bestaat ,een gedeelte van Mesopotamie thans uit naakte, boomlooze steppen
met een. woestijnachtig karakter. Beneden Bagdad wordt de toestand beter de
akkers enL e id en . °VerStr00mln8 en ^sproeiing vruchtbaar en men ziet er weelderige
Geen land heeft misschien meer dan: dit van de ongunst der tiiden te liiden
gehad. Reeds m de grijze oudheid had men in Mesopotamie ee^ stelsel van
bevloeungskanalen aangelegd, hetwelk met dat van de Nijl kon wediiveren en
waardooi het land tot een buitengewone vruehtbaarheid was gebracht. Een reus-
, K f e f ?en mtgebr.eid net van kanalen, waarvan men nog slechts enkele
vervallen overbhjfselen terugvmdt, voorzagen de velden van water en maakten ze
bmtengewoon vruchtbaar. Van die intensieve cultuur is slefehts, weTnfg over!
mets vTrbeterd lmgSW0 Z‘jn meestal vervallen, de landbouwmethode; is in
, tweelingstroomstelsel van Tigris ,en Euphraat vormde in vele opzichten een
egenhanger van het Nijldal, zoow-el in natuurkundig, als in historisch- opzicht
thrift 1 1 1 1 1 f daar> ™ d t men de bakermat van een oude beschaving, van vrpeg-
tijdig bloeiende en mächtige staten, en daarop volgende tijdperken van. vertah ;
* H*
B S E °nds*e hewoners van Mesopotamie waren Chamieten- daarna kwamen Turai-
, (Chaldaeers, Akkctds) en dezen vormden een priester- en krijgsadel. Later
smolten de verschillende staatjes en stammen samen en vermengde de bevo.lking
zieh met Semieten, zoodat de' bewoners een Semietisch karakter verkregen. Be
IB*! I '" l I S vereenigmg der verschillende kleinere groepen gaf aanleiding- tot de
t + 2000 v ChrT f- * kmeti de boofdstad in de dynastie der Cbaldaeers
n f i . , ■■■ i ! ± 1 5 0 0 v .C h r. door een Arabische .dynastie Vervangen werd.
' dle n°ordeh)ker woonden dan de Babyloniers, wisten zieh omstreeks
iOUU v. C h r tot een zelfstandige, macht naast de Babylonische te verhelfen’en
namen de Babylonische beschaving over. De sage verbindt de opEomst eii.ibloei
van het Assynsche njk aan de namen van koning jVinws en zijn gemälin Semirämis
mythische personen, op wi ede.daden van latere vorsten werderi.bvergedragen
Assyne werd onder deze komngen he'erscher over bijna geheel Vqor-Azie," en. ook
Babylon werd. er aan onderworpen. Doch diet Assyrische rijk werd-in de 6e eeuw
V0° I 1 3 ^er?letlgd en vervangen door de heerschappij van het Babylonische, dat
onder Nebukadnezar tot den hoogsten bloei kwam. Ninive, de hoofdstad van Assyrie,
werd m dien stnjd verwöest, en Babylon werd de'beroemde stad met de hängende
turnen en andere grootsche bouwwerken. Doch' na den döod van Nebukadnezar
kwam ook. dit njk allengs m verval; in 538 v. Chr. werd Babylon door C^rusi den
komng der Perzen, mgenomen, en werd Babylonie aldus een'Perzisbhe proyinciei
De stad werd aanvankelijk met verschooning behandeld, doch na den opstand der
Babyloniers tijdens Darius Hytaspes van Perzie werden de muren gfesiecht en de
mwoners verjaagd en gedood. Xerxes roofde uit den tempel van Bel. het gouden
standbeeid dezer godheid en bracht groote schade toe aan het geboiiw,. dat allengs
tot pum verviel. Wei trachtte Alexander de Groote den tempel te.doen herbouwen
doch hij overleed m het paleis van Nebukadnezar, voor het plan ten uitvoer was
ge or ctCxiu*
Bovenal werd Babylon geknakt onder de Seleuciden door de stichting van Seleucia
welke, stad met vele voorrechten begiftigd werd. Sedert slonk de-handel we'g' de
bewoners/verminderten hoe danger hoe meer; in 130 V. Chr. was, reeds een groot
gedeelte der .eens beroemde stad • geheel verdwenen, en groeide het gnuin in de
vroegere straten. Meer en meer ging de stad achteruit en onder de Arabieren
verclween Babylon geheel, zoodat men er weldra niets meer van wist, dan dat zieh
op de plaats der voormalige stad een klein dorpje bevond, Babel genoemd. Sic
transit gloria mundi! -
Wij hebben aan enkele feiten uit de oude staatkundige geschiedenis van dit land
hennnerd, om de beteekenis van deze landstreek in het licht te stellen. Doch van
meer beteekems voor ons doel is de beschavings-geschiedenis dier oude volken. Ook
hierbij moeten wij ons bepalen tot het aanstippen van eenige feiten.
De Assyriers waren klein van gestalte, maar gespierd; hun kromme neus en
groote oogen gaven hun een Semietisch type. Naar hun aard waren zij dapper,
doch wreed, gehecht aan hun vorsten, trotsch, geneigd tot list en verraad, werkzaam
en volhardend, en zeer gesteld op hun godsdienst. Hun krijgswezen was goed
ingericht, zij hadden licht en zwaar voetvolk, ruiterij, strijdwagens, belegeringsgeschut,
bestaande uit houten torens en stormrammen, en als wapenen: lans, pijl en boög.
Hun veldtochten kenmerkten zieh door vreeselijke verwoestingen, moordtooneelen en
wreede doodstraffen.:
AZ1E. 7