niet minder dan zeven en twintig kralen halssnoeren, alsmede met een breeden,
koperen halskraag. Behalve de gewone oorringen draagt hij een versiersel, dat zeer
populair onder de Sowrah’s schijnt te zijn. In het bovenste gedeelte van het oor
wordt een gat geboord en door dit het edne einde gebracht van een snoer van bijna
vier centimeter lang, aan welks andere einde een giinsterende kraal is vastgemaakt.
Sommige Sowrah’s rijgen kleine kralen aan een snoer.
De mannen laten het haar zeer lang groeien, terwyl het by feestdagen in een dot
achter op het hoofd wordt opgenomen en versierd met vederen, meestal met die van
den pauw. Deze wijze van het haar te dragen geeft een verwijfd voorkomen aan
het gelaat, en by het zien eener photographie van het gezicht alleen, vooral dat van
een jeugdig persoon, is het, oppervlakkig beschouwd, niet zeer gemakkelijk te onder-
scheiden, of het portret dat van een man of een vrouw is.
De kleeding der vrouwen bestaat uit een doek, rondom het middel gewikkeld. De
vrouwen dragen volgens photographische afbeeldingen lange katoenen kleeden, waarin
zy naar Indische mode van den schouder tot de knieen gewikkeld zijn. Het is .echter
duidelijk, dat zij deze kleederen. slechts voor deze buitengewone gelegenheid hebben
aangetrokken en er naar de gewoonte van alle onbeschaafde volken: in\geslaagd zijn,
alleen om er toch maar goed uit te zien, het eigenlijke doel van de photographie,
ze namelijk voor te stellen als zij werkelijk zijn, te verijdelen. Evenals de mannen
dragen zij een overvloed van halssnoeren; zij zijn ook verzot op eenyoudige brace-
letten, die uit breede metalen banden bestaan, spiraalsgewyze om de polsen gewonden.
Het haar is in het midden gescheiden, hoewel er overigen's geen biizondere zorg aan
besteed wordt. . J V s
Wanneer het weer kouder wordt en de Sowrah’s meer kleeding beboeven, maken
zy deze niet, maar nemen zy hun toevlucht tot de veel eenvoudiger gewoonte, om
de reizigers te belagen, ze te dooden en hen van hun kleederen teberooyen. Bij deze
rooverijen, zoowel als in de schermutselingen, waarop zij dikwijls uitlpopen, maken
de Sowrah’s hoofdzakelijk gebruik van boog en pijlen. Deze. boog i.s-betrekkelijk een
zwakke, slechts een el lang en bespannen met een koord van da buitensjte bamhoe-
laag. De pylen zijn van riet, voorzien van een platte, met vele weerhaken vo.orziene punt.
De Sewrah’s liggen altijd op de loer, om hun vijanden te verrassen, en mikken uitsluitend
öp de maag en de beenen, zoodat de wonden altijd gevaarlijk en veelal dopdelijk zijn.
Zij dragen ook een soort van strijdbijl en zijn een dapper en oorlogzuchtig volk,
de sehrik van'de bewoners der vlakte/ Zelfs de Khond’s, zoo gereed om onder elkander
te vechten en zeer bekwaam in het gebruik van boög en strijdbijl, vreezen deSowrah’s
en woiden niet gaarne in een twist met hen betrokken. Vooral zijn zij bang voor
deze vijanden, omdat de Sowrah’s. liefst aanvallen döor onder bedekking van den
nacht een strooptocht te houden, en na alles, wat zij grijpen en.vangen kunnen,
geroofd en alle mogelijk kwaad aangericht te hebben, zieh zoo snel als zij kwamen
naar hun bergvestingen terug te trekken.
Generaal Campbell is van meening, dat hun levenswijze niet vreemd is aan deze
meerderheid boven de andere stammen, en dat hun matigheid en ingetogenheid hen
sterker en meer gehard maken dan hun meer weelderige naburen. Op sommige
plaatsen wonen Sowhra’s en Khond’s in vrij goede vriendschap te zamen, maar
ofschoon beide stammen beweren, de oorspronkelijke bewoners des lands te zijn en
als zoodanig een recht te hebben op het bezit, hebben zij hun eigenaardig karakter
zoo stipt weten te bewaren, dat het niet moeilijk is, een Sowrah van een Khond te
onderscheiden.
Hooper geeft ons op de volgende wijze een beschrijving der huwelijksplechtigheid.
„Nadat een jonge man of zijn vrienden voor hem een bruid gekozen hebben, worden
boodschappers aan haar ouders gezonden en eindelijk gaat de jonge man in eigen
persoon, een pot toddy (palmdrank) of een ander geschenk medebrengende. Is de
toestemming der ouders eenmaal verkregen, dan vangt de plechtigheid aan met drie
palen in den grond te slaan, waartusschen de. bruid en bruidegom met hun vrienden
zieh verzamelfen; hierna begint het feest, waarbij genoegzaam iedereen dronken wordt
aan toddy..
„De bruid en bruidegom zitten bij elkander, terwijl kurkuma-water op hun hoofden
wordt gegoten. Geschenken van doek, kralen, ringen enz. worden gewisseid; gevogelte,
en zoo mogelijk schapen, worden geofferd, om de booze geesten te verzoenen; het
vleesch wordt daarna gekookt, met meel tot ballen gevormd en aan het gezelschap
uitgedeeld. Bij deze gelegenheid vereenigen zij zieh allen tot een dans, die hoofdzakelijk
schijnt te bestaan in van het eene been op het andere te huppelen, bij elke
beweging met de vingers knappende en een uitroep latende hooren, terwijl al de
dansers van tijd tot tijd met geweld tegen elkander aan bonzen en dan weder
uiteengaan.
„Indien de ouders der bruid weigeren,: hun toestemming te geven, gebeurt het
meermalen, dat de vrienden van den bruidegom de gelegenheid waarnemen, om het
EEN HUWELIJK BIJ DE SOWRAH’S.
meisje, ergens alleen wetende, te rooven. De bloedverwanten van het meisje ver-
volgen hen, maar al gelukt het hun, haar terug te krijgep, toch verbiedt het gebruik,
haar aan iemand anders ten huwelijk te geven. Indien ooit zoo iets beproefd werd,
zouden de partijen het op een ernstiger wijze met pijl en boog moeten uitmaken.
De lezer herkent ongetwijfeld de overeenkomst dezer huwelijksplechtigheden met
die, welke bij de wilde stammen in vele streken der aarde in gebruik zijn.
Bij het verhaal van het huwelijk is ook melding gemaakt van het zoenoffer aan
de booze geesten. Dit is de sleutel tot hun godsdienststelsel, zooals het werkelijk
bestaat, en verklaart de reden, waarom zij geen kästen hebben. De Sowrah’s van
de vlakte schijnen een beter godsdienstig stelsel te bezitten, maar de godsdienst der
Heuvel-Sowrah’s is eenvöudig aanbidding. Zij schijnen niet veel begfip van eere-
AZIE. 16