XII
Bladz.
HOOFDSTUK XVIII. Het Brahmaisme, liet Buddhisme en andere godsdiensten. . . 177
Natuurlijke godsdienst en religieuse beginselen. — Brahma en het Brah-
ma'isme. — Zielsverhuizing..ff Reinigingsprocessen. — Ascese. f f Vrijwillige
zelfmoord. — Weduwen-verbranding. ---Bu d d h ism e. - f f : De leer van
•Bffddha. ^ fiK a r a k te r der leer. -ffYrijzinnigheid van he* Buddhisme. —
Nirwana. .— Het begrip Nirwana, f f Oefeningen tot heiligheid. ^ Univer-
saalkringenBES Heilige oefeningen.jjifff Verbreiding van het Buddhisme. ■ ■
Buddhistische kunst. ff-Jnvloed van Buddhisme op Brahmaisme. S - Sekten.__
Buddhistische sekten en scholen. jff -Brahmaansche goden.|J- Veelgodendom
der Indiers. S Godsdiensten in Indie.
T e g e n w o o r d i g e g o d s d i e n s t e n i n I n d i e . AnimismeL— Vish-
nuisme. — Siwaisme. — Sekten. — K ab irp an th is.ff Sikh’s. B Moham-
medanen in IndiS.BH Wahabieten. Ä- De Indische fak irsffff Oefeningen
der fakirs. f f Christenen. — Parsen, B Joden. — Eurasiers, f f Litteratuur
o-ver de godsdiensten in Indie.
HOOFDSTUK XIX. Ethnographische indeeling. Gewoonten en toestanden der bevolking. 196
Oudste bevolking van In d ie .;ff. De Dravida’s en hun taal.gf- Yolken in Voor-
IndiS. )Ji§j§|Talen in Britsch-Indie, volgens de statistiek. — Uiterlijk der
Hindu s. S S Ivarakter der Hindu’s. W apeiiou. — Bogen en andere
wapens. — Bogen en pijlen. — Indische wapenrustingen en wapenen. — —
De kookery der Ghurka’s. — Het verkrijgen van staal jB iD e Ghurka’s in
den oorlogiff£ Toestand der vrouw. Ä-jsKinderhuwelijken in Indie. —
Huwelijken in Indie. B Kleeding^^a Ceremonien bij geboorte.liÄ*» Toestand.
der vrouw in Indie. | | | Bijgeloof. — Weldadigheid.. f f -FLijkverbranding. —
Zedelijkheid. S S F e e s te n der Indiers. — Karakter der bevolking. ¡8- Litte-
• ratuur en k u n st..
H e t k a s t e n w e z e n in I n d i e . Kastenwezen. — Standen en kästen
in Indie. — Inrichting der kästen en onderverdeeling.:ff'- Spijswetten. H H
Lagere kästen, g l Kasten en beroepen. j| | | | Religie en käste, f f Bestuur
der käste. eBS Uitwerping en wederopneming in kästen, f f Ontstaan der
kästen. ^g^Litteratuur over de kästen der Indiers.
HOOFDSTUK XX. Yerdere toestanden en de regeering van Indie.......................................222
Yoortbrengselen des lands. — Landbouw. — Industrie. B- Runderteelt. —
•lacht. — Slangen. — Yereering van de koe. — Omgäng met dieren. f f '
Valkeniers. — Slangenbezwering. e s B Het vangen en onderrichten van
olifanten. — Olifantenjacht.jg- De hertenjacht. — Cheta’s. — iWoningen en
dorpen der Indiens. — Verkeerswegen. — Inrichting van het Britsch
bestuur. ■ ■ Staatkundige indeeling. — Grondbezit. ¡¡¡¡g Grondbezit en
grondgebruik.||||gDe Indische koelies en hun emigratie. — Verbreiding der
koeIies.p|||Vervo]g der litteratuur over Indie.
HOOFDSTUK XXI. Eenige groepen der onde bevolking in I n d i e .......................................239
De Sowrah’s. ff- Huwelijken en huwelijksplechtigheid bij de Sowrah’s. — De
Khond’s en hun gewoonten.; ;f f i Het Meriah-offer der Khond’s. f f Wapenen
der Khond’s. — Karakter der Khond’s. f f Huwelijken. De Badagar’s. —
Toda’s. — Goden.
De b e w o n e r s v a n Cey l o n. Stammen op Ceylon.- De Singhaleezen. —
Bijgeloof. g -ff Duiveldansers. De Wedda’s. — Gewoonten en zeden. —
Levens wijze en bedrijf der Wedda’s. — Litteratuur over Ceylon.
HOOFDSTUK XXII. Achter-Indie en zljn hewoners . 252
Al g e me e n o v e r z i c h t . Ligging van Achter-Indie. f f . Overzicht- der
bevolking van Achter-Indie. — Indische en Chineesche invloed op Achter-
I n d i e S D e Khmer’s.,ffj:Architectuur. — Indische en Chineesche invloed. —
Huidkleur en karakter der b ew o n e rs |fi De Lao’s en de Thaivolken. BBS
Wilde volken. — Familie-eigendom in Annam. — Democratie in Annam.—
Bouwkunst in Achter-Indie. *—■ Yersierselen. — Wapens. -- Wouingen.
Bladz.
HOOFDSTUK XXIII. Staatkundige indeeling en toestanden in Achter-Indie . . . 260
Indeeling van Achter-Indië en grootte der deelen.
I. D e B r i t A c h e b e z i t t i n g e n i n Ac h t e r - I n d i ë . Birma en de
Birmanen^® Geschiedenis. [ff Architectuur. f f Straits-Settlements.
II. H e t k o n i i i k r i j k Si am. Naam. — Taal. — Kleeding. 1— Geschiedenis.
—- Dynastie. B- Gi’ensverdragen.— Godsdienst. — Witte olifant
in Siam, Bouwkunst in SiamBHg Ruinen van Ajuthia. — Regee-
ring. — Volkstoestanden. §§-'Staatkundige verhouding.ff B a n g k o k B f*
Priesters. — Buddhisme in Siam.
III. De F r a n s c h e b e z i t t i n g è n i n A c h t e r - I n d i e . Fransche
inbezitnemingen. — Cochin-China. — Kambodsja. — Annam. — Tong--
king. ' f f Gemeente-inrichting. |||B Sociale toestand in Annam. —
Litteratuur over Achter-Indië.
HOOFDSTUK XXIV. Het Mongoolsche r a s ..................................................... 273
Ov e r z i c h t . Begrip Mongoolsche ra s .fff Mongoolsche volken. — Indeeling
van het Mongoolsche ras.— Uiterlijk en eigenschapperi der Mongoolsche volken.
HOOFDSTUK XXY. Het Chineesche B p ........................................................................ 276
Ov e r z i c h t . Contrast van het oosten met het westen. Natuurlijke
gesteldlieid en overzicht van het Chineesche Rijk. — TïbetijgSp Chineesch-
Turkestan. — Dzjungarije. ff. Mongolie. — Chineesche muur en zijn beteer
kenis. -— Mandsjurije. — Mandsju’s.
H e t e i g e n l i j k Ch i n a . De Chineesche laagvlakte. — Natuurlijke gesteld-
heid van China. — Het Lössgebied.^MLösswoningen. — Klimaat.
HOOFDSTUK XXYI. De Chineezeu en hun fam ilie lev en.........................................................283
Begrip Chineezen. — Kenmerk van hun beschavingsgeschiedenis. —-Karakter
en aanleg der Chineezen. — Kleeding en haartooi der Chineezen. SËpfl
Lange nagels. — Hoofdbedekking. B Steden en dorpen. | | De aanleg der
steden in China. — Straatnamen in China. — Huizen en bouw der steden.__
R-ivierbewoners.^W Gebruiken bij geb o o rte^ff Eerste levensjaren van een
kind. — Yervorming van den voet. — Aanleiding tot het vormen van kleine
voeten. — Ouderlijk gezag in China. — Eerbied voor de ouders.—- Familieleven
en familieband. — Zelfmoord om de familie te sparen^HVerhoudîng
der vrouw tot den man. — De Chineesche vrouw.'— Meisjes. — Huwelijken
en ceremoniën bij het huwelijk. -SBvVaarzeggers bij het huwelijk. | | § É |
Huwelijkstijd. — Huwelijken in de familie^BOverbrengen der bruid. f f
Eerste samenkomst van bruid en bruidegom. — Karakter van het huwelijks-
leven in China. j | g Schoonmoeders in China. Iji Kinderhuwelijken. i f f f f
Tegenzin van meisjes in het huwelijk.gg- Anti-huwelijksbond. — Huwelijken
na den dood gesloten. — Huwelijken van o v e rled en en .||l| Adoptie van
k in d e ren .^Ä Huwelijken van weduwen. f f Polygamie. — Echtbreuk. i f f f f
Slavinnen in het gezin.gj|§ Zorg voor de dooden. f f Overlijden. — Wee-
klagen. Begrafenis. Treurceremoniën. — Zelfmoord bij de Chineezen.
HOOFDSTUK XXVII. Wetenschap en godsdienst in C h in a ................................................. 304.
K We t e n s c h a p p e l i j k e S t u d i e e n e x ame n s . Rang der Wetenschap
in ChmaMHjl Onderwijs in China. — Studie in China,
Examens. — Chwang-Yuen. — Het afnemen der examens. —- Chineesche
litteratuur.
II. De g o d s d i e n s t e n i n Chi n a .
I. C o n f u c i o n i s m e . Karakter der godsdiensten in Chinajpl®Confucius.
— Leer van Confucius. — Ouderliefde. — Eeredienst der
voorvaderen.
II. H e t T a o ï sme . Begrip Taoïsme.§ § || De leer van het Taoïsme en
zijn godendoma l l l Taoïstische priesters. — Asceten. Tempels.__
Verbinding van Confucionisme en Taoïsme.