
 
        
         
		Wij  hebben  er  reeds  op  gewezen,  dat  in  dit  achterland  nog  vele  andere  volksstammen  
 woonden,  als  de  Chetietiers,  Chevieten,  Ammonieten,  Moabieten,  
 Amoneten  e.  a.  -   '  •  ’  .  ■  _■  ’ 
 Hoewel  de  meeste  dezer  stammen  tot  de  Semieten  behoorden,  vindt  men  er  ook  
 inao-Buropeesche  stammen,  zooals  misschien  de  Amorieten. 
 Uit  de  gewijde  overleveringen  van  het  volk  der  Hebraeers  blijkt,  dat zij  zuiverheid  
 van  bloed  op  den  hoogsten  prijs  stelden.  De  Moabieten  en  Ammonieten,  die  hun  
 oorsprong  . afleiden  van  Lot  en  zijn  dochters,  waren  in  de  oogen  der  Hebraeers  
 onechte  stamgenooten.  Vermengmg  met  vreemde  volken  sloot de  volgepde geslachten  
 van  de  gemeenschap  met  Abraham  uit. 
 Hoezeer  er  ook  op  zuiverheid  van  bloed  werd  aangedrongen,  tocb  heeft  in  den  
 loop  der  eeuwen  vermengmg  met  andere  elementen  plaats  gehad.  De  meening,  als  
 zouden  de  tegenwoordige  Joden  de  onvermengde  nakomelingen,  zijn  van  de  oude  
 üebraeers,  wordt  thans .meer  en  meer  ontkennend  beantwoord.  Zelfs  schönt  er  een  
 vermengmg  met  eenige  Indo-EuropeeSche  elementen  te  hebben  plaats  gevonden. 
 Hindere  . Petne  heeft  aangetoond,  dat  de  Amarir  (Amar),  die  zonder  twijfel  
 identiek  zijn  met  de  Amoneten  uit.  den  bijbel,  op  de  oud-Egyptische  afbeeldingen  
 worden  voorgesteld  met  roodbrume  hären,  een  langen  schedel,  blauwe  oogen,  een  
 lichten  grondtoon  der  huidkleur  en  andere  eigenaardigheden,  welke  doen  besluiten,  
 hierin  een  tak  van  die  Germaansche  volken-familie  te  moeten  zien.  De  Amorieten  
 bewoonden  ook  Palestina 1)  en gingen met de daar woonachtige Semieten herhaaldelijk  
 huwehjken  aan.  Nog  hadden  er • vermengingen  der  Semieten  van  Palestina  plaats  
 met  andere  volken,  o.  a.  met  de  Chetietiers  of Kheta’s  (misschien  een  Semietisch-  
 Mongoolsche  volken-vermengmg  of  een  met  de  Armeniers  verwant  volk),  Zoo  komt  
 Luschan er toe, m  de Joden drie Volkselementen  te  zien vereenigd:  1. de oorspronkelijke  
 kemieti&che  starn,  bij  welks  leden  vele  eigenaardigheden  ontbreken,  die tegenwoordig  
 de  Joden  kenmerken;  2  de  lndo-Europeesche  Amorieten  en  3.  de met de Armeniers  
 verwante  Chetietiers.  Terwijl- de  11  pOt.  blonde  Jodenkinderen,  die  Virchow  bij  de  
 Duitsche  schoolkmderen  vond,  waarschijnlijk  een  gevolg  is  van  het  Indo-Europeesehe  
 bloed  in  het  Jodendom,  worden  de  kromme  neus  en  de  kortschedeligbeid  beschouwd  
 als  een  Chetietisch  element.  Daarenboven  hebben  in  den  loop  der  tijden  nog  andere  
 elementen  zieh  m  het  Jodendom  opgelost.  Reeds  de  Bijbel  gewaagt  er  van,  dat  de  
 Joden  in  Kanaan  met  de  doehteren  der  niet-israelitische  stammen  herhaaldelijk  
 huwehjken  sloten.  Doch  ook  later,  na  den  wederopbouw  des  tempels,  trokken  uit  
 Syne,  Griekenland,  Palmyra  en  van  elders  vreemde  volken  naar  Palestinä,  die  
 daar,  om  met-  Jüdinnen  te  kunnen  huwen,  den  Israelitischen  godsdienst  aannamen 
 Uok  m  den  tijd  der  Romemsche  heersehappij  kwam  de overgang tot den  Joodschen  
 godsdienst  en  de  gemengde  huwehjken veel vöor.  In later eeuwen had die vermengmg  
 nog  dikwijls  plaats;  m  de  13e  eeuw  waren  in  Hongarije  de  huwelijken  tusschen  
 Joden  en  Magyaren  zeer  talrijk,  en  in  Spanje,  Portugal, ,  enz.,  greep  eveneens  
 ra&vermengmg  plaats.  >  ’  °   1 
 Uit  dit  alles  moet  worden  besloten,  dat  ook  het  Joodsche  volk  niet  onvermengd  is  
 gebleven,  al  heeft  het  zieh  vrij  geisoleerd  gehouden,  wat  vooral  door  den  godsdienst  
 werd  bevorderd.  Men  kan  evenwel  de Joden toch met grond  als  een natie beschouwen  
 pie  zieh  door  vele  eigenaardigheden  kenmerkt.  De  eenheid,  dat  type,  al  is  het  ook  
 qintstaan  uit  de samenstelling van verschillende elementen, wordt overal teruffffevonden  
 ön  bijna  onmiddellijk  herkend.  66 
 ®oe'vel  a*s .natie  nog  een  eenheid  uitmakend,  zijn  de  Joden  reeds  sedert  eeuwen  
 als  volk  versnipperd  onder  tal  van  volken  en  het  moet  wel  verwondering  baren  dat  
 zij  zieh  met  geheel  hebben  opgelost  in  andere  natien.  Met  vrij  groote  juistheid  is  
 daardoor  de  verbreidmg  der  Joden  bekend,  die  in  werkelijkheid  bewoners  der  
 gebeele  aarde  zijn  geworden. 
 j  totale  hoeveelheid  Joden  over  de  geheele  aarde,  wordt  tegenwoordig  op  
 milhoen  geschat,  waarvan  500,000  in  Afrika  en  750,000  in  Azie  wonen  De  
 nadere  verbreiding  der  Joden'  in  Europa,  Aziatisch  Rusland  en  Amerika,  geeft  de  
 tabel  op  de  volgende  pagina  aan. 
 1)  Door  geheel  Noord-Afrika  zfln  overblflfselen  van  d it  volk  gevonden. 
 V e r b r e id in g   d e r   J o d e n   o v e r   e e n ig e   l a n d e n . 
 Proc. Proc. 
 2 797 880 3,20 Italie  .  . . .   .  . 38 000 0,13 
 815 433 11,00 Oostenrijk-Hongarije. 1 780 000 4,30 
 22 732 0,35 (In  Hongarije).  .  . 724 588 4,15 
 19 941 0,29 Duitschland. . . . 567 884 1,15 
 400 000 7,41 Zwitserland.  .  .  . 8 069 0,28 
 75 295 0,47 Nederland  . . . . 97 274 2,06 
 14 342 0,71 Luxemburg.  .  .  . 1 004 0,48 
 Europeesch  Rusland. 
 (In  Polen)  . . . . 
 Kaukasië.  .  ■ •  '■ 
 Siberië  .  .  • •  '  • 
 Rumenië.  . . . . 
 Europeesch  Turkije  . 
 Bulgarije.  . . . . 
 OostvRumelië  . .  . 
 6 982 0,72 België.......................... 3 000 0,05 
 Bosnie:  , .   .  :  , i  . 
 5 805 0,43 Groot-Britannië  . :  . 46 000 0,13 
 Griekenland  . .  . 
 5 792 0,29 Denemarken  .  .  . 4 080 0,18 
 Servie.......................... 
 4 000 0,20 Zweden  . . . . . 3 402 0,07 
 Spanje  1  9  
 Noorwegen . . . .   
 214  
 Portugal  2 500 0,01 J  
 Nöord-Amerika  (?)  . 
 150 000 0,30 
 Frankrijk  . . . . 
 49 439 0,14 K a n a d a ..................... 2 392 0,05 
 Hieruit  blijkt,  dat  de  Joden  wäre  wereldburgers  zijn  geworden,  wier  vaderland  
 nergens  en  overal  is.  Lang  onderdrukt,  hebben  zij  van  lieverlede  in  de  meeste  
 landen  vrijheid  en  invloed  weten  te  verwerven,  al  komt  ook  in  onzen  tijd  in  enkele  
 landen  de  Jodenhaat,  helaas!  weer  opduiken.  In  hun  oorspronkelijk  vaderland,  in  
 Palestipa,  is  het  Jodendom  echter  tot  een  treurige  ruine  van  het  eens  zoo  bloeiende  
 volk  verzonken.  Met  de  Joden  in  Palestina willen wij  ons nog iets nader bezighouden. 
 ^  * l|! 
 Het  is  een  zeer  opmerkelijk  historisch  verschijnsel,  dat  de  Hebraeers,  een  kleine  
 stam,  zulk  een  groote  wereldhistorische  beteekenis  hebben  verkregen  en  dat  de  God  
 van  een  in  de  staatkundige  geschiedenis  zoo  weinig  beteekenend  volk,  die  oorspronkelijk  
 misschien  aan  een  kleinen  stam  behoorde,  zieh  niet  alleen  zoo  hoog  boven  de  
 vroegere  goden  des  lands  verheft,  dat  dezen  eindelijk  als  afgoden  bij  hem wegzinken,  
 maar  dat  hij  ook  ten  slotte  voor  de  uitnemendsten  zijner  belijders  de  eenige,  
 waarachtige  God  wordt,  uit  wiens  vereering  twee ■ mächtige  wereld-godsdiensten  
 ontspruiten. 
 Het  verhaal  van  Abraham,  Isaäk  en  Jakob  als  de  stamvaders  van  de  Hebraeers  
 bevat  zeker  als  historische  kern  de  aanwijzing  op  de  op volgende  stamverhonden  der  
 Hebraeers,  die  in  hen  verpersoonlijkt  worden.  Die  oude  stammen  der  Hebraeers  
 waren,  zooals  vrij  algemeen  wordt  aangenomen  door  de  kritische  schrijvers  der  
 godsdiensthistorie,  polytheisten.  Welke  goden  de  Hebraeers  in  den  vdör-mozaischen  
 tijd  vereerden,  valt  niet  met  zekerheid  te bepalen,  doch dit is  zeker,  dat  de godsdienst  
 dier  npmadische  stammen  voor  hun  vereeniging door Mozes in wezen  en ontwikkeling  
 niet  verschild  zal  hebben  van  dien  der  andere  Semieten,  die  op  hetzelfde  standpunt  
 van  beschaving,  of  liever  van  barbaarschheid  stonden.  Uit  de  oude  godsdienstige  
 feesten,  welke  in  verband  stonden  met  den  loop  der  maan,  zooals  het  Paaschfeest,  
 de  Nieuwe  Maanfeesten  en  de  Sabbat,  moet  worden  afgeleid,  dat  de oude Hebraeers,  
 evenals  de  oudste  Semieten  van  Mesopotamie  en  Babylonie,  bijzondere  vereerders  
 waren  van  den  maangod  Sin. 
 De  Jahve-dienst,  als  de  erkenning  van  den  oppersten  God,  dagteekent  voor  de  
 Israelieten  van  den  uittocht  uit  Egypte.  Mozes,  die  de  Israelieten  uitleidde,  heeft  
 de  verstrooide  stammen  om  het  heiligdom  van  zijn  God  vereenigd,  hun  daar  in  de  
 orakels  den  wil  van  dien  God  bekend  gemaakt  en  dien  tot  den gerneenschappelijken  
 volksgod  verheven,  aan  wien  zij  hun  redding  uit  de  Egyptische  slavernij  te  danken  
 hadden,  onder wiens opperste  leiding  zij  zieh nu  een nieuw vaderland gingen veroveren. 
 Op  het- schiereiland  Sinai,  aan  den  voet  van  het  gehergte,  waarschijnlijk  te Kades,  
 is  een  godsdienstig  stammenverbond  gesticht,  waarbij  elke  stam  naar  het  sebijnt  
 volkomen  onafhankelijk  hleef,  maar  alleen  met  al  de  andere  tot  zekere  gemeen-  
 schappelijke  godsdienstige  handelingen  verplicht  en  aan  de  uitspraken  van  ’t  orakel  
 in  ’t  gemeenschappelijk - heiligdom  onderworpen  was.  Van  dit  verbond  was  Mozes  de