lerover een strijd (1859), welke verbonden was met het streven van enkele partiien,
om de vreemdehngen tegen te gaan. De overleden Shogun had werkeliik vrii libérale
beginselen getoond m zijn regeering, en deze dreigden weder te gronde te zullen gaan.
Zoo bleet de toestand gespannen; het gistte en woelde in het Japansche riik, en
moeielyk was het te bevroeden, wat hieruit zou geboren worden. In April 1863
verscheen zelfs op het onverwachtst van den Mikado een manifest, waarbii gelast
werd de vreemdehngen te verdrijven, en de Bakufu (regeering) werd uitgenoodigd,
dit bevel uit te voeren Thans volgde er strijd in de havens met de vreemdehngen
v u°Pi / “u September 1864 bombardeerde een vloot van Engelsche, Fransche,
Nederlandsche en Amerikaansche schepen de vestingwerken van Shimonoseki, waarbii
de Japaneezen moesten toegeven, hoeveel moed zij ook betoond hadden.
Deze gebeurtenis braeht een omkeering teweeg in de gemoederen. De verdrijving
PER KAGO REIZENDE BURGERVROUW.
der vreemdelingen werd niet meer mogelijk geacht, en men zag weldra in, dat het
doel moest zijn, de vrijheid en onafhankelijkheid van Japan te verzekeren, zij het
ook, dat de vreemdelingen werden toegelaten.
Opmerkelijk is de omkeering der meeningen binnen weinig tijd. Wie voor kort
nog riepen: „Weg met de vreemdelingen 1” waren weldra de ijverigste voorstanders
der Westersche beschaving.
In een memorandum, dat de vorst van Echizen in 1865 aan den Mikado aanbood,
luidde het: „Westersche vreemdelingen zijn heden ten dage geheel verschillend van
die uit vroeger tijd. Zij zijn veel beschaafder, veel verständiger, ook in hun bemoei-
ingen. Het land äf te sluiten zou een groote fout zijn.” En zoo werden de ver-
dragen met de vreemde mogendheden in 1866 door den Mikado bekrachtigd.
Omtrent de inwendige hervorming van de Japansche toestanden was echter nog
niets beslist. De vraag was, of de Shogun dan wel de Mikado aan het hoofd van de
regeering zou komen. Dat het dualisme, de tweehoofdigheid, moest ophouden, dit
scheen spoedig zeker. Ook werd het duidelijker gevoeld, dat het feudalisme niet
gehandhaafd kon blijven. Geisoleerd als het land geweest was, waren de toestanden
blijven voortduren, hoe ook de kracht van den Staat ondermijnd was. Doch bij de
aanraking met andere volken was het ontwrichte staatsgebouw niet bestand tegen
den stoot, dien het ondervond.
Nadat een tiental jaren de machten in het Rijk elkander bestreden hadden, werd
het vraagstuk opgelost. Het Shogunaat kwam ten val, en de jeugdige en talentvolle
Mikado, Mutsohito, die op dit oogenblik nog regeert, verkreeg zelf de macht in handen.
Het dualisme had opgehouden te bestaan, en hiermede was de nieuwe tijd voor
Japan aangebroken. Om alle herinneringen aan de voormalige toestanden uit te
wisschen, werd de zetel der regeering naar den zetel van het feitelijk gezag, naar
Jedo verplaatst, dat nu den naam verkreeg van Tokio, d. i. oosterhoofdstad, terwijl
Kioto, de oude residentie der Mikado’s, voortaan Saikio of westerhoofdstad zou heeten.
Op den 6en November 1868 werd de nieuwe aera aangevangen, en den 26en November
deed de Mikado zijn intocht in de nieuwe residentie.
Thans brak een tijdperk van binnenlandsche hervormingen aan, waardoor Japan
binnen körten tijd een nieuwe Staat werd, de maatschappij geheel werd omgekeerd.
Er was je ts van den opofferenden hervormingsgeest in het Japansche volk doorge-
drongen, die ook de edelste leiders der Groote Revolutie in Frankrijk kenmerkte.
De hervormingsgezinde prinsen deden afstand van hun leenheerlijke rechten en de
lagere adel volgde. Zoo werd ook het feudalisme ten doode gedoemd. Dat die restau-
ratie niet in absolutisme zou ontaarden, daartegen waarborgden de oude tradities, de
invloed der groote edelen en de aanraking met Westersche volken.
Al spoedig volgde in 1870 de instelling van een Staatsraad, van een Ministercollege,
en de bijeenroeping van een wetgevende vergadering, een soort van Senaat,
waarvan de leden evenwel niet rechtstreeks door de bevolking werden gekozen,
maar_ door den keizer uit de invloedrijkste personen over het geheele Rijk werden
aangewezen. Dit was een voorzichtige overgangstoestand. Directe invloed werd in
1878 aan de bevolking toegekend op de samenstelling van gewestelijke Colleges, die
jaarlijks een maand bijeengeroepen werden, om den aanslag der belasting te regelen,
en de bevoegdheid verkregen, officieel bij de Regeering voorstellen te doen over
belangen van het gewest.
Doch de bedoeling ging verder, nl. om den constitutioneelen regeeringsvorm te
vestigen. Dit blijkt uit de benoeming in 1871 van een Commissie ter. bestudeering
van constitutioneele Staatkunde en constitutioneele Wetgeving. Hoewel natuurlijk
alleen Japansche staatslieden hierin werden opgenomen, bestond er voldoende gele-
genheid, omtrent het staatsreeht der Europeesche volken te worden ingelicht. Gezant-
schappen werden afgevaardigd naar de Europeesche hoofdsteden, jonge Japaneezen
werden naar Europeesche inrichtingen van onderwijs uitgezonden, Europeesche
geleerden werden beroepen aan de hervormde hoogescholen, en standaardwerken
over staatsrecht werden in het Japansch vertaald. Zoo werden onderscheidene grond-
wetten, waaronder ook de Nederlandsche, in het Japansch overgezet.
Inmiddels werden de burgerlijke en de strafwetgeving jjerzien, het muntwezen
hervormd, de krijgsdienst geregeld, de veiligheid door de organisatie van een degelijken
politiedienst verzekerd, een verbeterd stelsel van lager onderwijs ingevoerd, maat-
regelen tot bevordering van binnenlandsch verkeer genomen. Zoo werden allerlei
voorbereidingen getroffen, die het volk voor de waardeering van waarlijk constitutioneele
instellingen rijp konden maken. En met snelheid ging men verder: den
lldon Februari 1889, of zooals de officieele datum lu id t: den llden dag van de tweede
maand van het 22® jaar Medji 1) werd de grondwet het eerst afgekondigd.
De Japansche staat vormt tegenwoordig een constitutioneele, erfelijke monarchie,
1) „Medji” beteekent Recht, en het is dit hegrip, het begrip van den rechtstaat, dat de jonge
keizer als zinnebeeid van de nieuwe orde van zaken in Japan voor zijn regeering had aangenomen.