Een eigenaardig en opmerkelijk contrast met dien familiezin wordt gevormddoor
e wemige pieteit, die de Perzen aan den dag leggen voor het oude of overge-
leverde. Het warme gevoel voor aanhankelijkheid aan een huis of erf, of wat ook,
door erfenis verkregen, dat sommige volken kenmerkt, vindt men niet bij de Perzen.
Hij haakt er naar, om roem en eer te verwerven door zelf iets nieuws te scheppern
De schoonste paleizen, met smaak en diep gevoelden stijl gebouwd, ziet men soms
aan het verval pnjsgeven of afbreken, om bouwmateriaal te verkriigen, teneinde
hiervan iets nieuws op te richten; de zoo noodige karavansera’s laat men zonder
zorg m puin verzinken.
Is een Pers tot rijkdom en aanzien gekomen, dat laat hij zieh dikwiils een nieuw
huis bouwen zonder andere reden dan dat hij een nieuwe, eigen gebouwde woning
wil bezitten, en de gansche
schaar van stamgenooten, be-
dienden, enz. vestigt zieh om
het nieuwe huis, dat weldra'
een nieuw dorp wordt. Doch
bij de snelle wisselingen der
fortuin gebeurt het niet zelden,
dat ook de nieuwe vestiging
weer wordt afgebroken, nog
voor zij geheel voltooid is.
In het maatschappelijk ver-
keer houdt de Pers veel van
praal en pronk, in zijn huiselijk-
en familieleven is hij eenvoudig.
Met zonsopgang staat hij op,
slaapt in den zomer op den
middag, om des avonds in de
koelte het leven opnieuw te beginnen.
Bezoeken bij aanzien-
lijken moeten derhalve 1 ä 2
uur na zonsopgang of voor zons-
ondergang afgelegd worden.
Dagelijks gebruikt hij slechts
twee maaltijden: des morgens
een ontbijt en des avonds den
hoofdmaaltijd. Ook de aanzien-
lijken houden zieh hieraan. Tus-
schen deze maaltijden wordt nog
koffle of thee gedronken en soms
eenige beschuit, kaas of vrueh-
ten gegeten. De nationale gerechten
der Perzen zijn „pillaw”,
p e r z i s c h e d a m e s op s t e a a t . „tschillaw” en „asch”, spijzen,
waarbij bovenal rijst, lamsvleesch
„ , in vereeniging met ooft, peulvruchten
enz. gebruikt worden. „Asch” een soort van soep, is naar Perzischen
smaak het lekkerst gerecht.
Als vleesch gebruikt men meest schapen-, lamsvleesch en hoenderen. De arme
bevolkmg voedt zieh meest met brood. Plantenkost vormt het hoofdvoedsel in Perzie.
Bij het eten wordt er een tafelkleed op den grond gelegd en daaromheen nemen de
gasten plaats op stukken vilt, waar zij neerhurken met de knieen naar binnen en
rustend. op de hielen. Vorken en messen worden niet bij het eten gebruikt. De
spijzen worden genuttigd zonder een woord te spreken. Na het eten worden water-
pijpen rondgereikt en onder het rooken begint het eigenlijke gesprek.
Het afleggen van bezoeken gaat met veel vormelijkheden gepaard. De gewone
groet bij het binnentreden bestaat hierin, dat de binnentredende de rechterhand op
de linkerborst legt, terwijl hij het hoofd buigt. . F
De woningen der Perzen zijn groot, doch niet fraai. Als de klopper op de deur
valt, wordt die geopend en bij het binnentreden bevindt men zieh in een voorhal,
waar de portier verblijf houdt ; daarna komt men in de mannenkamer. Elk huis
toch bestaat uit twee deelen: de mannenafdeeling (birun) en de vrouwenafdeeling
(enderun), gescheiden door een vierhoekige binnenplaats, waarop de verschillende
kamers uitkomen. Tegenover den ingang vindt men het voornaamste deel van het
huis, de mannenzaal, waar de heer des huizes bezoeken ontvangt, zaken doet enz.
Deze hooggebouwde zaal, „talar” geheeten, is bij rijke Perzen prächtig versierd met
kostbare schilderwerken, ornamenten, verguldsels, glaswerkèn enz. aan het plafond :
een enkel versierd venster bevindt zieh aan de voorzijde. De vloer wordt met vilt en
tapijten bedekt, en aan de zijde vàn het venster vindt men de voornaamste plaats,
de konings- of heerenzetel, met kostbare tapijten bedekt.
Meubelen vindt men in de Perzische woningen niet, doch tapijten worden met
zorg gebruikt. In plaats van kästen heeft men in de verschillende vertrekken nissen,
waar de zaken van dagelijksch gebruik in geborgen worden. Deuren en vensters
staan dag en nacht open; voor tocht schijnt de Pers ongevoelig te zijn. Op warme
zomerdagen geeft men den gast een plaats, waar het sterk tócht, als eereplaats.
Onder de zaal vindt men een kelderachtige ruimte, waar de lucht geregeld door-
trek t ; hier houden de Perzen zieh veel op gedurende warme zomerdagen, doch ’t is
er voor Europeanen ongezond.
De binnenplaats is een soort tuintje, veelal met blo'emen en schadiiwgevende
boomen. In het midden vindt men een waterbekken, soms een springfontein, om de
noodige wasschingen bij de gebeden te verrichten.
Het platte dak der huizen, door een laag gestampte klei met stroo tot een vasten
vloer gevormd, heeft veel waarde in het Oosten. Na zonsondergahg snelt ieder naar
het dak, om daar frissche lucht te genieten. Een muur omgeeft ook dit nog, om
nieuwsgierige blikken af te sluiten.
Uit het mannenvertrek komt men in het vrouwenvertrek. Dit is alleen voor
vrouwen, den echtgenoot, de eunuchen, en na bij zonder verlof voor den arts toegan-
kelijk. Zelfs de echtgenoot mag dit vertrek niet onaangediend betreden. Alleen des
avönds gaat de man in de „enderun” of harem, om dien des morgens vroeg weer te ■
verlaten. De ouders en vrouwelijke verwanten mögen deze vrouwenkamer ook zonder
vooraf gevraagd verlof bezoeken. In inrichting komt het vrouwenvertrek met dat
der mannen overeen ; alleen is het ruimér gebouwd. De wanden zijn op overvlöedige
wijze met zijden voorhangsels, tapijten, schoteis, schalen en kannen van Ohineesch
en Europeesch maaksel enz. behängen.
De Pers behandelt over ’t geheel zijn vrouwen goed ; hij beschouwt haar als zijn
levensgezellin, en ondanks de afzondering van het Mohammedaansche vrouwen-
leven, dat ook hier bestaat, neemt zij deel aan de zaken van den man, zelfs bemoeit
zij zieh met politieke aangelegenheden. Huwelijken worden voor vast of tijdelijk
gesloten. Scheiding of verstooting van een voor vast getrouwde vrouw komt niet
veel voor, en dan nog meestal op grond van onvruchtbaarheid, een ontuchtige
levenswijze, ontrouw enz. Een door den man verstooten vrouw kan nog een tijdelijk
huwelijk met een ander sluiten.
Op reis neemt de Pers zijn vrouw niet mede, maar als hij zieh langen tijd ergens
ophoudt, sluit hij voor eenige dagen, weken enz. een tijdelijk huwelijk. Is de duur
van het verdrag verstreken, dan is de betrekking uit, doch het contract kan verlengd
worden. Gedurende den loop van dit tijdelijk huwelijksverdrag geniet de aldus
verbondene de rechten van een wettige vrouw, en de echtgenoot is verplicht te
zorgen voor alle kinderen, zoowel die uit het vaste als uit het tijdelijke huwelijk
geboren worden.
De groote kosten, welke hieruit voortvloeien, zijn oorzaak, dat in Perzie, hoewel
de polygamie geoorloofd is, toch alleen de aanzienlijken daarvan gebruik maken.
Hierdoor is de monogamie algemeen voorkomend. In arme gezinnen regelt de vrouw
de huishouding; bij aanzienlijken doet zij dit eveneens en houdt zij zieh tevens bezig
met de opvoeding der kinderen.
De huwelijken worden voornamelijk gesloten tussclien de leden van dezelfde
familie, neven en nichten. Naar men mededeelt, moeten die familiehuwelijken aan