
 
        
         
		zelfstandig,  bijna  zonder  invloed  van  buiten,  en bereikte reeds in de vroege oudheid een  
 hoogte, die de bewondering van Europa moest wegdragen. Daar,in hetafgesloten oosten van  
 Azie, bestonden vele kunstenen uitvindingen reeds eeuwen, voör zij in Europa bekend waren. 
 Die  afgeslotenheid  in  de  ontwikkeling  verklaart  de  uitmuntende  eigenschappen  en  
 gebreken  der  Chineezen.  Daardoor  kon hun beschaving naar den aard van  het karakter  
 zieh  met  hun  geestelijken  aanleg  en  neigingen  tot  een  volkomen  harmonisch  geheel  
 ontwikkelen,  en  hierdoor  ook  komen  in  China,  als  bij  geen  andere  beschaafde  natie,  
 dezelfde  grondtrekken  voor  in  het  karakter  des  volks*  en  in  zijn  inrichtingen,  in  zijn  
 religie  en  staatswetenschap,  in  familieleven  en  gezellig  verkeer;  grondtrekken, die de  
 geheele  geschiedenis  kenmerken,  hoe  ook  in  bijzonderheden  gewijzigd. 
 Opmerkelijk  zijn  de  scherpe  contrasten,  die  zieh  in  het  Chineesche  karakter  open-  
 baren.  Naast  e en . beschaafdheid  in  den  gezelligen  toon,  die  het  lagere volle zelfs meer  
 eigen  schijnt  dan  in  Europa  veelal  het  geval  is,  en  naast  een hoog ontwikkelde zede-  
 leer,  welke  in  de  formaliteiten  der  levensregelen  is  opgenomen,  vindt  men  bij  de  
 Chineezen  de  meest  onmenschelijke  hardvochtigheid  en  de  barbaarsche  neiging  tot  
 verwoesting,  die  alleen  nomadenvolken  kenmerkt.  Ieder  Chinees  is  vol  opoffering  
 voor  zijn  familie,  maar  zijn  medelijden  gaat  ook  niet  verder  dan  deze.  Met  de  
 grootste  koelbloedigheid  ziet  bij  zijn  medemenschen  in  lijden  en  in  nood  de  ergste  
 pijnen  verdragen,  zonder  dat  hij  zijn  hulp  biedt,  wanneer  de  lijder  geen  lid  zijner  
 familie  is,  Längs  de  wegen  ziet  men  niet  zelden  ellendige  sehepselen,  zelfs ten doode  
 krank,  wien  niemand  denkt  hulp  te  bieden.  Men  kan  e r  zieh  dan  van  verzekerd  
 houden,  dat  dezen  geen  familie  hebben  of  in  die  streek  vreemd  zijn.  Dergelijke  
 tegenstellingen  in  het  Chineesche  karakter  vindt  men  vele.  Naast  strenge  rechtvaar-  
 digheid,  om  een  aangegane  verbintenis  of  gedane  belofte  na  te  komen,  is  de Chinees  
 er  op  uit,  om  daar,  waar  de  zeden  het  toestaan,  zooveel  mogelijk  zijn medemenschen  
 te  bedriegen.  Tegenover  het  streven  naar  juistheid  in  statistieke  opgaven  en  de  
 waarheidsliefde  in  het  verteilen  van  geschiedkundige  gebeurtenissen,  staat  in  het  
 dagelijkseh  leven  een  liegen  zonder  voorbeeld.  Bij  het uitstekend talent tot waarnemen  
 en  de  geschiktheid  tot  denken,  vooral  tot  het  doen  van  praktische  uitvindingen,  is  
 het  schier  onbegrijpelijk,  dat  de  Chinees  alle  geschiktheid  voor  abstractie  mist, en de  
 wetten  van  oorzaak  en  gevolg  niet  kan  uitvorschen.  Zoo  is  in  vele  opzichten  de  
 Chinees  een  psychologisch  raadsel.  Doch  die* zonderlinge  verschijnselen  in  het  volks-  
 leven  der  Chineezen  zijn  daaruit  te  verklären,  dat  van  buitenaf geen  louterende  en  
 veredelende  denkbeeiden  zijn  ingevoerd,  waardoor  de  ruwe  eigenschappen, welke nog  
 steeds  in  den  böezem  des  volks  aanwezig  waren,  konden  belemmerd  worden  in  hun  
 uiting.  Ruw  materiaal  hebben  zij  veelvuldig in zieh opgenomen,  elementen, gedeeltelijk'  
 reeds  in  het  volk  aanwezig.  Zij  vonden  dat  in  de  landen,  waar  zij  Veroverend  of  
 koloniseerend  optraden;  zij  vonden  dat  bij  de  Volkeren,  die  uit  steppen  en  door  
 woestijnen  het  land  binnendrongen,  want  geen  reuzenmuur  was  in Staat, de afsluiting  
 volkomen  te  maken.  Gedeeltelijk  drukten  zij  den  Stempel  hunner  beschaving  op  die  
 vreemde  Volkselementen,  maar  zijzelf werden  er  niet  door  beschaafd;  de  hoeken  en  
 scherpe  kanten  van  hun  karakter  bleven  bestaan. 
 In  zedelijkheid  en  aanleg  verschillen  echter  de  bewoners  van  het  eene  gewest  van  
 die  in  het  andere.  Zoo  zijn  de  bewoners  van  Sjansi bekend door hun talent,  om groote  
 fmancieele  ondememingen  op  touw  te  zetten;  de  bewoners  van  Hupei  om  hun  
 krijgszuchtigen  aard;  die  van  Kiang-su  en  Ngan-hwei  leveren  het  grootste  aantal  
 geleerden;  in  Kiang-si  vindt  men  de  meeste  kleinhandelaren. 
 Al  deze  groepen,  hoewel  verschillend  in  type,  taal  en  aanleg,  komen  toch in  zeden  
 en  gewoonten  in  de  meeste  opzichten  overeen,  zoodat  men  nergens  een  zoo omvang-  
 rijke  ethnographische  eenheid  ontmoet  als  in  China. 
 Met  dit  merkwaardig  volk,  dat  thans  binnen  den  k rin g , der  wereldgeschiedenis  
 getrokken  wordt,  zullen  wij.  ons  langer  moeten  bezighouden  dan  met  de  meeste  
 volken,  omdat  er  zooveel  belangrijks  in  dit  millioenenrijk  valt  op  te  merken,  dat  
 veelal  eeuwen  bestaan  heeft. 
 *  * * 
 In  hun  voorkomen  vertoonen  de  Chineezen  van  het  noorden  naar  het  zuiden  des  
 rijks  hetzelfde  uiterlijk,  zeiden  wij.  Zelfs  de  standsverschillen  komen  hier  niet  zoo 
 uit  als  in  andere  landen  der  aarde7 Wijde  b r o e k e n   en blouseachtige wambuizen  beide  
 van  indieoblauw  katoen,  en  bij  koude  daarover  een  soort  jas  van  dikker,  zwarte stof 
 en H  nietClv e e r ^ e n areken™?ateeenem^,nV<gemWdehietwee  ^ n   zu je Jo stu um s per 
 n H   mH H i  a s m 
 ä m S “ ”  “ I .   »ig»»««»  i» 
 ffphriiik  Dp  Chineesche  vrouwen  drägen  länge  roKkeii.  ■* 
 De  ärmere  lieden  in  China,  en  wel  in  ’t   bij zonder  de  koehes  of  arbeiders,  zijn  des  
 zomers  onder  hun  werk  bijna  of geheel naakt.  Doch ™ d ra  het wede n j t a m m e r   
 kouder  wordt  trekken  zij  een dünne  katoenen  jas  aan,  daalt  de temperatuur  nog 
 meer  dan  nernen  zi?  een  tweede jas  over  de eerste, vervolgens  een  derde,  enz 
 zoodat  een  koelie  die  er  in  den  zomer  vrij  mager  uitziet,  m  den  wunter  een  welge  
 daan  voorkomen  heeft.  Die  kleeding  doet  hij  den  geheelen  wmter  
 als  de  lente  komt  en  wärmere  dagen  brengt,  begmt  hij  eerst  zijn  bovenjas  e u v e r   
 volgens  met  het  toenemen  der  temperatuur  de  andere  jassen  mt  te  werpen,  totdat  
 hij  in  den  zomer  weer  geheel  
 naakt  is  en  de  regenbuien  van 
 den  natten  moesson  hem  het 
 eerste  bad  geven. 
 De aanzienlijken hebben beter  
 kleeding.  In  plaats  van  den  
 blauw  katoenen  kiel  dragen zij  
 een  chämbef-cloakachtig  over-  
 kleed,  dat  tot  de  enkels  reikt  
 en  door  een  gordel wordt vast-  
 gebonden. Aan dien gordel hängende  
 beurs, tabakszak en  dergelijke  
 benoodigdheden.  De  
 mouwen  zijn  zeer  lang  en  be-  
 dekken  de handen geheel.  Ver-  
 der  dragen  de  rijke  Chineezen  
 ook  Siberische pelzen, waarvoor  
 China  reeds  sedert  een  eeuw  
 een  marktplaats  was.  In  de  
 zijdeprovincien  van  het  zuid-  
 westen  ziet men op nieuwjaars-  
 dag  de halve bevolking der  ste- 
 1 M B I  „ g ,» » , , .« .   » « , ™   ” 
 weggeschoren,  tot  op  een  kleinen  bundel  na  op  het  midden  van  het  hoofd,  d'enmen  
 laat  groeien  en  tot  een  staart  samenvlecht.  Deze  gewoonte  1%echte^ “ ° | p“ „evtm^ 00i  
 zii  werd  eerst  in  1644  met  de  dynastie  der  Mandsju’s  ingevoerd  en  was het symbool  
 van  gehechtheid  aan  dit  vorstenhuis.  Vroeger  werd  het  haar  vrij  g.ed™gen,  sedert  
 1644  is  het  ^emis van een  staart een soort van anarchistische of republikemsche uiting,  
 Ook  laat  men  den  baard,  hoe  zwak  die  ook  is,  tot op imddelbaren l^ ^ iv i c h te n ^ e e n   
 en  daardoor  hebben  de  barbiers,  die  zonder  m.zeeping  hun  arbeKl  vyn ch ten   een  
 drukke  taak.  De  Noord-Chineezen  dragen  den  staart  kort  everiak, ^ e' etf3 "Y a n 2   en  
 het  binnenland  van  Azie;  de  Zuid-Chineezen  daarentegen  dragen  den  s t a a r t ^ g   en  
 zwaar,  met  paardenhaar  doorvlochten  en  met  banden  omwonden  In  den  staart  stelt  
 de  Chinees  een  zekeren  roem,  en  het  is  een  groote  beleedigmg,  hem  aan  den  staart 
 tS De® haartooi  der  vrouwen  is  veel  rijker  in  vormen en  meer afwisselend in  de deelen  
 des  rijks.  In  het  zuiden  van  China  dragen  ongehuwde  vrouwen  p o n y -^ a r  dwars  
 over  het  voorhoofd  afgesneden.  Gehuwde  vrouwen  weten het haar met kleefmiddeLen  
 zoo  te  vormen,  dat  het  aan  het  hoofd  ligt  en  van  achteren  als  het  oor van  een kopje  
 bij  elkander  is  gebracht,  terwijl  op  zijde  vleugelachtige  zijstukken  over  de  ooren