
 
        
         
		de  kist  is  gelegd  en  deze  hermetisch  gesloten  is,  wordt  zij  op  een  baar  geplaatst  
 nabij  het  altaar  der  voorouders,  terwijl  onder  de  kist  brandende  lampen  ■worden  
 onderhouden.  Aan  de  oostzijde  der  kist  Staat  een  kleerenhanger,’  met  de  beste  
 kleederen  van  den  overledene;  de  familie  plaatst  zieh  om  de  kist  en  bidt  tot  de  
 manen  van  den  gestorvene.  Deze  plechtigheid  wordt  zeven  weken  lang  voortgezet  
 en  gaat  van  luid  gejammer  vergezeld,  namelijk  vriör  de  maaltijden. 
 In  den  duur  en  de  hevigheid  van  het  weeklagen  wedijveren  de  Chineezen  met  de  
 oude  Egyptenaren.  Op  den  zevenden,  veertienden,  een-en-twintigsten,  acht-en-  
 twmtigsten,  vijf-en-dertigsten  en  negen-en-veertigsten  treurdag  is  het  gejammer  
 heviger  en  langer  van  duur.  Op  deze  dagen  begeven  de  bloedverwanten  zieh  in  de  
 morgenschemering  naar  de  straat,  knielen  voor  de  huisdeur  neder,  en  weeklagen  en  
 treuren,  bovenal  over  de  naar  het  Elysium  trekkende  ziel  des  dooden.  Voor  deze  
 zwervende  ziel  worden  spijzen  en  andere  offergaven  nedergelegd.  Doch  ook  de  in  
 het  doode  lichaam  achterblijvende  ziel  brengt  men  offers  van  allerlei  aard.  Aan  de  
 familieleden  wordt  een  feestmaaltijd  aangeboden.  Deze  offergaven  zijn  door  de  
 weeldewetten  volkomen  vastgesteld. 
 De  dag  der  begrafenis  wordt'door  waarzeggers  aangegeven.  Soms  kan  het  lang  
 duren,  voor  de  dag  der  teraardebestelling' wordt  bepaald.  In  deze  gevallen  worden  
 de  lijken  in  bewaarplaatsen  voor  dooden  voorloopig  nedergezet.  In  deze  huizen  
 worden  ook  de  lijken  van  hen,  die  op  reis  overlijden,  tijdelijk  geplaatst,  soms  zeer  
 •lang.  Sommige  der  dooden-bewaarplaatsen  bij  groote  steden  hebben  den omvang van  
 een  klein  gebucht. 
 Op  den  dag  vridr  de  begrafenis  komen  de  bloedverwanten  van  den  overledene  in  
 zijn  vroeger  huis  samen,  om  te  klagen  en  te  jammeren.  Een  lange,  witte  vlag,  
 „zielendoek”  genoemd,  wordt  door  blo'edverwanten  in  de  zaal  der  voorvaderen  
 gedragen,  omdat  hiermede  de  ziel  van  den  gestorvene  van  de  manen  der voorouders  
 afscheid  moet  nemen.  Op  vele  dorpen  bestaat  de  gewoonte,  dat  de  buren  den  
 laatsten  nacht,  als  het  lijk  nog  in  de  woning  Staat,  liederen  zingen  in  het  sterfhuis,  
 gongongs,  trommeis  en  tamtams  slaan. 
 Tot  de  lijkstatie  behooren,  behalve  de  bloedverwanten  en  vrienden,  twee  dragers  
 van  groote  lantaarns,  waarop  de  namen,  ouderdom,  enz.,  van  den  overledene  zijn  
 aangegeven.  Gongongslagers,  muzikanten,  banierdragers,  eenige  dragers  van  ronde  
 borden  met  gouden  namen  van  de  titels  der  voorvaderen  van  den  gestorvene;  
 behooren  bij  den  stoet.  Het  portret  van  den  afgestorvene  wordt  in  een  draagkoets  
 medegevoerd.  Nog  onderscheidenen  nemen  aan  de  ceremonie  deel, ■  symbolisch  
 verschiffende  zaken  voorstellend. 
 Daar  alle  bloedverwanten  deel  van  de  lijkstatie  moeten  uitmaken,  zijn  ook  de  
 dames  niet  uitgezonderd.  Aangezien  zij  moeielijk  kunnen  loopen,  mögen  zij  zieh  
 door  slavinnen  op  den  rüg  laten  dragen:  in  draagkoetsen  mögen  zij  niet  volgen. 
 ;  De  zoöns,  die  niet  bij  den  Iijkstoet  kunnen  volgen,  laten  hun  treurgewaden  
 bezorgen,  die  aan  de  lijkkoets  bevestigd  worden. 
 Elke  familie  heeft  een  eigen  kerkhof,  een  rechthoekige  lap  gronds.  In  een  der  
 hoeken  is  het  graf  van  den  stamvader.  De  volgende  geslachten  komen  dan  ieder  op  
 zijn  beurt,  in  rechte  lijnen,  evenwijdig  met  de  diagonaal. 
 Hoe  verspreid  de  familieleden  gedurende  hun  leven  mögen  zijn,  in  den  döod  
 worden  zij  iweder  vereenigd,  en  geen  reis  is  te  lang,  geen  moeite  te  groot,  om  den  
 overledene  haar  zijn  laatste  rustplaats  op  den  dooden-akker  van  zijn  familie  te  
 brengen  en  zijn  graf te  delven  aan  de  voeten  van  zijn  voorzaten.  Doch  wanneer  de  
 Chineeseh  geen  familie  heeft,  of  die  niet  bekend  is,  dan  wordt  het  begraven  een  
 moeielijke  zaak. 
 De  eigenlijke  teraardebestelling  heeft  nog  met  veel  ceremonien  plaats.  Als  de  kist  
 in  ’t graf gelaten  is,  strooit  men  er  rijst  op,  terwijl  eveneens  een  pot  met  gekookte  
 rijst  in  het  graf  wordt  nedergelaten,  welke  als  voedsel  moet  dienen  voor  den  
 afgestorvene.  Een  haan  wordt  bij  het  graf  ten  offer  gebracht. 
 Eerst  op  den  derden  dag  na  den  dood  worden  de  rouwkleederen  aangedaan.  Het  
 treurgewaad  bestaat,  zooals  vroeger  bij  Oostersche  volken,  uit  grof  zaklinnen.  De  
 zonen  en  de  andere  naaste  bloedverwanten  dragen  ook  kappen  uit  dezelfde  stof;  
 van  het  middelpunt  der  kroon  van  de  kap  hangt  aan  een  draad  een  katoenen 
 bolletje  af.  Gedurende  de  eerste  zeven  weken,  laten  de  treurenden  hoofdhaar,  baard  
 en  na°-els  groeien.  Zooals  uit  Herodotus  en  het  Oude  Testament  blijkt,  deden  
 Egyptenaren  en  Joden  hetzelfde.  De  Chineesche  treurenden  schijnen ook het wasschen  
 en  kämmen  te  vergeten,  want  zij  zien  er  in  een  woord  vuil  uit.  Van  tyd  tot  tijd  
 vasten  zij,  en  tusschen  gehuwden  heeft  soms  geen  echtelijke  gemeenschap  plaats.  
 GMurende  den  treurtijd  mag  in  de  familie  geen  bruiloft  gevierd  worden.  De  roode  
 overtrekken  der  meubelen  worden  in  dien  tijd door blauwe  vervangen; de schilderten  
 aan  de  wanden  worden  omgekeerd  of  afgenomen.  Alle  buitenshuis  yerkeerende  
 familieleden  moeten  in  dien  treurtijd  huiswaarts  keeren,  als dat mogelijk is ; gehuwde  
 dochters  komen  weer  een  week  in  de  ouderlijke  womng,  om  te  weeklagen  met 
 de  familie.  I  ,  .  .  ■,  , 
 Eerst  met  het  einde  der  zevende  maand  van  het  derde  treurjaar  is  de  rouwtijd  
 ten  einde,  en  worden  de  rouwkleederen  afgelegd.  De  sterfdag  van  den  vader  of  
 moeder  wordt  echter  elk  jaar  herdacht,  en  de  Chinees  begeeft  zieh  met  vrouw  en  
 kinderen  naar  het  naaste  Buddhisten-klooster,  waar  een  tijdelijk  altaar  wordt  
 opgericht,  terwijl  de  priester  zielmissen  leest.  De  mannelijke  leden  der  familie  
 bezoeken  elke  lente,  vooral  in  de  derde  maand,  de  familiegraven,  om  daar  hun  
 voorvaderen  te  aanbidden.  waarbij  offers  gebracht  worden.  Die  aanbidding  van  het  
 voorgeslacht  is  niet  tot  enkele  familien  beperkt,  doch  de  geheele  bloedverwantschap  
 bezoekt  de  graven  der  gemeenschappelijke  voorvaderen.  Het  m  stand  houden  en  
 versieren  der  graven  beschouwen  zij  als  een  eersten  plicht.  Tot opsiermg der grayen  
 wordt  wit  en  rood  papier gebezigd;  het  gebruik van Sloemen tot dat doel is verboden,  
 daar  alleen  de  keizerlijke  familie  dit  voorrecht  bezit. 
 *  * 
 Nu  wij  over  het  sterven  der  Chineezen  spreken,  moeten  wij  nog  de  aandacht  
 vestigen  op  een  bijzondere  opvatting  van  den  zelfmoord.  Als  de  zelfmoord  een  
 gevolg  is  van  ondeugd  of  hartstocht,  wordt  die  in  China  veracht.  Doch de Chineezen  
 koesteren  groote  vereering  voor  hen,  die  uit  gronden,  welke  zij  edel  noemen,  
 zichzelf  van  het  leven  berooven.  Voor  eervolle  zelfmoordenaars  staari  de  poorten  
 van  hun  paradijs  wijd  open,  zij  gelden  voor  toonbeelden  van  deugdzaamheid  en 
 Hiertoe  behooren  o.  a.  de  staatslieden,  die  een  nederlaag  op  het  slagveld,  of  een  
 dergelijken  smaad,  den  keizer  overkomen,  niet  willen  overleven.  Ook  vrouwen  van  
 ambtenaren  brengen  zieh  om  diezelfde  reden  soms  om  het  leven.  H H 
 Ook  geldt  het  als  een  eervolle  zelfmoord,  wanneer  jongelieden  zieh  om  het  leven  
 brengen,  wijl  zij  niet  in  Staat  zijn,  een  hun  ouders  aangedanen  smaad  te  wreken.  
 Ook  volgen  weduwen  hun  echtgenooten  soms  vrijwillig  in  den  dood  en  voor  deze  
 brave  vrouwen  worden  vaak  eerepoorten  Opgericht.  Tot  dezelfde  categorie  behooren  
 ionge  meisjes,  die  zieh  in  den  dood  begeven,  als  hun  verloofden  voor  het  huwelijk  
 sterven,  alsmede  gevallen  vrouwen,  die  er  de  voorkeur  aan  geven,  hun  schände 
 niet  te  overleven.  ,  , 
 De  regeering  heeft  niet  de  macht,  noch  de  middelen  en  evenmm  den  wil,  om den  
 eervollen  zelfmoord  tegen  te  gaan.  Daar  ieder,  die  op  deze  wijze  het  leven  emdigt,  
 een  zekere  beroemdheid  erlangt,  vindt  die  zelfmoord  een  soort  van  aanmoediging  in  
 het  eerbewustzijn.  Tal  van  gedenkteekens  voor  deze  zelfmoordenaars  zijn  in  de  
 Chineesche  steden  te  vinden.