hoofdvoortbrengsel is. Een aanzienlijk gedeelte der bevolking bestaat uit Chineezen,
die na de vestiging der heerschappij "van de Mandsju’s in China in 1644 naar hier
verhuisden en van den keizer van Annam het recht verkregen, zich hier te vestigen.
Daardoor verkreeg dit land den naam Cochin-China (Cochin moeraskust). :.
EtfEPSHOOEDEN EN VKOUWEN VAN ANNAM.
Kambodsja is het overblijfsel van een eenmaal uitgebreid en mächtig rijk, dat in
de 16« eeuw een groot deel van Siam, Annam en Laos omvatte en door zijn beschaving.
algemeen -beroemd-.was, welke -het- dankte-a a n -d e -dy-»astie-d«r Khmer-s. Groote
tempelru'ines herinneren nog aan dat tijdperk van roem. Doch met zijn macht zonk
ook de beteekenis van dit rijk en werd Kambodsja zelfs een Vasallenstaat, nu van
Siam, dan van Annam, tot Frankrijk het in 1863 tot een protectoraat maakte. De
tegenwoordige koning is Norodom. Ook hier is rijst het hoofdproduct. ;
Annam, vroeger een keizerrijk, stond in tegenstelling met Siam hoofdzakelijk
onder Chineeschen invloed, waartoe de ligging aanleiding gaf. Daardoor draagt het
land en volk in vele opzichten een Chineesch karakter. De Annamieten hebben
veel handelszin, en hun gebied is met markten overdekt. De bevolking leeft meest
op het land in kleine vlekken; groote steden heeft men er niet. De uitvoerhandel
is monopolie der kroon.
De eerste aanleiding tot het ingrijpen in de toestanden van Annam was het ver-
volgen der Christenen, in 1857. Spanje en Frankrijk traden toen gezamenlijk op
tegen het keizerrijk, hetwelk ten gevolge had, dat in 1863 den Christenen vrije s
godsdienstoefening verzekerd werd. Na de inmenging van Frankrijk in de .zaken
van Tongking was ook het lot van Annam beslist. • ■
Tongking -stond steeds geheel onder Chineeschen invloed en draagt een Chineesch
uiterlijk. In tegenstelling met Annam is Tongking rijk, dicht bevolkt en zeer vrucht-
baar, daar de talrijke waterarmen der Spngka het land besproeien. Zijde is het
eerste uitvoerproduct en daarop volgt rijst. De wouden in het binnenland bezitten
schatten, van nuttige houtsoorten: steenkolen-lagen • vindt-men in denbodem, alsmede.
edele metälen. • • . . : ............
Het doel van Frankrijk, om den handel van de Chineesche grenslanden over
Tongking te leiden, is tot nog toe niet bdreikt. _ •
Het groo.tste gedeelte der bevolking aan de kust van Tongking- bestaat u it1 Tong-
kineesche Annamieten, die in het bergland zeldzamer worden. Dit laatste wordt inge-
nomen door verschillende stammen, als Muong, Tho, Mau e. a.., behoorend tot
de Lao-volken, in het zuiden.met de Mois,An het noorden met Chineezen vermengd.
In de. namen dier bergstammen bestaat echter veel verwarring.,
Het karakter der Annamieten is juist geschikt, om den Franschen te bevallen.
Allen, die de taal des lands verstaan, zijn het er over eens, dat hun gesprekken wel-
levend en geestig zijn. Op moreel gehied toonen zij goede, ja, zelfs verheven gedachten
te bezitten; vrij van vooroordeelen. Het volk is sceptisch, vroolijk van aard, spotziek,
houdti ivan tooneel en poezie, goochelspel en acrobatische vertooningen, openbare
ceremonien en feesten. De Annamieten dansen echter niet. De Annamiet is eenvoudig,
werkzaam en zeer gehecht aan zijn familie, zijn huis, zijn velden; hij is zacht van
aard, maar tevens moedig en vol doodsverachting.
De Annamietische dorpen met hun läge huizen hebben een zeer eigenaardig voor-
komen. De huizen zijn veelal aan alle zijden door paden omringd en zöover geopend,
dat men alles kan zien, wat in huis gebeurt. De huizen der rijken worden tegen-
woordig veel van steen gebouwd en met pannen gedekt. Längs twee of ook wel längs
alle zijden vindt men veelal veranda’s. Het voorste gedeelte vormt de ontvangstkamer
en aan het achtergedeelte vindt men de altaren der voorvaderen.
De economische, politieke en sociale eenheid in Tongking is de gemeente. De gemeen-
telijke wetgeving in Annam maakt van de gemeenten als het wäre kleine republieken.
Deze kleine republieken zijn trotsch en naijverig op hun rechten, en de locale belangen
worden er met zorg behartigd. Ieder burger- is vrij en zelfstandig, waar het niet de
algemeene belangen betreft; hun leven gaat rüstig voorbij, verdeeld tusschen hun
arbeid op de rijstvelden en de zorg voor hun gezin. De mannen verrichten den arbeid
buiten de dorpen, gaan op de vischvangst enz,; de vrouwen zijn behulpzaam bijden
arbeid op het veld en verzorgen de huishouding. De Annamiet uit den middelstand
bewerkt zelf bijna alles, wat hij noodig heeft.
De gemeenten zijn zelfstandige lichamen, autonoom in de behartigiag van eigen
zaken, en belast met de vervulling van administratieve, rechterlijke en militaire
eischen. De bewoners worden onderscheiden in ingeschrevenen (dzan-bo) en niet-
ingeschrevenen (dzan-lan). De niet-ingeschrevenen zijn zij, die te arm zijn, om
belasting te betalen. De ingeschrevenen nemen alleen deel aan de gemeentezaken,
zijn actieve gemeenteleden. Als een der ingeschrevenen sterft, wordt zijn plaats weer
door een ander ingenomen.