduismus, zoodat velen zieh bii
de volkstelling als Hindus der Jaina-sekte lieten inschrijven.
! J de leer van Mohammed ook een groot aantal aanhangers (zie ook
pag. Aii). Niet minder dan 57,3 millioen Mohammedanen geeft de laatste volks-
tellmg aan waarvan 23,6 millioen in Bengalen, 12,9 millioen in Pandzjab. 6,5 millioen
m de noordwest-provincie. . J 5
De Indische Mohammedanen zijn gedeeltelijk nakomelingen der kriio-szuchtige
stammen uit de westelijke naburige landen, die sedert de middeleeuwen veelvuldile
mvallen m Indie deden en het langzamerhand geheel onderwierpen, gedeeltelijk zijn
het bekeerde Hindus of nakomelingen van dezen, en verder voor een deel ook
vreedzame naar hier verhuisde Mohammedanen. Doch, gelijk wij zeiden, de bekeerde
Hindu s, die zeker het talnjkst zijn, hebben vele van hun Indische gebruiken en
besehouwingen bewaard, zijn evenals de Brahmaansche Hindu’s verdeeld in kästen
INDISCHE FAKIR’S.
en vereeren niet zelden naast Allah hun Devi of andere Indische godheden. Ook de
Mohammedaansche sekte der Wahabieten (zie pag. 41) vindt men in Indie, waar zii
in het begm dezer eeuw te Patna aanhangers verwierven. Deze strenge sekte die
den oorlog tegen alle ongeloovigen predikt, wordt door de Britsche regeerin<n als
gevaarlijk, seherp in het oog gehouden, en daarom hebben dezen zieh niet als zoo-
danig opgegeven bij de volkstelling, zoodat hun aantal niet goed bekend is
De Mohammedanen, 19,9 pCt. der bevolking uitmakend, nemen nog'steeds in
aantal toe. Gedeeltelijk is dit een gevolg van hun Propaganda, vooral in Beneden-
Bengalen, waar sedert de vorige telling de meerderheid van het Brahmaisme in een
Mohammedaansche meerderheid is overgegaan. Doch tevens wordt er bii betere
voedmg een geringere sterfte in de jeugd en een langer levensduur der Mohamme-
danen geconstateerd, zoodat zij sterker toenemen in aantal. Hierbii moet nog
gevoegd worden, dat zij te vroege kinderhuwelijken vermijden en huwelijken der
weduwen toestaan, waardoor zij tegenover de overige bevolking in günstiger conditie
van toenemmg komen.
De Mohammedanen komen het Tmeest in het westen en noordwesten des lands
voor, het minst in Dekan, wat overeenstemt met hun geschiedenis in dit land. Zoo
zijn in Sindh en Kaschmir 77 pCt. en 701/a pCt. der bevolking Mohammedanen, in
Pandzjab 553/ä pCt., terwijl men in Haidarabad minder dan 10 pCt. vindt.
$ $
In Indie wordt nog altijd de werkheiligheid vereerd, en deze voert tot de zonder-
lingste martelingen en zelfkastijding, waaraan zieh de heiligen onderwerpen. Men
vindt deze boetedoeners onder de Mohammedanen, Hindu’s en Sikhs in groot aantal.
In het algemeen noemt men deze lieden fakirs, een naam, die meer bepaald aan de
Mohammedaansche toekomt; die der Hindu’s heeten meest „qosain of „goswani
bij de Vishnuieten, „jogi” of „dsjogi” bij de Siwaieten.
Deze Indische fakirs leiden een zoogenaamd bespiegelend religieus leven op kosten
van de arbeidende klassen. Nu eens leven zij alleen onder boomen, op graven, enz.,
dan weer leven zij in kloosters, op de wijze van mo'nniken tezamen, onder een
„Mahaut” of abt. D e . meesten van hen zijn ergerlijke luiaards, die er de voorkeur
aan geven, onder een religieus masker met bedelen aan den kost te komen, in plaats
van te werken. Toch vinden zij ruimschoots onderhoud door hetgeen de menigte
hun aanbiedt. In enkele kloosters der fakirs moet echter een zedelijke toon heerschen,
doch in niet vele. .
De fakirs . vertoonen hun heiligheid door allerlei onzinnige vertoonmgen. Zoo
meenen deze getoovigen hun vroomheid te toonen, door verre bedevaarten naar
heilige plaatsen af te leggen en de reis zoo moeielijk mogelijk te maken. Sommigen
volbrengen die reis al rollende over den grond. Anderen meten den weg af, dooi
met het gelaat voorover op den grond te gaan liggen, de piek, waar hun hoofden
zieh bevonden, van een merkteeken voorziende, daarna op te staan, hun voeten op
de gemerkte piek te zetten, en dan weder te gaan liggen. Somtijds gaan zij zoo
goed als naakt op den rüg liggen ,en schuiven zij zieh met de hielen voort over den
grond, zoodat de rüg met wonden overdekt wordt.
Vele fakirs zijn wäre dwepers, anderen vertoonen het toppunt van menschelijke
ontaarding, zoo bijv.. de „Aghori” of .„Aghor Pants ¡, welke, naar den laatsten naam
te oordeelen, door de Hindu’s als leeraars •beschouwd worden.
De Aghori zijn, volgens Forbes en Kaye, een volksklasse, die men veelvuldig aan
de Ghats, de Ganges-oevers en in Benares, doch ook elders ontmoet. Zij zijn „oger
(weerwolven, menscheneters) en gelooven, dat tusschen de dingen ■ op aarde geen
wezenlijk verschil bestaat, ■ doch dat alle onderscheidingen inbeelding zijn. Een ?lag
of stoot is voor hen hetzelfde als een zegenspreking. Zij loopen met een menschen-
schedel in de hand, van welken zij het vleesch hebben afgeknaagd en waaruit zij
hersenen en oogen met de vingers hebben uitgekrabbeld. Uit dien schedel drinken
zij, out het even of er brandewijn, melk of vuil water in gegoten is. Alle onder-
scheiding is toch inbeelding. Als spijs nemen zij, wat maar het eerst voor de hand
ligt ; een rottend lijk, dierlijk aas of wat ook gebruiken zij, hetzij gekookt ofrauw. Met
lan°e, ongekamde hären, wild om het hoofd hangend, bloedroode oogen, het lichaam-
vol vuil en ongedierte, vormen de Aghori een voorwerp van afschuw. Doch de Hindu
ziet deze heiligen met vereering en geen hunner waagt het, hen van de deur weg
te jagen. Zij behooren tot het uitschot der bevolking van Benares en deinzen zelfs
niet voor misdaden terug.
Vele fakirs leggen zieh toe op het verkoopen van geheimmiddelen, amuletten, enz.,
anderen trekken als goochelaars door het land en vertoonen daarin buitengewone
bekwaamheid. Ook het slangenbezweren is een lievelingsbezigheid voor hen. Enkelen
leggen bij hun hoofdgelofte nog een bijgelofte af. Sommigen blijven een altijddurend
stilzwijgen bewaren, anderen openen den mond alleen tot het nabootsen van dieren-
o-eluiden. Nu eens ziet men een fakir, die den eenen arm zoo lang naar boven
heeft gehouden, dat hij altijd zoo blijft staan, dan weer vindt men er, die dit met
beide armen deden en daarom gevoed moeten worden door anderen, vvat men gaarne
verricht bij die heiligen. Soms stooten fakirs zieh ijzeren spitsen in het lichaam
en de Jogi weten zelfs na jarenlange oefening en lichaamsdressuur zieh door zelf-
hypnotiseering in een maandenlangen doodslaap te brengen, zooals de murmeldieren.
ASEE.