, Al, vormden de Ariers een ethnische eenheid tegenover de Sudra’s onderlimr
rn inw" f f °°k de Ar‘?rs niet geüjk- Reeds in de Rigveda vindt men genoemde
standm m ' ^ ahmanen’.Kshatria’s.™ Vaicja’s als aanduiding van streng afgf scheiden
S l o r ^ Ä Ä T j f l “ iet alleen I de Seheele Brahmaansche Htteratuur|
? » ,df r Buddhisten en Jama’s voor, bij de Buddhisten met deze
d ^ R™h afwijking, dat steeds de Kshatria’s eerst genoemd worden en niet
! t ot ' 'manf \ , Z0°alS “ de Brahmaansche litteratuur. Dat dit T n wekehiken
i S ' S g flS Buddhistische, maar ook in de i f * *
ril l™ / f Brahmanen waren als opperpriesters en als astroloo-en bii
de konmgen onontbeerhjk, doch zonder de goedgunstigheid en genade der koninaen & enZIJheTeUS™in f Pl^ M P98 Kshatria 8— f Kshattram de eerste stand. Dat Brahmaansche bronnen zichzelf het
eerst noemden, deed aan die praktijk geen afbreuk. net
Die oude indeehng m vier varna is echter niet in den zin als kästen op te vatten
y°lksmassa> a s de Vai«ja’s en de Sudra’s, met
noa tp O i nen, nlr | a,s afgesloten eenheden beschouwd wprden. Wel vormen
Vamia? alT°kaste Ü H ® rahmanen een « ■ käste, maar vaieja s als käste is geen spoor meer te ontdekken. Waren devzaen adfgee sKlostheant rikaä’ss teenn
I eHr käBstenI vHerklHaart ddee rHhalv ef dle "tPo0e0s?ta0n0d.8e nv emi'loerte. rl DzeiJ ng enoemde iHndeet elaiannon- edmese nv nvlakns
wyst op standen, voor welke wel huwelijken van den eenen“ tand met d!n anderen
verboden waren of zondig genoemd werden, maar welke vermengingen toch plaats
■ r N H K I ,welt geraf>fde küssen, maar ook uit W M ¿e o n C k -
kehng van het eigenlijke kastenstelsel met te verklären. Daarenboven waren die
wph ' I geT ' T \ . aan enkele Beroepen verbonden. Wel werden vofrens de oude
^ zhih o“ok m e t in ^ Z enh f ^ r d e n genoemd, doch uit nood konden
heden ial ™ R beroepen bezighouden, en m ouden tijd vindt men, evenals
eden, tal van Brahmanen, die allerlei beroepen uitoefenen, zonder dat daarmede
als T n r n iw f ' vf «ePaard ging. Reeds in de Sanskriet-litteratuur komen zij voor
als koopl eden, handwerkslieden van allerlei aard, landbouwers, artsen herders
toonee spelers, zangers, hondentelers, als temmers van olifanten, össen ’ paarden’
kameelen, enz. Ook konden zij lijkdragers zijn, of zelfs dieven van professie Zulke
B™hZ T D I H wel ‘i1?* de. maanoffers brengen, maar zij bleven in hün käste
wist™ n^TtP t geschiedems ook, dat de Sudra’s zieh tot heerschers des lands
wisten op te werken. Een der mächtigste vorsten van Indie, Candragupta, was een
iinn epe™n lia?n0d^, waaWr dme .v orstw eeetnb oSekuednra toise., hoewel zij waars■c—h uwen tegen het verbliJif
v i p r l f lel lealdt bes!uit’ dat de tegenwoordige kasten-indeeling niet uit de
vier oude standen of klassen der wetboeken kan zijn voortgekomen. De naam varna
de uftdrukkiL^ten onrechte voor „käste” gebruikt. Oorspronkelijk was varna enkel
later wern T W m t®ge.nstelllDg m ras en bestünden er slechts twee varna, en
varna ’ 1 ,1 . 1 Ultdrukkmg varna ook op de afzonderlijke standen der eerste
vnnr ’^p y- r - ter ^ T rs toeSePa s t Bmdelijk werd varna ten onrechte gebruikt
verward kosten, en zoo werden de standen der oudheid met de. kosten
,lp?et i T ieV ° Ch bestonden reeds van den aanvang af naast de standen, en droegen
latpr da/11 r“ J“ ’-n0g ^genwoordig ja i. Ja ti beteekent letterlijk „geboorte”,
ater dat, wat men door zijn geboorte wordt, de plaats, die men door zijn geboorte
v ..“ iaa:*sc PPB inneemt. In dien zm wordt het meest voor gemengde kästen
gebruikt, die men zelden varna noemt. ■ . . 8
} J Af ‘ ; e- aat Tm®P “ u °“der een Indische koste? Senart geeft daarvan de volgende
uit HP n n rli . ls afgesloten vereeniging (gild) met zelfstandige,
uit de oudheid overgeleverde orgamsatie, en waarvan het lidmaatschap erfelijk is en
dus door geboorte bepaald wordt, terwijl de leden in den regel hetzelfde erfelijk
beroep uitoefenen en zieh door bepaalde wetten op het huwelijk, spijzen, onreinheid
enz., van andere, vereemgingen onderscheiden en afzonderen. De leden der käste
komen onder een hoofd of raad bijeen, om feesten te vieren of voor andere gelegen-
heden, en over de medeleden wordt daarbij een jurisdietie uitgeoefend, waarbij tot
uitsliiiting uit de käste kan worden besloten, terwijl ook na boete wederopneming
in de käste kan plaats hebben.
In deze woorden wordt het duidelijkst het karakter der kästen omschreven. De
kästen zijn derhalve zeer oude corporaties, en de namen van vele der tegenwoordige
kästen, vooral van de aanzienlijkste, vindt men reeds vroeg in de Sanskriet-litteratuur.
De kästen zijn door onderscheidene wettelijke voörschriften van elkander gescheiden.
Het meest ingrijpend zijn de wetten, die op huwelijk, op spijzen en op verontreini-
gingen betrekking hebben. De oude wetboeken schrijven voor, dat uit een huwelijk
alleen dan kinderen van gelijke geboorte kunnen voortkomen, als de vrouw uit den-
zelfden stand is als de man. Trouwt de man met een vrouw van lageren stand, dan
volgen de kinderen den oorspronkelijken stand der moeder en bezitten zij niet het
volle erfrecht. _ Dit beginsel geldt tegenwoordig nog voor alle echt Indische kästen.
Binnen een käste ontstaan ook niet zelden nog weder groepen, welker leden niet
onder elkander huwen en zoo weder een käste op zieh zelf vormen. Zoo is völgens
Nesfield de Brahmanen-kaste in de noordwest-provincien in op zijn minst 40 ver-
schillende kästen verdeeld, die alle niet onder elkander huwen. Juist de käste der
Brahmanen, die overal in Indie haar Privilegien en rechten als eerste käste wist te
handhaven, is in een groot aantal onderkasten verdeeld, die niet zelden vijandig tegenover
elkander staan. Elke käste of onderkaste is weder in een aantal onderafdeelingen
gesplitst, in het Sanskriet en ook tegenwoordig nog dikwijls gotra, doch thans meer
in jongeren vorm got genoemd. De gotra vormen weer binnen de käste of onderkaste
een nauwer gemeenschap, welker medeleden elkander als broeders en zusters beschou-
wen en die daarom niet onder elkander huwen. Terwijl aldus de kästen en onderkasten
endogamie (huwelijken binnen hun kringen) als regel hebben, vindt men bij
de kleinere kringen der gotra exogamie (huwelijken buiten den kring).
Van niet minder beteekenis zijn de spijswetten. Niemand mag spijzen gebruilcen,
die bereid zijn of ook maar aangeraakt werden door leden van lagere kästen, en
niemand kan met lieden uit lager kästen samen eten, zonder zieh te verontreinigen.
Zelfs de meest verachte kästen volgen dezen regel. Tot de laagste kästen behooren
de straatvegers. In Pandzjab zijn de, Cuhra’s belast met den reinigingsdienst. Zij maken
de hiiizen en dorpen schoon, vegen den koemest bij elkander, welken zij tot koeken
vormen en hoog opstapelen, en helpen bij het drijven van het vee van dorp tot dorp.
Zij zijn ook dorpsboden en werken met den ploeg op het veld. Deze menschen nu
maken aanspraak op het vleesch van alle gestorven dieren met ongespleten hoeven.
Doch ook een andere käste in Pandzjab houdt zieh met het vegen bezig, nl. die der
Dhanaks. Dezen onderscheiden zieh van ,de Cuhra’s hierin, dat zij niet de mensche-
lijke exereties wegbrengen, en verder in de dorpen weven. Geen lid van een dezer
beide kästen nu, van de Cuhra’s noch van de Dhanak’s, zou datgene eten, wat een
lid uit een andere käste overgelaten heeft; hierdoor zou bij v. de Cuhra het bewijs
leveren, dat hij zieh gelijk achtte met den Dhanak of omgekeerd. Daarentegen eten
beiden de overblijfselen van het voedsel van personen uit alle hoogere kästen. Dat van
de käste der Sansi’s, een rondtrekkende stam, die van jacht leeft en aas eet, eten zij niet.
De Sansi’s nemen tegen betaling menschen van alle kästen in hun kringen op,
uitgezonderd de Dehds en Mhangs, leerbewerkers, die ook anderen lageren dorps-
arbeid verrichten en in tegenstelling met de Cuhra’s het vleesch van alle dieren met
gespleten hoeven eten. Alleen het door een Brahmaan bereide voedsel. kunnen, met
weinige uitzonderingen in Noord-Indie, alle andere kästen eten zonder verontreinigd
te worden, terwijl de Brahmaan geen spijs aanraakt, die door iemand uit een andere
käste bereid is. Zeker een bewijs van het hooger standpunt, dat de Brahmanen
zieh hebben aangematigd.
Het eten met iemand uit een lagere käste van de spijs, door dezen bereid, is een
misdaad, welke met uitwerping gestraft wordt. Een groote rol. in deze spijswetten
vervult van oudsher het water. Tegenwoordig worden in het grootste gedeelte van
Indie de kästen in twee categorieen gescheiden, nl. in die, van welke men water
mag aannemen, en zulke, welker aanraking. ook het water verontreinigt.
Buitengewoon groot en naar käste en provincie afwisselend is het aantal spijswetten.
Den Brahmanen is vanouds het gebruik van alkohol en van vleesch verboden;
anderen kästen wordt de onthouding alleen als verdienstelijk gepredikt. Van het