
 
        
         
		bewijzen  daardoor  den  samenhang  met  de  groote  complex  van  Indo-Europeesche  
 volken  en  talen  (zie  pag.  13).  Het  aantal  taaltakken  bij  de  bevolking  in  Indie  is  
 zeer  aanzienlijk,  toch  kan bij de meeste de oorsprong nog duidelijk worden  aangewezen. 
 De  statistiek  der  volkstelling  beeft  op  den  grondslag  der  talen  de  bevolking  
 ingedeeld  in  118  groepen.  Evenwel  kunnen  die  versohillende  talen  niet  beschouwd  
 worden  als  zooveel  ethnographische  afdeelingen,  want  onderscheidene  van  deze  zijn  
 enkel  dialecten,  die  tot  grootere  groepen  kunnen  gebracht  worden. 
 In  het  volgende  geven  wij  een  tabellarisch  overzicht  der  talen  en  dialecten  in  
 Indie,  met  opgave  in  millioenen  met  twee  decimalen  van  het aantal  inboorlingen,  die  
 tot  deze  taalgroepen  behooren,  volgens  de  volkstelling  van  1891. 
 TALEN. AANTAL  
 IN  MILL. TALEN. AANTAL  
 IN  MILL.' TALEN. AANTAL  
 IN  MILL. 
 Hindi.  . .  ■   85,68 Burmese .  .  5,56 Marwadi  . .  .  .  1,15 
 Bengali  . .  .  .  41,34 Malaval um  . .  5,43 Pashtü.  .- .  .  .  1,08 
 Telugu  1) .  .  .  19,89 Urdi  .  .  . .  .  3,67 Karen  .  . .  .  .  0,67 
 Mahráti  . .  .  .  18,89 Sindhi  .  . .  .  2,59 Kol  .  .  . .  .  .  0,65 
 Punjabi(Pandzjabi)17,72 Santäli  .  . .  .  4,71 Tulu  .  . .  .  .  0,49 
 Tamil.  . .  .  .  15,23 W.  P a h a ri. .  .  1,52 Kachhi.  M .  .  .  0,44 
 Gujarati. .  .  .  10,62 Assamese  . .  .  1,43 Gypsy.  . .  .  .  0,40 
 Kanarese 9,75 Gondi.  .  . .  .  1,38 Araon  .  . .  .  .  0,37 
 Uriya. .  .  .  9,01 Centraal  Pah íri  .  1,15 Komi  .  . .  .  0,32 
 .  Naast  deze  talen  volgt  het  Engelsch,  dat  gesproken  wordt  door  238,500  personen. 
 Uit  dit  overzicht  blijkt,  dat  het  Hindi  of Hindustani  de  meest  verbreide  taal  is,  
 die  door  85'/2  millioen,  bijna  '/a  der  bevolking,  gesproken  wordt,  vooral  door  de  
 Mohammedanen  in  de  noordwest-provincien,  Pandzjab,  de  Centraal-provincien,  enz.  
 Als  „Hindi”  wordt  ook  dikwijls  in  ’t  bijzonder  de  taal  der  landelijke  districten  
 aangeduid,  of  het  van  Perzisch-Arabische elementen  vrije volksdialeet,  in tegenstelling  
 met  het  met  deze  elementen  overladene  Urdu,  oorspronkelijk  de  legertaal  der  
 Mohammedaansche  veroveraars  in  Indie,  die  een  zelfstandig  dialect  werd.  Deze  
 laatste,  met  Arabische  letters  geschreven  taal  is  als  verkeerstaal  „lingua  franca”  
 in  Indie  veel  verbreid,  zonder  nog  als  moedertaal  beschouwd  te  worden. 
 De  westelijke  nabuur  van  het  Hindi  is het Punjabi, dat door ongeveer 17,7 millioen  
 bewoners  gesproken  wordt.  Het  onderscheidt  zieh  van  h eO Iin d i  alleen  in woorden-  
 rijkdom  en  uitspraak,  en  dankt  zijn  zelfstandigheid  in  de  eerste  plaats  aan  politieke  
 en  religieuse  verhoudingen,  daar  het  de  taal  was  der  Sikhs,  die  in  Pandzjab  een  
 mächtig  rijk  grondvestten. 
 De  dialecten,  die  aan  den  voet  van  den  Himalaja  en  in  de  benedenste  dalen  van  
 dit  gebergte,  ten  westen  van  Nepal,  gesproken  worden,  heeten  hier  Pahari-  ,of  
 bergtalen.  Omtrent  het  Kaschmiri,  in  Kaschmir,  ontbreekt  een  goede1 statistiek. 
 Alle  bovengenoemde  talen  kan  men  als  de  noordelijke  of noordwestelijke  groep  
 der  Indo-Europeesche  of Arische  talen  van  Indie  beschouwen  en  ook  het  Nepali  in  
 Nepal  kan  hiertoe  gerekend  worden.  De  westelijke  groep  omvat  het  Marathi, 
 18,8  millioen;  het  Gujarati,  10,6  millioen;  het  Sindhi  2,5  millioen  en  eenige  
 minder  belangrijke  dialecten,  als  het  Marwadi,  Kachi,  enz. 
 Het  Mahrati  wordt  hoofdzakelijk  gesproken  in  het  presidentschap  Bombay;  het  
 is  een  antieke  taal,  die  nog  zeer  veel  met  het  Sanskriet  overeenkomt.  Ook  de  
 Brahmanen  in dit deel  van Indie houden  de Sanskrietsche wetenschap nog hoog in  eere. 
 Aan  de  spits  der  oostelijke  groep  staat  het Bengali, dat door 41,3 millioen menschen  
 gesproken  wordt;  daarop  volgt  het  Uriya  in  Orissa,  door  9  millioen,  en  het  Assami  
 in  Assam,  door  1 '¡z  millioen  bewoners  gesproken.  Het  Bengali  kan  onderscheiden 
 1) Met vette Ietter gedrukt  zijn Dra-ridasehe talen. Onrsief bednidt Kolariers.dat hier alleen die talen worden genoemd, welke door een grooter aantal menschen  gMespenr olkeetnte w eorr doepn,   dan het Engelsch. 
 worden  als  schrijftaal,  die  met  woorden,  aan  het  Sanskriet  ontleend,  overladen  is,  
 en  alleen  door  de  öntwikkelden  verstaan  wordt,  en  een  groot  aantal  gesproKen  
 volksdialecten,  die  nog  niet  voldoende  onderscheiden  zijn.  i 
 Het  Sanskriet  vormt  den  historischen  grondslag  der  Arische  talen  m  Indie,  en Het  
 is  natuurlijk  als  een  curiositeit  te  beschouwen,  dat  ongeveer  300  personen  bij  de  
 volkstelling  opgaven,  dat  het  Sanskriet  hun  moedertaal  was.  In  werkehjkheid  kan  
 het  Sanskriet  ongeveer  als  levende  taal  beschouwd  worden,  als  het  Latijn  m  de  
 middeleeuwen.  De  Brahmanen  in  alle  deelen  van  Indie,  van  Kaschmir  m  t   noorden  
 tot  kaap  Komorin  in  het  zuiden,  kunnen  zieh  schriftelijk  en  mondeling  im  het  
 Sanskriet  uitdrukken,  en  bij  de  verschillende  moedertalen  is  aldus  het  Sanskriet  
 voor  hen  een  soort  van geleerdentaal, waardoor zij  zieh  algemeen yerstaanbaar maken. 
 Op  de  Arisch-Indische  talen  volgen  in  Indie  de  Dravidasche  talen.  De  eerste  
 worden  ongeveer  door  195  millioen  menschen  gesproken,  de  laatste  door  bijna  
 53  millioen.  Hoofdzakelijk  is  Zuid-Indie  daarvan  het  gebied.  Wij  hebben  deze talen  
 reeds  genoemd.  Wiizen  wij  er  hier  nog  op,  dat  het  Telugu  aan  de  oostkust  en  het  
 binnenland  van  Dekan  door  19,8  millioen,  en  het  Tamil  in  het  uiterste  zuiden  van  
 het  schiereiland  en  op  Ceylon  door  15,2  millioen  menschen  gesproken  wordt.  Voor  
 de  ethnologische  kennis  zijn  de  noordelijke  uitloopers  van  de  Dravidasche  taalfamihe  
 belan°rijk,  als  het  Gond,  Kandh,  Oraon,  Braliui,  enz.  Hoewel  deze  niet  door  velen  
 gesproken  worden,  bewijzen  zij  toch,  dat  de  Dravida-taal  eens  als  het  idioom  der  
 oorspronkelijke  bewoners  van  Indie  over  het  geheele  land  verbreid  was,  waarvan 
 genoemde  resten  bewaard  bleven,  .  , 
 De  Kolariers  in  Bengalen  en  ten  zuiden  hiervan,  bijna  3  millioen,  komen  m  vele  
 raskenmerken  met  de  Dravida’s  overeen,  maar  zijn  linguistisch  daarvan  beshst 
 ^D e   ver  vertakte  familie  der  Tibeto-Birmasche  talen  wordt  gevonden  van  den  
 Himalaja  en  Assam  tot  Birma.  De  Birmasehe  taal  (Burmese)  heeft  van  deze  de 
 .   ■  •  1 i    ________1_-----   d   K  K  v m ln A O r » 
 De  Hindu's  vormen  de  hoofdbevolking  van  Indie.  De naam Hindu’s is va.n jongeren  
 datum,  doch  thans  algemeen  in  gebruik  voor  de  hoofdbevolking  van  het  land,  dat  
 wii  bespreken.  Wij  moeten  echter  daarbij  bedenken,  dat  onder  den  conventioneelen  
 naam  niet  een  volk,  noch  een  ras  en  evenmin  een  religie  moet  begrepen  worden.  
 Het  is  de  naam,  waaronder  men  een  menigte  van  volken,  hoofdzakelijk  van  Arisen  
 bloed,  doch  met  Mongoolsche  en  Skytische  elementen,  samenvat.  De  oude  banskne-  
 tische  naam,  waaronder  men  het  land  aanduidde,  dat  tegenwoordig  Indie  heet, 
 luidde  Bharata  of  Bharathavartha.  . 
 Door  dezen  gemengden  oorsprong  der  Hindu’s  zijn  de  typische  ken merken  
 het  Arische  ras  meer  en  meer  vervallen.  Een  gemiddelde  grootte,  een  koffiebruine  
 huid,  glad,  zwart  haar,  een  ovaal  gelaat,  groote,  amandelvormige  oogen,  een  groote  
 mond,  zwak  ontwikkelde  kin  en  dünne  armen,  zijn,  volgens  Ratzel,  wel  de  hoold-  
 kenmerken  der  Arische  Hindu’s.  De  vrouwen  vöoral  kunnen  soms  buitengewone 
 schoönheid  bezitten.  I  H   ,.  ,___ I__ ,  , 
 Bij  de  Arische  Hindu’s  sluiten  zieh  de  gemengde  Hindu s  aan,  die  de meerderheid  
 der  bevolking  uitmaken.  Zij  worden  als  een  schoon,  donkerder  volk  beschreven,  
 waarvan  men  zieh  in  Europa  het  best  een  voorstelling kan maken  door  de Zigeuners.  
 Dat  de  Zigeuners  van  de  Indiers  afkomstig  zouden  zijn,  wordt  door  onderscheidene  
 onderzoekers  beweerd.  De  Indiers  hebben  fijn  besneden  gelaatstrekken,  een  arends-  
 neus,  en  lange,  krullende  hären.  In  de  huidkleur  vertoonen  zieh  vele  nuances;  
 in  ’t  algemeen  schijnen  de  lagere  klassen  of  kästen  donkerder  te  zijn  dan de hoogere.  
 De  oorzaak  hiervan  ligt  misschien  in  het  overheerschend  Arische bloed  bi) de hooger  
 standen,  terwijl  bij  de  lagere  standen  meer  het  bloed  der  donkere  oerbewoners  de  
 overhand  heeft.  De  overwonnenen  werden  meer  tot  de  lagere  kästen  gerekend,  een  
 algemeen  historisch  verschijnsel.  Zoo  moet  de  verachte  käste  der  Paria s  beschouwd  
 worden  als  voortgekomen  uit  de  oorspronkelijke  bewoners.  Daarenboven  is  net  een  
 vfeit,  dat  de  lagere  standen  meer  aan  de  zon  zijn  blootgesteld,  waardoor  de  huid