zijn hooge, krachtige, doch slanke gestalten, met een edel gevormd hoofd, schoone
gelaatstrekken, donkere oogen.en donker krallend haar. Schier alle reizigers in
den Kaukasus noemen de Georgiers een der schoonste volken van Azie.
De Georgiers worden door de Russen Grusiners genoemd, terwijl zij zichzelf
Karthweli of Karthli noemen (naar den stamvader Karthlos). De Georgiers wonen
in de gouvernementen Tiflis en Kutais en kunnen in een oostelijke en een westelijke
d'ot de eerste hehooren de eigenlijke Grusiners (in
de duschen, Pschawen, Chewsuren, Mtulotiners. en lnqiloiers, te
/Z/aioennAn ß :■ 413'600 zielen. Tot de westelijke Georgiers behooren de Imeretiers, 11PSS1 jUners en Adscharen, te zamen 558,800, en daarbij komen nog 214 800
Mmgrehers en Lasen en 14000 Swaneten, zoodat de Georgiers in 1886 ongeveer
1,2 milhoen zielen uitmaakten.
De kleeding der mannen bestaat uit een rok, die tot de knieen reikt, met lanoe
gespleten mouwen, een armvpst, een wijde broek, die in de laarzen gaat en ein
spits toeloopende muts, van lamsvel vervaardigd. In plaats van deze.laatste dragen
de Imeretiers en Guriers een schotelvormige, gekleurde muts, met gouden snoeren
bezet, die onder de kin wordt vastgebonden; daarbij lange, niet wijde broeken, körte
armvesten en daarover een buis.met veel knoopen.
De vrouwen, hoewel thans reeds meest op Europeesche wijze gekleed, sluieren zieh
als zij uitgaan, en zetten een klein fluweelen mutsje op. Zij zijn in hunjeugd buitenA
gewoon schoon, doch spoedig vallen zij af. Wij moeten hierbij opmerken, dat de
volmaakte schoonheid meer een individueele dan een algemeene eigenschap is.
_buitengewone roep over de schoonheid van de Georgische vrouwen komt bovenal
van Turkschen kant. De Türken, die minder met schoonheid begiftigd zijn, hebben
sedert lang hun ras veredeld door kruising met de Kaukasische volken, en door het
contrast wordt de tofspraak wel eens overdreven.
,yoof °*en Europeaan zal de Georgische vrouw veel van de bekoorlijkheid missen,
die de Turk haar toeschrijft. Niet alleen is het ontbreken van alle beschaving en
opvoedmg een omstandigheid, welke haar gratie' en aantrekkelijkheid vermindert,
maar bovenal de gewoonte, om het gezicht te verven en te beschilderen op een overdreven
manier, stoot haar van ons af. Sedert e.venwel de Georgiers onder Rusland
zijn gekomen, verdwijnt die gewoonte hoe langer hoe meer en wordt. in de steden
aan^ de opvoeding zorg besteed, zoodat menige Georgische vrouw in de kringen van
Tiflis met de meest gedistingeerde dame der Russische aristqcratie thans kan wedijveren.
Die invloed der Slaven doet zieh bovenal gevoelen in de hoogere standen; bij de
eigenlijke boeren blijven nog veel oude gewoonten bestaan.
De Georgische vrouwen hebben reeds sedert lang rassenyeredelend gewerkt op de
naburen; zij zijn talrijk vertegenwoordigd in de harems van het Oosten; hun bloed
vloeit m de aderen van Turksehe, Egyptisehe, Perzische en Tataarsche aanzienlijken.
In den tegenwoordigen tijd trouwen zij veelvuldig met de Russen.
De Georgier is niet alleen lichamelijk een edel type van het Kaukasische ras, maar
ook het karakter werkt daartoe in eenige opzichten mede. Vol zelfbewustzijn, eer-,
roem- en pronkzucht, arbeidt de Georgier alleen voor zijn bestaan; den overigentijd
brengt hij door met jacht, worstelstrijd, dans, enz. De .Georgiers , hebben sedert lang
den naam van dappere Soldaten te zijn. In de Perzische- legers .vormden de Georgiers
steeds een keurkorps. Dapper, maar soms wreed en ruw, gastvrij, maar weinig
vriendelijk, intelligent, maar zonder wetenschappelijk onderwijs, bezit de Georgier al
de deugden en ondeugden van een echt soldaat. Bovenal houdt hij zieh op met
landbouw en wijnbouw, doch ook met de veeteelt, vooral met ■schapenteelt. Ook de
zijdeteelt is bij hen in zwang.
De Georgiers zijn van de volken . in den Kaukasus misschien wel het meest
geeuropiseerd. Sedert de Russen hun gebied hebben veroverd, hebben Europeesche
zeden en gewoonten hier gemakkelijk toegang gevonden en vooral de steden dragen
reeds een Europeesch karakter. Terwijl de boeren op het land nog in aarden hutten
wonen, hebben de Georgiers in de steden steenen huizen, met platte daken.
De Georgiers stonden hooger dan de meeste Kaukasusvolken. Zij zijn het eenige
volk van den Kaukasus, dat een eigen taal en letterkunde hezit, De Georgische taal
behoort tot de groep der Zuid-Kaukasisehe talen en is na verwant met het naburige